woensdag 30 december 2009

Op weg naar het nieuwe jaar


Het regent dennennaalden ondanks de kluit aan de kerstboom. Het zijn de eerste tekenen dat de kerstperiode op zijn eind raakt. De kerstboom staat nog mooi te zijn. De vele vogeltjes in de boom geven er iets vrolijks aan. Morgen luiden we het oude jaar uit en stappen we vol verwachting het nieuwe jaar weer in. Hopelijk zal het ons veel goeds brengen, veel liefde, licht en warmte, maar vooral gezondheid, strijdbaarheid en aandacht voor elkaar.
De kerstboom mag tot 6 januari blijven staan, de dag dat de Driekoningen vol verwachting het kindje bezochten in de stal.
Als het huis ontdaan is van alle kerstversieringen, begint bij mij het verlangen naar het voorjaar. Eerst kunnen we nog een strenge vorstperiode verwachten. Ik hoop dat de mensen om ons heen veel warmte uit zullen stralen, zodat we zonder al te veel kou deze vorstperiode door zullen komen.
Voor iedereen alvast de allerbeste wensen voor het nieuwe jaar.

dinsdag 29 december 2009

Boodschap vanuit gene zijde


Charl: “Ik zal je vertellen wat ik heb meegemaakt. Er was een man net hier aangekomen en erg opstandig. Hij wilde nog niet dood. Hij was pas aan iets moois begonnen. Ik heb met hem gepraat en toen berustte hij er in dat hij was overgegaan. Hij begreep waarom het zo moest zijn, dat het tot het plan behoorde. Het was zijn tijd en daar kon niets aan veranderd worden. Hij krijgt nu hier aan gene zijde een mooie taak en daar is hij erg blij mee.
Ook ik ben erg blij met al mijn mooie taken. Het geeft me veel voldoening en ik heb alle tijd om rustig die taken te doen. Deadlines kennen we hier niet. Niemand wordt kwaad of ongeduldig. Hier is alles liefde. En dat maakt het zo fijn hier. Daar kunnen de mensen op aarde nog veel van leren en daarom proberen wij dat over te brengen. De wereld is veel te hard, veel te materialistisch. Dat moet veranderen. De mensen moeten weer open staan voor elkaar, luisteren en niet alleen maar doen alsof. Er zijn al veel mensen aan het veranderen, maar het zijn er nog lang niet genoeg. De cultuur van ‘ pakken wat je pakken kan’ moet omslaan naar een cultuur van delen. Dan komt de aandacht voor elkaar vanzelf. En met delen bedoel ik niet alleen materialistische dingen maar ook gevoelens en allerlei zaken die van belang zijn. Mensen moeten ook weer leren praten met elkaar en daarbij gevoelens uiten. Al die oppervlakkige zaken dragen niet bij tot de ontwikkeling van de mens. Dieper ingaan op elkaars zielenroerselen, dat brengt pas een ontwikkeling teweeg. Eerlijk zijn tegen elkaar, niet om de brij heen draaien en elkaar warmte en liefde geven, dat zijn de belangrijke dingen. Daar kan niet genoeg op gehamerd worden. En het zou een mooi voornemen zijn voor iedereen om het nieuwe jaar mee te beginnen en het de rest van het leven vol te houden. Dan zal de wereld er zoveel beter uit gaan zien.
Ik wil graag dat je deze boodschap overbrengt en dat het een soort domino-effect gaat krijgen. Laat iedereen zich er van bewust worden dat als je zo door leeft als nu, de wereld koud en kil wordt, de mensen ontevreden zijn en oorlogen altijd zullen blijven ontstaan. En dat is iets wat niemand wil. Begin dus vandaag met je anders op te stellen. Het aloude gezegde is hier van toepassing; wat je zaait zal je oogsten.
Veel liefde, licht en wijsheid.”

vrijdag 25 december 2009

Kerstnacht


Ik maak me zorgen vanwege de weersvoorspelling; ijzel overgaande in sneeuw met spekgladde wegen. En in deze nacht gaan Kirsten, Vince en Liam op weg naar schiphol en het is nog maar de vraag of er vluchten gaan. Het is een hele onderneming.
Ik voel me nerveus, zie beren op de weg. Dat is negatief. Ik moet er juist van uit gaan dat alles goed zal gaan, maar dat is moeilijk als er gewaarschuwd wordt binnen te blijven, niet de weg op te gaan. Wat is wijsheid, want de vlucht naar Australië is geboekt. Moeilijk hoor, het geeft het vertrek van het gezinnetje extra druk. Het is al een reis vol onzekerheden; zal de kinderwagen wel uit het vliegtuig gehaald worden tijdens de overstappen, zal Liam wel veilig op de vliegtuigstoel kunnen zitten, zal hij niet lastig worden want gisteren had hij ineens weer koorts. Het is hun grootste wens om naar Australië op vakantie te gaan, vooral Vince heeft er erg naar uitgekeken. Dan moeten ze alle ongemakken van de reis op de koop toe nemen want al met al zullen ze zo’n 30 uur onderweg zijn. Liam zal niets te kort komen wat betreft eten en drinken, ze hebben van alles voor hem meegenomen, maar 30 uur liggen en zitten zal moeilijk voor hem worden. Als ze eenmaal in Australië zijn dan begint het grote genieten. Neemt niet weg dat ik pas gerust zal zijn als ik bericht krijg dat ze veilig aangekomen zijn en alles goed is. Het betekent wel dat Kerstmis helemaal aan hun voorbij gaat dit jaar. In het vliegtuig zal echt geen kerstboom staan en er zullen geen kaarsjes branden

woensdag 23 december 2009

dooi


Ik ga vandaag de stap wagen. Als ik naar buiten kijk zie ik de regenpijp druppen, een teken dat het niet meer vriest. De sneeuw is al flink geslonken. Ik ga de auto sneeuwvrij maken dat nu een fluitje van een cent lijkt. De sneeuw is niet meer vastgevroren. En daarna ga ik boodschappen doen. Onze straat is nog steeds flink besneeuwd, maar ik verwacht dat het geen glijpartij meer zal worden.
Vanavond komen kinderen en kleinkinderen eten in kerstsfeer. Want met Kerstmis vertrekken Kirsten, Vince en Liam naar Australië. Hopelijk wordt hun vlucht niet gecanceld. Ze vliegen eerst naar Londen. Het vliegveld daar was gesloten vanwege het slechte winterweer. Ook daar zal de dooi inmiddels wel ingetreden zijn. Ik heb moeite met het idee dat ze straks aan de andere kant van de wereld zitten. Ik heb visioenen van idyllische plekjes langs de rivier met loerende krokodillen in het water die hun moment af wachten om ze te bespringen, maar Vince heeft me verzekerd dat in het gebied waar zij zijn geen krokodillen zitten. Wel zitten er in zee kwallen met vlijmscherpe tentakels, het is dan ook op veel plaatsen verboden te zwemmen. Ik wil al dit soort dingen niet weten. Vince is wel iemand die geen risico’s neemt. Ik, een echte moederkloek, houd de kuikens het liefst zo dicht mogelijk bij me. Maar soms willen de kuikens iets anders en dan laat moederkloek ze gaan in de hoop dat ze verstandig zijn. En wat zijn nu vijf weken. Ze zijn zo weer voorbij.
Vanavond zal het gezellig zijn met elkaar. We zullen kerstliederen zingen en een kerstverhaal voorlezen. We zullen even stil blijven staan bij de kerstgedachte. Ook zullen we Charl herdenken. Hij hield van het kerstfeest, van de warmte en de gezelligheid en de geur van heerlijk eten, van alle snoeperijen, maar vooral van het samenzijn bij de kerstboom en een stevig haardvuur. Zijn plek aan tafel blijft voorgoed leeg. We missen hem heel erg en daarom is het goed samen te zijn met dezelfde herinneringen.
En daarom ga ik nu snel de auto sneeuwvrij maken en boodschappen doen om vanavond op tijd klaar te zijn.

dinsdag 22 december 2009

sneeuw-euforie


De krant kopt: Sneeuw-euforie van korte duur.
En verder: met de sneeuwpoppen in het gelid ebt de euforie over ouderwets winterweer langzaam weg. Sneeuw is niet alleen sprookjesachtig maar blijkt in de praktijk vooral lastig. Het leidt tot glijpartijen, vertraging en files, aldus de krant.
Ik ben het er helemaal mee eens. Hoeveel mensen zijn er al niet gestrand op stations en luchthavens? Hoeveel mensen zijn er aan huis gekluisterd? De koopzondag afgelopen zondag was een fiasco. De stad was leeg op een enkeling na. Tuincentra blijven met hun kerstspullen zitten omdat er geen kip komt. Alles is ontregeld. Ook ik ga de deur niet uit als het niet nodig is. Mijn autootje staat wit en bevroren voor de deur. Ook al zou ik hem ontdooien, ik ben bang dat ik de straat niet uitkom. Want in de woonwijken wordt geen zout gestrooid. Dat gebeurt alleen op de belangrijke doorgaande wegen.
Sinds de eerste sneeuwval heb ik geen boodschappen meer gedaan. Maar de voorraad begint op te raken en ik zal er toch echt op uit moeten. Maar hoe? Ik kan gaan lopen met mijn kleinzoon in de kinderwagen. Dan hoef ik geen boodschappen te sjouwen want die kunnen onderin het boodschappenrek. Of ik ga met de fiets aan de hand naar de supermarkt. Dan kunnen de boodschappen in de fietstassen. Of ik bestel de boodschappen via internet. Dan worden ze thuis bezorgd, het is alleen de vraag wanneer. Of ik ga toch maar mijn auto ontdooien en me over mijn angst voor slippartijen heen zetten. Want met de auto boodschappen doen is toch wel de meest comfortabele manier.
Als ik klaag over de sneeuw krijg ik steeds hetzelfde antwoord: “Kijk eens goed om je heen hoe mooi alles is en hoe heerlijk het is om buiten te zijn.” Ja, dat weet ik heus wel en ik geniet ervan als ik binnen zit. Ik geniet van de vogeltjes die af en aan vliegen op de mand met allerlei lekkers die op de buitentafel staat in een dikke laag sneeuw. Van de Vlaamse gaaien die nieuwsgierig vanuit de perenboom naar al het lekkers kijken, van de roodborstjes, de kool- en pimpelmezen die gulzig van de vetbollen eten. Maar ook denk ik aan al die mensen die hetzelfde denken als ik. Want ik ben bang dat die toch in de meerderheid zijn. Sneeuw is mooi, maar wij zijn er niet op ingesteld.
Iedereen wil een witte kerst, ja prachtig als je de deur niet uithoeft. Ongemakkelijk als je op familiebezoek gaat. Klagen helpt niet want sneeuw is een fenomeen waar je geen grip op hebt. En daarom moet ik misschien een knop omzetten en er toch maar van gaan genieten. Maar stiekem blijf ik uitkijken naar de dag dat alles weer groen is buiten.

zondag 20 december 2009

Bericht van Charl



Ik voel dat je verdrietig bent. Je mist me en je doet je best om het te verbergen. Ik vind het naar om je zo verdrietig te zijn. Maar het komt goed hoor. Maak je geen zorgen, ook voor jou komt er nieuw geluk. Nu moet je sterk zijn. Ik kan niet meer bij je terugkomen. Niemand keert terug vanuit gene zijde. Mijn lijf is vergaan in mijn graf. De enige manier waarop ik bij je kan zijn is astraal, je voelt me, je kunt in gedachten met me praten en dat is het. Ik had het graag anders gewild, maar het was mijn tijd om dood te gaan.
Ik weet dat de decembermaand moeilijk voor je is, maar je moet flink zijn. Met huilen bereik je niks. En je moet verder in dit leven. Je hebt nog vele jaren te gaan en er zal nog veel moois op je pad komen. Ik ben altijd bij je en ik weet dat het anders is. Je mist de warmte en intimiteit. Daar kan ik niets aan veranderen. Er is wel veel warmte om je heen. Sta er voor open en het komt naar je toe. Nu niet meer huilen, het komt allemaal goed.

Bijna Kerstmis


Nog een paar dagen, dan is het Kerstmis. Mijn kerstboom staat al vanaf Sinterklaas. Ik ben nog nooit zo vroeg geweest. Meestal werd de boom op het laatste nippertje opgetuigd. Er was altijd nog zoveel te doen. Maar nu ben ik voor het eerst sinds tijden helemaal op schema met de planning. En dan komt er onverwacht iets tussen. Vince heeft iets met zijn pols, hij is rood en gezwollen en weet niet hoe dat komt. Kirsten moet morgen werken en heeft het nog erg druk voordat ze vijf weken naar Australië kunnen gaan. Vince is morgen vrij, maar kan met de zere pols niet goed voor zoontje Liam van anderhalf zorgen. Elke beweging doet hem pijn. Kirsten kan geen vrij nemen van haar werk, dus heb ik aangeboden om Liam morgen te verzorgen, eventueel samen met Vince, maar dan wel bij mij thuis. Ik vind het helemaal niet erg om op Liam te passen. Het is een heerlijk vrolijk mannetje en absoluut niet lastig. Hij loopt nog niet, zit nog niet zelfstandig en moet dus regelmatig getild worden. Die taak neem ik van Vince over. Ik zal mijn planning aan moeten passen, zodanig dat alle dingen die gepland staan ook gebeuren. Dat is heel belangrijk. Ik heb dus nog een paar drukke dagen in het vooruitzicht, dagen waarop ik niet aan hobby’s toekom.
De kerstsfeer is in huis al volop aanwezig. Ik geniet van de mooie kerstboom vol met vogeltjes. Ik heb op de tafel een kitscherige Kerstman staan die, als je hem opwindt, jingle bells laat horen terwijl hij met zijn hoofd beweegt. Leuk voor de kleinkinderen. Buiten is het een witte wereld, binnen is het warm en gezellig. Ik heb alleen een vermoeden dat het een groene kerst zal worden. We zullen zien of ik gelijk heb.

Winterweer


Het sneeuwt dikke vlokken. Maar waarom kan ik het mooie er niet van zien. Het voelt alsof ik ingesneeuwd ben. Ik durf niet weg met de auto, fietsen doe ik al helemaal niet en lopen doe ik alleen met sneeuwkettingen om mijn schoenen. Jaren geleden ben ik een keer flink gevallen en dat deed reuze pijn. Ik heb andere mensen zien vallen en dat voelde ik dan zelf ook heel erg.
Toen Charl nog leefde, gingen we ieder jaar met de caravan naar de wintersport. Charl genoot enorm van de afdalingen op zijn ski’s. De kleur van de afdalingen maakte niet uit, als het maar snel ging. Ik bleef in de caravan achter met een borduurwerk en stapels boeken en waagde me alleen buiten als het echt nodig was. Winters met sneeuw zijn niet aan mij besteed. Afgelopen donderdag begon het al. Er was een flink pak sneeuw gevallen en ik zou naar mijn tante gaan op verjaardagsvisite. Ze werd 94 jaar. De auto liet ik staan, de klus om hem te ontdooien en sneeuwvrij te maken was te groot. Ik nam de bus en die stopte bij mijn tante om de hoek.
Het was een gezellige middag en avond. Slechts enkele familieleden trotseerden het slechte weer. Om kwart over tien stapte ik weer op. Ik had al ingecalculeerd dat er mogelijk geen bus zou rijden, want in de avond was de sneeuwval steeds heviger geworden. Ik had uit voorzorg mijn schoensneeuwkettingen meegenomen. Na een kwartier wachten bij de bushalte besloot ik naar de volgende bushalte te lopen. Dat viel niet mee ondanks de sneeuwkettingen. Het voelde alsof ik op het strand in het mulle zand liep, maar dan zonder warmte en het geluid van de ruisende zee. Het was stil op straat. Af en toe kwam er een auto of een fietser langs. Bij de volgende bushalte kwam ik precies op tijd voor de juiste bus die me naar huis moest brengen. Had er een bus vanaf de andere halte gereden dan had ik bij deze halte over moeten stappen.
Ook deze bus liet het afweten. Ondertussen was de dikke sneeuw overgegaan in motsneeuw. Ik besloot naar huis te lopen. Naarmate de tocht vorderde, begon ik het mooie van de sneeuw te zien. Ik genoot van de stilte, van de felle koude wind in mijn rug, van de prachtige witte bomen en de vergezichten in het donker die helemaal opgelicht werden door de witte massa.
Om middernacht was ik thuis.
Misschien moet ik me over het idee heen zetten dat sneeuw me isoleert en me eenzaam maakt. Ik moet er van proberen te genieten. Maar als ik dan naar buiten kijk, denk ik ‘van mij mag alles weer gewoon zijn.’ Waar komt die aversie tegen sneeuw toch vandaan? Als ik de beelden op de televisie zie van gestrande mensen, auto-ongelukken, valpartijen, dan is dat voor mij een schrikbeeld en dat heeft de overhand ten opzichte van al het plezier dat veel mensen aan de sneeuw beleven. Laat mij maar vanachter het raam naar de witte wereld kijken, heerlijk met een kop hete chocomel met een dikke toef slagroom in een heerlijke luie stoel bij een open haardvuur.

vrijdag 4 december 2009

Sinterklaasfeest


Morgen is het pakjesavond. Wat een drukte voor het zover is. Ik heb nauwelijks de tijd om me te concentreren op boodschappen van gene zijde. De inkopen zijn nu gedaan, nog wat kleine dingetjes doen en dan verheug ik me op morgen. Ik zie nu al de verrukte kindersnoetjes van de kleinkinderen voor me. Gelukkig komt er morgen ook een einde aan alle spanning. Het duurt te lang voor de kleintjes. Al die Sinterklaasuitzendingen op de televisie is te veel van het goede. Ze slapen slecht, ze zijn druk, maar morgen is voor hen de grote dag en ik mag meegenieten.
Ik heb al doorgekregen dat beide hemelopa’s er bij zullen zijn. Ze willen het feest absoluut niet missen. Het zal extra warmte geven aan het feest , want het is toch steeds weer een beetje beladen feest omdat we beide opa’s zo missen.
Bericht van Charl: Ik wil heel graag de kinderen Sinterklaasliedjes horen zingen. Dan zal ik op mijn beurt meezingen. Helaas kunnen jullie mij niet horen zingen. Dat is onmogelijk. De andere opa zal er ook zijn. We zullen een teken geven als we arriveren. Roep ons maar als jullie er klaar voor zijn.

dinsdag 1 december 2009

Theebloem



Mijn zoon is 14 dagen in China geweest voor zijn werk. Helemaal enthousiast kwam hij terug. Hij heeft er keihard gewerkt, maakte lange dagen maar kon toch nog tijd vinden om iets van het land te zien en de cultuur te proeven. Hij was daar met een collega en ze probeerden zoveel mogelijk buiten het hotel te eten. Dat leverde veel verrassingen op. Want Chinezen eten alles wat beweegt en soms wist hij echt niet wat hij op zijn bord had liggen.
De geluiden en de geur (stank) zijn met geen pen te beschrijven. Rijst kan hij voorlopig niet meer zien. Hij had leuke cadeautjes meegenomen. Heel bijzonder was een zakje thee. Daarin zaten theebollen. De theeblaadjes waren met een soort touwtje bij elkaar gebonden. De bol vond ik bijna griezelig om te zien. Het was de bedoeling dat je die bol in een theeglas deed en er dan kokend water op schonk. Met onze kin op de tafel hebben we het wonder aanschouwd, langzaam ontlook er een prachtige bloem in het glas. De theebol ging helemaal open. We hebben een paar keer op het zakje gekeken of we dat echt als thee konden drinken. Maar alleen maar uitleg in Chinese tekens heb je weinig aan, die kunnen wij niet lezen. Heel voorzichtig werd er van geproefd en het smaakte niet slecht. Ik besloot de thee niet op te drinken maar weg te zetten, zodat we lang van de bijzondere bloem konden genieten. Na een week zat er dik schimmel op. Jammer.
Nu lees ik in de krant dat de theebloemen met de hand gemaakt worden en dat ze eetbaar zijn. Om de bloemen te maken wordt er gebruik gemaakt van jasmijn, daglelie, goudsbloem, kogelamarant, anjer, osmanthusbloem, chrysant, lavendel en witte trilzwam.
Dat had ik eerder moeten weten, dan had ik er zeker van geproefd. Binnenkort maar eens naar Amsterdam gaan, naar de Chinese buurt. Daar zullen ze deze thee vast verkopen.

Herinnering aan een nare ervaring


Een bekende vertelt dat haar zoon vermist wordt. Na een avondje uit met vrienden is hij niet thuis gekomen en niemand weet waar hij gebleven is. Er wordt overal gezocht. Ouders, vrouw en kinderen zijn dodelijk ongerust. Mijn hart bleef even stil staan toen ik het hoorde. Ik kan zo goed invoelen wat ze moeten doorstaan. Ik heb het zelf een keer ervaren.
Voordat Charl ziek werd is hij met een groepje collega’s een zeiltocht gaan maken in het Caribische gebied. Hij had er veel zin in en hij belde vanaf een vliegveld dat hij op een binnenlandse vlucht wachtte om naar het eiland te vliegen waar ze aan boord van het zeilschip zouden gaan. Hij zou een week weg blijven. Daarna hoorde ik niets meer. Zijn mobiel reageerde niet, er kwam geen e-mail. Het was net of hij van de aardbodem verdwenen was. Iedereen in mijn omgeving zei dat ik me niet ongerust moest maken, maar zij hadden makkelijk praten. ’s Nachts sliep ik met de telefoon naast me op zijn hoofdkussen, voor het geval dat. Ik keek trouw naar het nieuws op de televisie, want allerlei doemscenario’s passeerden bij mij de revue. Het was stormseizoen in het Caribische gebied en net voordat Charl vertrok hadden we naar de film ‘the perfect storm’ gekeken en die liep niet goed af voor de opvarenden van een vissersboot. Metershoge golven verzwolgen de boot.
Ik heb wat liggen janken in mijn bed en ik heb heel wat gebeden om een teken, om een bericht, om een behouden vaart en thuiskomst en ik hoopte dat de telefoon zou rinkelen.
Ik wist hoe laat hij op Schiphol zou landen en ik ben er naar toe gegaan vol onzekerheid. Wat was ik blij en opgelucht toen ik Charl gebruind en ontspannen door de schuifdeur zag komen. De tranen stroomden over mijn gezicht. Er was helemaal niets aan de hand geweest, gewoon geen bereik en geen internet. Charl kon zich achteraf mijn angst wel voorstellen, maar had zich geen moment gerealiseerd dat ik ongerust zou zijn. Hij had daar de tijd van zijn leven, hij ving tonijnen en barracuda’s, vond mooie grote schelpen en genoot van het snorkelen en de overweldigende helderheid van de zee. Hij had thuis even naar de achtergrond geschoven, zo’n droomreis zou hij niet snel nog een keer kunnen maken.
Hier moet ik allemaal aan denken door het bericht van de vermissing. Ik hoop dat de familie zich voor niets ongerust maakt en dat de zoon veilig weer thuis komt.

maandag 30 november 2009

Pepernoten


Gelezen: Pepernoten staan symbool voor zaden die worden uitgestrooid. Zaden vol met verwarmende kruiden, geen zaden om in de grond te planten, maar om in jezelf te zaaien en zo de kou (verstarring) en het teveel aan vocht (vastgehouden gevoelens) te verdrijven. Pepernoten zijn algemeen versterkend (je spendeert geen energie meer aan nutteloze zaken) en ze hebben een gunstige uitwerking op het hart (maken vrolijk en gelukkig).
Er staat alleen niet bij hoeveel pepernoten je dan wel niet moet eten, want met een handje pepernoten word je, volgens mij, nog geen ander mens. Misschien dat ze daarom al vanaf augustus in de winkels liggen, zodat je er lange tijd van kunt eten. Ik denk dat speculaas dezelfde werking heeft, het heeft dezelfde receptuur en speculaas is zelfs het hele jaar te verkrijgen. Er is ook speculaaspasta voor op brood.
Wat zouden wij dan eigenlijk gezond moeten zijn want dit lekkers wordt toch veelvuldig gegeten. Dan zouden we al die dure therapieën en medicijnen niet meer nodig hebben om je goed te voelen. En dan kun je afstappen van je chocoladeverslaving.
Al die goede eigenschappen van de pepernoot is een mooi excuus om pepernoten te eten, veel pepernoten. Oh, wat zullen we gezond worden. Alleen dient zich meteen het volgende probleem aan, het gewicht. Want ons gewicht zal omhoog schieten door al die calorieën. Daar wordt niets over gezegd. En in december kun je vast geen pepernoten meer zien.
Wellicht een goed idee; de pepernotenpil met een sterke concentratie van de gezondheidsbevorderende kruiden met misschien een afslanker erin. Is ook meteen het probleem van het gewicht opgelost.
Ach, laat de zwarte pieten maar lekker pepernoten strooien en wij er lekker van eten, want dan kunnen we weer goede voornemens maken voor het nieuwe jaar.

zondag 29 november 2009

Roodborstje


Er zit een roodborstje in mijn tuin en ik ben altijd weer onder de indruk als ik hem spot. Hij hipt zo parmantig door de tuin op zijn ranke pootjes en met zijn mooie gekleurde borst vooruit.
Ik heb hier en daar kruiken op zijn kant in de tuin gelegd. Want het schijnt dat roodborstjes het heerlijk vinden om daarin te schuilen. Het verbaast me dat je ze alleen ’s winters ziet en nooit zomers. En dat ze in al die regen en storm van de laatste tijd nog in staat zijn om voedsel te vinden. Roodborstjes zijn voor mij de boodschappers van de winter. Hij is in aantocht maar dan zal toch eerst de temperatuur flink moeten dalen, want gevoelsmatig is het nog herfst.
Het is al bijna december. Ook dit jaar hopen velen op een witte kerst. I am dreaming of a white Christmas, maar eerst maakt Sinterklaas nog zijn opwachting. Pas daarna mogen de kerstbomen te voorschijn komen. Vol verwachting klopt mijn hart.

bemoediging van mijn gids Pieter


Het witte licht gloort in het duister
alsof het zeggen wil,
ik ben er voor jou.
Richt je blik op het oneindige
en er zal veel geluk op je pad komen.
Het licht is er voor iedereen;
jong of oud, arm of rijk.
Iedereen wordt er mee geholpen,
als je maar naar het licht blijft kijken
en niet wegzakt in duisternis.
Het licht is wit en wordt steeds feller
zodra je uit de duisternis stapt.
Laat het licht je omarmen
en meedragen naar een wereld vol
warmte, liefde, steun en oprechtheid.
Daar zal je uitgroeien tot een krachtig persoon,
voor altijd verlost
van al die demonen uit de duisternis
die depressie heet.
Blijf je blik op het licht richten
en de duisternis zal geen vat meer op je krijgen.

donderdag 26 november 2009

depressie


Opnieuw zo’n vervelende dag waarop ik helemaal niet mijzelf ben.
Er is een dierbaar familielid overleden en ik voel me niet in staat om naar de avondwake te gaan. Ik voel me naar, duizelig, verkouden en vraag me af of het bij kwakkelen blijft of dat ik nu toch echt de Mexicaanse griep ga krijgen. Zoals ik me nu voel vind ik het niks. Want door het kwakkelen functioneer ik niet goed. Daar bij komt ook het verdriet, niet alleen om het dierbare familielid, maar ook om het verlies van Charl. Alle emoties komen weer los. Daarnaast is er ook nog het bericht dat een goede bekende ongeneeslijk ziek is. Dit alles maakt me triest en tot niets in staat.
Ging de zon maar weer eens schijnen. Het is nu al dagenlang slecht weer met slagregens, windstoten en onweer. Genoeg redenen om in een depressie te raken en aan een lange winterslaap te beginnen. En toch gloort er altijd weer een klein lichtpuntje en daar houd ik me aan vast zodat ik weer uit die depressie getrokken word. Ik verlang naar Kerstmis, feest van licht, vrede, warmte en bezinning.

zondag 22 november 2009

Alleen


Wat heb ik toch. Af en toe begrijp ik mezelf niet meer. Het is zo’n dag die al slecht begint als je opstaat. Ik had sterk de neiging in bed te blijven liggen. Ik was vannacht misselijk geweest, had overgegeven en realiseerde me dat het mijn straf moest zijn voor het leegeten van een hele zak nachochips. Maar bij het opstaan voelde ik me nog niet goed en ik vroeg me af of ik nu toch de Mexicaanse griep zou krijgen of dat mijn lichaam reageerde op een week vol drukte. Ontbijt had ik geen zin in, ik kon me niet concentreren op het lezen van de zondag editie van de telegraaf en besloot op de bank te gaan liggen, fleecedeken over me heen en even alles te vergeten. Want tja, wie is er nu om me even te verwennen, even een kopje thee te brengen, me even te omarmen, vast te houden en te zeggen dat het allemaal weer goed komt. Niemand dus, mijn maatje is er niet meer en ik besef weer wat alleen zijn is en dat is niet alleen vandaag, maar vele dagen wanneer ik me ellendig voel en geen uitlaadklep heb.

zaterdag 7 november 2009

Een heel persoonlijk boekje

Ik heb een creatieve schrijfcursus gedaan. Heel leerzaam om samen met een groep mensen te schrijven en het schrijfsel aan elkaar voor te lezen. Je kunt zoveel van elkaar leren. Soms was het eng om voor te lezen omdat we tijdens de cursus vanuit ons gevoel schreven en dan komen er hele andere dingen op papier dan wanneer je met je verstand schrijft, dus er over nadenkt. Ik heb de schrijfsels opnieuw doorgelezen en alle belangrijke zinnen eruit gehaald. Deze zinnen heb ik verwerkt in een heel persoonlijk zelfgemaakt boekje en daarna versierd met bijpassende afbeeldingen. Iedere keer als ik het moeilijk heb of even het juiste spoor kwijt ben, blader ik het door en denk: ‘Oh ja’. En dat zet me weer op de rails. Het is heel fijn om er in te bladeren en het door te lezen.
Een paar voorbeelden:

Roze wolken bestaan niet en zouden ze bestaan, dan val je er altijd wel een keer vanaf.

Open staan voor nieuwe dingen, elke dag is weer nieuw.

Telkens weer diep ademhalen en glimlachen

Je moet je eigen weg bewandelen.

Zo staat het boekje vol en ik heb er steun aan. Het is geen dik boekje, het heeft maar 16 bladzijden, maar ik kan er heel veel in kwijt. Zo kan ik steeds opnieuw boekjes maken en iedere keer zullen ze weer anders zijn omdat ik me blijf ontwikkelen.

Horoscoop


Mijn horoscoop voor deze week zegt:
Bent u een beetje rusteloos? Het gevoel dat u uw ei niet kwijt kunt? Zorg dat uw ergens stoom kunt afblazen en doe dat op het fysieke vlak. De sportschool werkt een stuk beter dan ruzie maken.

Ten eerste heb ik niemand in mijn omgeving om ruzie mee te maken en daarbij ben ik niet zo’n ruziemaker. Dat is dus geen optie. Maar ja, die sportschool...... Ik heb een abonnement voor een jaar, maar ik verzuim vaak. Ik ben geen sporter, het zit niet in mijn systeem. En hoewel ik graag slanker en strakker wil worden is de drang om te gaan sporten nihil. Ze zeggen dat je door sporten afvalt, maar pas geleden heb ik ontdekt dat mijn medicijnen het afvallen extra bemoeilijken. Dus de motivatie om te gaan sporten is er niet, want het duurt oneindig voordat je enigszins resultaat bemerkt.
En ja, ik loop een beetje rusteloos rond in huis zonder dat er iets concreets uit mijn handen komt. De vallende blaadjes zullen daarvan de oorzaak wel zijn. Ik kan dus mijn ei niet kwijt volgens de horoscoop. Jawel, ik kan wel mijn ei kwijt. Ik heb er alle ruimte voor, alleen heb ik geen zin om iets met dat ei te doen. Ik heb een rustdag voor mezelf ingelast. Ik mag doen wat ik wil en dat is dus niks, behalve lekker lezen met een pot koffie of thee er bij. Nee, geen chocola, dat is teveel van het goede. Maar de voorspelling van de horoscoop geldt tot 14 november! Een dagje niks doen is oké, maar een week? Ik leg de voorspelling naast me neer. Morgen doe ik weer wat ik moet doen. Dan wordt mijn ei gelegd en daarna ga ik weer trouw naar de sportschool. En de horoscoop? Die neem ik met een korreltje zout.

energieplek in de tuin

Ik kijk naar buiten, naar de tuin. Wat een bladeren overal. Ik realiseer me dat ik de tuin ernstig heb verwaarloosd. Hij ziet er wild uit. Veel planten die zijn aan komen waaien en niet in de tuin thuis horen groeien welig. Het terras staat vol potten die ik daar neer heb moeten zetten om de schilders de buitenboel te kunnen laten schilderen. Het is er nooit van gekomen om weer orde te scheppen; geen tijd of geen zin of ineens slecht weer.
De hortensiabloemen, eerst prachtig roze van kleur, worden nu bruin. De perenboom is leeg. Veel peren, aangevreten door de kauwen (van die zwarte rovers), liggen verrot op de grond.
Tijdens een spirituele sessie werd mij verteld dat er een energieplek is in de tuin en wel onder de perenboom. Er schijnen elfjes te zijn die mij verder willen helpen met mijn creatieve uitspattingen. De energie daar is goed voor mij om tot mooie creaties te komen. en eigenlijk zou ik daar een plekje voor mezelf moeten maken. Maar dat kan ik niet alleen, ik heb er hulp bij nodig en daar ligt de moeilijkheid. Want tegenwoordig heeft iedereen het razend druk en is er een keer tijd, dan is het weer regenachtig. Volgend voorjaar maar aandacht aan besteden.
Nu ziet de tuin er troosteloos uit.
De schildpad heeft zich ingegraven in de modderige bodem van de vijver om aan zijn winterslaap te beginnen. De katten van de buren scharrelen in de tuin speurend naar muizen. Ieder jaar zodra het koud wordt, hoor ik muizen ritselen in huis op zoek naar warmte en eten. En ik ben zo bang voor muizen. Waarom? Ik weet het niet. Misschien door het onverwachte of door de angst dat ze weer van alles kapot gaan knagen, want dat is regelmatig gebeurd. Bovendien piesen en poepen ze overal en ze kunnen ziektes overbrengen. Hopelijk blijven ze dit jaar door de katten weg. Het koude jaargetijde is nog maar net begonnen en ik kan nu al weer verlangen naar het voorjaar.

de mooiste brief

Ik heb een mooi gouden kettinkje gewonnen met een schrijfseltje dat is uitgekozen tot de mooiste brief van de week in de Libelle nummer 46 van deze week.

Het gaat over de afgelopen twee jaar zonder mijn man en hoe ik nu in het leven sta. En ik moet zeggen, de manier waarop ik nu leef is zo gek nog niet. Ik heb mijn draai gevonden, voel me gelukkig met kinderen en kleinkinderen en ik heb mijn hobby’s weer opgepakt. Natuurlijk mis ik mijn maatje en soms laat ik mijn tranen stromen, maar het verdriet overheerst niet meer. Grote troost is dat ik dagelijks contact met hem heb vanuit gene zijde. Er zijn mensen die dat niet geloven, denken dat ik het verzin. Maar ik heb bevestiging gekregen van een medium die boodschappen doorgaf die hij niet kon weten, maar wel klopten. Dat deed me zo goed, de zekerheid dat ik het niet verzin. Ik was het medium dan ook erg dankbaar.

maandag 19 oktober 2009

Een klein ziek mannetje

Kleinzoon Liam van anderhalf is ziek en niet zo’n beetje ook. Hij heeft het syndroom van Down en dat maakt hem extra kwetsbaar. Het begon allemaal met ontstoken oogjes en een snotneus. Die oogjes waren vooral ’s morgens verschrikkelijk, helemaal dichtgeplakt van de viezigheid. Toen kwam er hoge koorts bij, zomaar uit het niets. Zo was hij nog vrolijk en een uur later had hij 40,1 koorts. In de huisartsenpost werd nog net geen longontsteking geconstateerd, het zat er tegenaan en hij kreeg een antibioticakuur.
Het ene moment leek het beter te gaan, het andere moment was hij echt een ziek vogeltje.
Toen de koorts weer enorm hoog was en Liam een hele nacht gehuild had, werd hij in het ziekenhuis opgenomen. Liam had alle verschijnselen van Mexicaanse griep en longontsteking. Wat was het mannetje ziek. Hij moest geïsoleerd verpleegd worden, er werden bloedtestjes gedaan en een test zal uit moeten wijzen of hij inderdaad Mexicaanse griep heeft. Hij kreeg Tamiflu, wat een heel vies drankje is. Het was een worstelpartij om het binnen te krijgen. Eten en drinken gingen moeizaam en zijn luiers bleven droog. Het is allemaal weer beter geworden. Na twee dagen in het ziekenhuis mocht Liam weer naar huis, nog wel met een longontsteking en een akelig hoestje. Het wachten is nu op de uitslag of het wel of niet Mexicaanse griep is. Ondertussen wordt Liam weer zijn vrolijke zelf.

zaterdag 17 oktober 2009

Rondeel

Ik heb wat kernwoorden uit visualisatie hart gehaald en daar heb ik een rondeel van gemaakt.

Ik heb een schat in mijn hart;
Kristallen die flonkeren in het water,
om mij mijn mooie spiegelbeeld te laten zien.
Ik heb een schat in mijn hart.
Er is liefde en warmte.
En eens zal ik stralen als de
kristallen die flonkeren in het water.
Ik heb een schat in mijn hart.

Visualisatie van mijn hart

Op zoek naar de schat in mijn hart.

Ik ga in een diepe ontspanning en zie mijn hart voor me. Mijn hart heeft een poort en die gaat open. Ik stap mijn hart binnen.
In mijn hart stroomt een waterval vol flonkerende kristallen. Aan weerszijden zijn rotsblokken van kristal. Mijn hart is een rode holle ruimte. Het is prachtig om te zien. Ik voel liefde en warmte. Wat wil het me zeggen?
Willen de spiegeltjes van de kristallen me ieder afzonderlijk zeggen: “Kijk wie je bent, kijk hoe je bent en wees daar tevreden mee.” De kristallen blijven in mijn hart stromen.
Iedere keer als ik negatief naar mezelf kijk moet ik teruggaan naar het binnenste van mijn hart om mezelf in de flonkerende kristallen te bekijken. Zo flonkerend zal ik zelf worden, vol zelfvertrouwen. Mijn tevreden spiegelbeeld zal zich vast zetten in de kristallen en zich hechten aan de rotsformatie. Dit mag zich herhalen net zo lang als nodig is. Totdat ik rotsvast in het leven sta. In mijn hart ligt mijn zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld opgesloten. De poort heeft zich geopend om me vrij te maken van allerlei sombere gedachten dat mijn spiegelbeeld regelmatig bij me oproept. Ik zal vlinderend door het leven gaan, deuren zullen voor me open gaan, het universum zal me op de goede weg helpen. Vlinders zullen voor me uitfladderen, vogels zullen voor me uitvliegen en tsjilpen dat ik er mag zijn, dat ik op de goede weg ben naar een fantastische toekomst.
Dat is de schat die verborgen ligt in mijn hart en ik heb hem gevonden

vrijdag 16 oktober 2009

de kleur paars

Soms laat ik me verleiden tot het dragen van paarse kleding. Niet te vaak want dan krijg ik commentaar van de kinderen. Zij zijn niet zo gecharmeerd van paars. Paars is zo paars. Maar de kleur staat me goed en daarom heb ik vandaag een nieuw paars kledingstuk gekocht.
Over de kleur paars lees ik: Zet paarse bloemen neer wanneer je werkt om vermoeidheid van de ogen tegen te gaan. En kijk over een veld met lavendel uit en voel de troostende deken van veiligheid.
Paars is een Koninklijke kleur, maar ook de kleur van de spirituele meester. Paars is een kleur die je met mate moet gebruiken. Het is een zware kleur en kan zelfs deprimerend zijn als je er lang naar kijkt. Het wordt zelfs afgeraden om kinderen paarse kleding aan te trekken of je moet voor een lichtere kleur paars kiezen zoals lila. En mocht je last hebben van een overmaat aan paars dan is het ‘tegengif’ blootstelling aan goud licht, een interieur met goud of gouden stiksels op kleding. Ik vind dit nogal wat. Nooit geweten dat paars zo’n moeilijke kleur is.
Het doet me denken aan iemand die bijna altijd paarse kleding draagt, ik heb toch niet de indruk dat ze zich er niet comfortabel in voelt.
Als ik kijk naar de positieve sleutelwoorden dan staat er: Gezaghebbend, edelmoedig, individueel, kunstzinnig, grenzeloos, mystiek, maar de negatieve sleutelwoorden zijn: Genadeloos, zelfvoldaan in spiritueel opzicht, corrupt, snobistisch, dictatoriaal.
Ik denk dat die negatieve sleutelwoorden maar heel snel vergeten moeten worden, je zou er bijna bang van worden. De positieve sleutelwoorden klinken veel liever, boeiend ook.
Ik ga met plezier mijn paarse outfit aantrekken en als ik dat combineer met zwart dan denk ik dat ik in balans ben. Degene die bijna altijd paarse kleding draagt, draagt ook vaak gouden sieraden dus zal zij daarmee vermoedelijk ook in balans zijn. Want op haar valt niets aan te merken

zwart

Ik draag graag zwarte kleding en vaak wordt gezegd: “Doe eens iets anders aan, zwart is zo somber.” Meestal draag ik jeans met daarop iets zwarts en soms daaronder iets gekleurds.
Maar als ik iets belangrijks moet doen, ben ik in het zwart. Kleuren maken me dan onzeker. Nu lees ik iets over de kleur zwart en dat is boeiend. Het bevestigt dat ik gewoon zwarte kleding kan blijven dragen tot in lengte van dagen. Het dragen van zwarte kledingwil zeggen: ‘Ik ben jong, ik ben bereidwillig en ik heb alles onder controle.’ Alleen kan alles onder controle ook betekenen dat je dingen voor jezelf houdt en dat klopt bij mij wel een beetje.
En als je alleen zwart draagt zonder het met kleur af te wisselen dan wil dat zeggen dat er iets ontbreekt in je leven.
De positieve sleutelwoorden van zwart zijn: sterk in positieve zin, creatief, idealistisch, rijk zonder dat iemand het weet.
De negatieve sleutelwoorden zijn daarentegen: dodelijk sterk, lastig, superieur, wanhopig, geremd. Maar dat bespeur ik echt niet bij mezelf, hoogstens dat ik af en toe geremd ben.
De positieve sleutelwoorden kloppen wel en vooral dat rijk zijn. Want ik ben rijk met alles wat het leven me brengt; mijn kinderen en kleinkinderen, maar ook lieve mensen om me heen. Zelfs de dood van Charl heeft mijn leven verrijkt , hoe gek het misschien ook klinkt. Het verdriet is nar de achtergrond geschoven. Ik heb mezelf weer leren kennen, ben op mezelf aangewezen, moet een eigen leven opbouwen en dat lukt me heel aardig. Laat mij maar lekker door het leven fladderen in mijn zwarte outfit. En als ik daarbij dan ook nog zwarte sieraden draag dan wil dat zeggen: ‘Ik heb verborgen mogelijkheden.’ En ik weet zeker dat die op een dag tevoorschijn zullen komen.

donderdag 15 oktober 2009

mijn droom

Een inkijkje in het leven van Liam????

Ik word wakker uit een droom. Ik zit op de fiets. Kirsten heeft een bakfiets en daarin zit Liam. We rijden door het park en ook Charl fietst mee. In de buurt woont een vriendin en we besluiten even bij haar langs te gaan. Ik bel aan en de vriendin doet verbaasd open. Ik zeg dat we haar kennis willen laten maken met Liam. Ze heeft hem nog nooit gezien. De deur houdt ze op een kier open en ze stottert een beetje, weet niet zo goed wat ze moet zeggen. Een warm welkom is het in ieder geval niet. Kirsten keert de bakfiets om, want ze heeft allang door dat we niet gelegen komen. Ik voel me erg ongemakkelijk, twijfel wat ik moet zeggen en zeg alleen maar gedag. We fietsen snel achter Kisten aan.
Ineens sta ik in een grote hal. Kirsten en Charl zijn nergens te bekennen. Er wordt gevolksdanst. Liam rent op zijn korte beentjes naar dansende kinderen. Jaren terug was ik lid van een volksdansvereniging en van alle kanten hoor ik: “Leuk dat je er bent.” Ik was alleen niet van plan naar een volksdansvereniging te gaan. Ik loop naar de dansende kinderen. Ik hoor zeggen: “Ik weet niet of we plaats hebben voor Liam. Kinderen met Downsyndroom hebben altijd de neiging om weg te lopen en dat kunnen we niet hebben.” Ik zeg niks en ren achter Liam aan die allang weer iets anders gevonden heeft. Hij stapt een lift in. Ik ben nog net op tijd om erbij in te stappen. Als hij er weer uit wil stappen verandert hij ineens in een golden-retrieverpup die alleen maar geknuffeld wil worden. Ik pak hem op en houd hem dicht tegen me aan. Als we op de juiste plek uitstappen verandert de pup weer in Liam en springt uit mijn armen.
We staan in de grote hal van het ziekenhuis. Op dat moment word ik wakker. Wat wil deze droom me zeggen? Ik zak weer in slaap en de droom gaat verder. Nu is Liam buiten en iedereen vindt hem lief en wil hem knuffelen. Liam vindt alles goed en is erg gul met zijn lachjes.
Ik wil helemaal niet uit deze droom wakker worden en toch gebeurt het. Ik heb het gevoel dat ik een inkijkje in zijn leven heb gedroomd. Ik denk dat deze droom wil zeggen dat het moeite zal kosten de juiste plek voor Liam te vinden. De een zal hem wel accepteren, de ander niet. Maar met zijn blije uitstraling zal Liam zich goed door het leven heen slaan. Hij zal veel aandacht nodig hebben. Het is een kind met een hoog knuffelgehalte. Maar wat doet Charl in mijn droom. Zou het een teken zijn dat hij Liam altijd zal steunen en begeleiden vanuit gene zijde?
En het ziekenhuis? Ik zie alleen maar een hal en verder niks. Voorlopig zal hij in het ziekenhuis onder controle blijven. Hij krijgt begeleiding in zijn motorische ontwikkeling, in de spraakontwikkeling en zijn oogjes worden regelmatig gecontroleerd. Dat is alleen maar goed.
Als ik mijn ogen weer even sluit, zie ik hem weer blij door mijn droom heen huppelen.
Hij komt er wel de kleine man.

zaterdag 3 oktober 2009

Merel


De merel die je in de linkerbalk op de website ziet staat symbool voor iets.
In de dagen nadat mijn moeder tien jaar geleden overleed, floot er steeds een merel in onze buurt. Dat was heel vreemd want in december hoor je geen merels meer fluiten. Dat gebeurt alleen in het voorjaar. Dagen lang tot na de begrafenis zat de merel 's nachts in een boom in de tuin van mijn zus. Later zat hij regelmatig bij het graf.
Toen Charl zijn einde naderde, hoorden we een merel fluiten. Het was in juli, vroeg in de ochtend bij het eerste ochtendlicht. Ik kon aan Charl merken dat hij de merel ook hoorde. Ik zei tegen hem: "Hoor je de merel? Als je geroepen wordt, mag je gaan. We laten je gaan, het is goed zo." Met dikke tranen hebben we hem los gelaten en hij ging. Het werd heel erg stil. Aan zijn leven was een einde gekomen.
Op zijn grafsteen zit nu een merel. Hij houdt de wacht op zijn graf.

mijn cocon



Zaterdagochtend 3 oktober

Ik word wakker. Buiten giert de wind om het huis. Ik draai me nog eens om en geniet van mijn warme bed. Het onderlaken is van fleecestof, het bovenlaken van flanel en daarop ligt een dekbed zonder overtrek, want een overtrek verwisselen vind ik veel te veel gedoe. Er ligt toch altijd een sprei over het bed.

Het voelt alsof ik in een cocon zit, afgeschermd van de buitenwereld. Langzaam val ik weer in slaap. De cocon ziet er uit als een grote luchtbel en ik zie allerlei mensen die aardig voor me zijn in mijn cocon verschijnen, mensen die me waarderen, die me interessant vinden en vinden dat ik iets te vertellen heb. Ze zien geen treurende weduwe meer in mij, ze zien een zelfverzekerd persoon met een open blik. Het voelt goed in mijn cocon en zou willen dat het altijd zo bleef. Maar ik word wakker en weg is het beeld. Ik wil het weer terug roepen. Helaas gebeurt dat niet meer. Het voelde zo veilig, zo liefdevol, zo warm.
Ik laat mijn gedachten gaan. Ik heb een leuke dag beleefd met een excursiegroep. Het is een jaarlijks terugkerend uitje. Ik herinner me dat ik vorig jaar als een zielig eenzaam vogeltje aanwezig was, treurend om mijn overleden man. Ik had het gevoel er niet bij te horen en vermoedelijk straalde ik dat ook uit. Dit jaar was alles anders. Na een weekje tot bezinning gekomen te zijn in Frankrijk, heb ik het gevoel dat iedereen anders naar me kijkt, zo ook de excursiegroep. De mensen waren zorgzaam, ze wisten van mijn hoogtevrees en stelden me op mijn gemak toen ik bij de St. Jan van Den Bosch met een bouwlift omhoog ging om op 30 meter hoogte de restauratiewerken te bekijken. Hartverwarmend vond ik dat.
Er was ook gelegenheid om in de kerk te kijken. Daar het ik een kaarsje opgestoken bij het Maria-altaar. Ik wilde er een gebed bij doen maar ik kan niet meer achter de tekst staan van een Onze Vader en een Weesgegroet. De tekst is niet meer van deze tijd. Ik heb mijn eigen gebed gedaan: “Ik wens dat de kracht en de energie van dit kaarslicht de overledenen aan gene zijde zal helpen daar een nieuw en gelukkig leven op te bouwen en ze te steunen in hun ontwikkeling zodat ze vanuit gene zijde ons op aarde weer kunnen steunen en helpen.” Ook zeg ik dank je wel voor deze mooie, hartverwarmende dag. Ik blijf even staan bij al het kaarslicht en kijk naar de mensen die in gebed verzonken in de banken zitten. “Wat zouden zij allemaal bidden?”
Tijdens de wandelingen van de ene plek naar de andere kwam er steeds iemand bij me lopen, zodat ik niet alleen liep. ’s Avonds toen we aan tafel gingen voor het diner, werd ik bij de hand genomen en geleid naar een tafel waar allemaal leuke mensen aan zaten. In het verleden heb ik diverse malen aan een tafel gezeten waarbij het niet klikte met de tafelgenoten.
Hier denk ik allemaal aan terwijl ik het liefst toch weer terug wil naar die cocon. Langzaam val ik weer in slaap. Laat de wind maar om het huis gieren. Tevreden zak ik steeds verder weg in een droomloze slaap.

maandag 7 september 2009

Gastenboek

Bijna elke website heeft een gastenboek. Ik lees graag gastenboeken, zowel van mezelf als van anderen. Vaak staan er mooie overwegingen in, ook wel eens een gedicht; over het algemeen hartverwarmende woorden. Maar ook meningen vind ik interessant. Je kunt er veel van leren. Soms levert het ook kritiek op. Daar kun je iets mee doen, of niet. Je kunt kritiek ook naast je neerleggen, maar mijn ervaring is dat je door kritiek inzicht krijgt in jezelf. Je wordt je er van bewust dat dingen ook anders kunnen en dat komt jezelf ten goede. Het houdt je met beide benen op de grond.
Jammer vind ik het dan ook dat bezoekers van mijn website, en dat zijn er volgens de statistieken veel, geen berichtje achterlaten in mijn gastenboek. Bezoekers komen overal vandaan, zelfs uit Japan, Australie en Nieuw Zeeland. Ik zou zo graag weten wie dat zijn en wat ze hopen te vinden op mijn website.En of ze het inderdaad gevonden hebben.
Daarom zou ik het heel fijn vinden als bezoekers een bericht in het gastenboek achterlaten.

woensdag 2 september 2009

Marken

Ik heb een geweldig idee voor de tricotpoppen die ik maak. Het is geen origineel idee, maar ik wil het toch uit gaan proberen. Wat het idee precies is, laat ik zien als ik het uitgewerkt heb.
Ik heb speciale stoffen nodig, met een vintage uitstraling.

Op internet speur ik naar zaken die deze stoffen verkopen. Er zijn er een paar in Friesland en Drenthe, maar dat is me net even te ver. Om naar die winkels te gaan moet ik een hele dag uittrekken en het zou nog beter zijn om er iets anders leuks aan vast te koppelen.
Op het voormalige eiland Marken is ook een stoffenzaak met vintage stoffen, lees ik in de krant. Nu fascineert het leven op Marken me altijd. De huisjes stralen iets uit waardoor je meer van het leven op een eiland wil weten. Ik kan me nog goed herinneren dat de palen waarop de huizen gebouwd zijn zichtbaar waren. Het woongedeelte van de huizen lag daardoor hoger, zodat de huishoudens beschermd werden tegen hoog water. Maar door de afsluitdijk zijn eb en vloed verdwenen waardoor hoog water verleden tijd is. Onder de huisjes zijn nu bergruimtes gebouwd. Klederdracht zie je bijna niet meer. Alleen met Koninginnedag en de havenfeesten komt de bijzondere kleding weer te voorschijn. De gemeenschap is hecht en er zijn bepaalde regels waaraan je je te houden hebt.
Ik besluit naar Marken te gaan over de kronkelige dijk. Ik parkeer mijn auto op de grote parkeerplaats. Het hele gebied is autovrij, maar het oude centrum is zo klein dat alles makkelijk te belopen is. Al snel vind ik de stoffenzaak in buurtje 11. Maar de zaak is dicht. Alles is donker. Misschien is de eigenares wel lunchen. Dat ga ik ook maar doen aan de haven. Het is te fris om buiten te zitten. Binnen is het aangenamer.
Ik vraag wanneer de stoffenzaak open is. Hij blijkt altijd open te zijn, dus na de lunch zal ik waarschijnlijk meer geluk hebben.
Helaas, de winkel is nog steeds dicht. Ik loop verder en kom bij een soort van winkel van Sinkel. Ook hier liggen wat stoffen, maar niet wat ik zoek. Ook daar vraag ik wanneer de stoffenzaak open is. “Is hij niet open, wat raar, hij is altijd open. Ik zal wel even bellen.” Ik luister het gesprek af. “Wat erg voor je. Wanneer komt de dokter? Drie uur? Ik kom straks even bij je langs.” Einde telefoongesprek. De winkelmevrouw zegt dat haar vriendin ziek is en dat haar zus, die haar altijd vervangt in de winkel, met vakantie is. Dus de winkel blijft even dicht. Jammer, maar in ieder geval een reden om weer naar Marken terug te gaan.
En dat is absoluut geen straf. Volgende keer ga ik eerst naar Volendam en dan met de boot naar Marken. Zo’n tocht is ook zeker de moeite waard. Je mag zelfs de fiets meenemen. Op Marken kun je het hele eiland rond fietsen. Wandelen kan trouwens ook. Dan kom je bij het paard van Marken uit, de wereldberoemde vuurtoren waar ’s winters wel een enorme laag kruiend ijs tegenaan ligt.
Ik loop weer terug naar de auto. Het is gaan miezeren. Jammer dat ik niet heb kunnen kopen wat ik wilde, maar toch is het geen verloren tijd. Marken is de moeite waard om te bezoeken.

interview

Vorige week kwam een journalist mij interviewen voor de plaatselijke krant. Voor die tijd ben ik als een tornado door het huis gegaan om alles netjes te maken, want er zou ook een fotograaf komen. En je begrijpt wel dat ik geen rommelige foto in de krant wil.
Ik was net een week in Frankrijk geweest. Ik verbleef er in een spiritueeel centrum om mijn mediumschap te trainen. Ik ben op de goede weg, maar nog lang niet waar ik zijn wil. Ik heb nog veel training nodig. Tijdens de trainingen ben ik me een ander mens gaan voelen. Het was net of er blokkades opgeheven werden. Ik voelde mezelf lichter worden en daardoor kan ik de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Ik voel me herboren.
Zo wachtte ik vol vertrouwen op de journalist. Ik was niet nerveus en had me goed voorbereid. Het interview zou gaan over mijn boek ‘Dorre bloemen en piranha’s’.
Keurig op tijd kwam de journalist aan, op de fiets want zijn werkgebied ligt hoofdzakelijk bij ons in de stad. Hij is lang gebleven. We hebben uitgebreid over het boek gesproken. Het boek gaat over de ziekte en het gevecht van mijn man tegen een ongeneeslijke hersentumor. Vooral spraken we over de dingen waar je tegen aanloopt tijdens zo’n ziekteperiode. Een voorbeeld: ik ben nooit gewezen op de hulp van een oncologieverpleegkundige die er speciaal is voor kankerpatiënten om veel dingen uit handen te nemen zoals inschakelen van thuiszorg, ergotherapie, afspraken maken met verschillende disciplines. Vlak na de diagnose had ik er al op gewezen moeten worden.
Nu hoop ik dat de journalist er een mooi verhaal van maakt. Als het goed is staat het zaterdag 5 sept. in de krant. Ik krijg het niet van tevoren te lezen, dus ik hoop maar dat het allemaal klopt.
’s Middags kwam de fotograaf. Hij heeft wel 20 foto’s gemaakt en zal de mooiste uitzoeken. Alleen ......wat hij de mooiste foto vindt, kan ik wel foeilelijk vinden.
Ach, ook dat zie ik vol vertrouwen tegemoet.

vrijdag 14 augustus 2009

K3

Mijn dochter woont bij mij in de straat, 78 stappen verderop en ze is in het bezit van K3. Nee, niet die K3, geen cd’s of posters. K3 staat bij haar voor 3 katten, alleen weet zij niet dat ik ze zo noem.

K1 was de eerste kat die bij haar kwam, een zwarte met een bruine gloed over zijn rug en een witte kop. Een probleembeestje toen hij klein was. Hij is langs de kant van de weg gevonden en sindsdien is hij erg schuw. Hij kruipt ook altijd weg. K2 en K3 zijn broer en zus. Zij zijn in een doos half in het water gevonden. Zij waren er slecht aan toe maar in een speciale opvang voor probleemkatten of misschien beter gezegd zielige katten, zijn zij er aardig bovenop gekomen. K2 is een cyperse kat en als hij languit op de grond ligt met zijn kop omhoog, dan heeft hij iets koninklijks. Hij houdt er erg van aan de wandel te gaan. K3 is een schildpadpoes en een echte knuffelkat. Hij had een speciale band met mijn overleden man. Toen hij ziek was had hij aan mijn dochter gevraagd of hij K3 niet mocht hebben, hij vond het heerlijk om hem op schoot te hebben. Maar dat was een beetje teveel gevraagd vond mijn dochter en bovendien heb ik geen huis voor katten. Er staan teveel spullen in die stuk zouden kunnen gaan. Op het tijdstip dat mijn man overleed stond K3 vreselijk akelig te mouwen voor onze huisdeur. Mijn dochter heeft hem binnengehaald en ik heb nog nooit zo’n verdrietige kat gezien. K3 moest echt afscheid nemen. Sindsdien komt K3 steeds bij mij zitten. Aanvankelijk was ik bang voor katten. Ooit is er een grote zwarte kat vanaf een hoge kast in mijn lange haren gesprongen en liet zich met zijn nageltjes langs mijn rug naar beneden glijden. Ik had hem al een tijd zien loeren en ik hield hem angstvallig in de gaten. In een onbewaakt ogenblik sprong hij. Ik schrok me wezenloos. En sindsdien ging ik katten uit de weg. Maar sinds ik op de katten pas als mijn dochter en haar gezin op vakantie zijn, ben ik ze gaan waarderen, want het zijn toch wel erg leuke dieren.
Afgelopen week heb ik ze weer verzorgd. Het gezin zat in Engeland, het thuisland van Vince, de partner van mijn dochter. K1, de zwarte kat kwam zomaar bij me om aangehaald te worden en dat leverde weer een grauw op van K3 die enigszins jaloers zat te kijken. Ik was verbaasd want K1 wil nooit aangehaald worden.
Gisteravond was ik in de voortuin bezig en daar kwam K1 mauwend aangelopen. Hij liep een beetje sloom, een beetje moeilijk en ging bij me liggen. Vreemd gedrag vond ik. Hij wilde bij me naar binnen, maar dat wil ik niet. Hij liet zich zomaar oppakken. Toen ik hem naar huis bracht schrok hij zo enorm van een passerende auto, dat hij zijn nagels uitsloeg in mijn blote armen, zich afzette en op de grond sprong. Daar ging hij weer liggen. Met bebloede armen belde ik aan en Vince schrok van de aanblik. Ik zei dat het erger leek dan het was en vertelde mijn bevindingen. Enigszins ongerust zou hij K1 in de gaten houden. Mijn wonden werden gedept, thuis heb ik het ontsmet en er pleisters op gedaan en ben in de tuin verder gegaan. Al onkruid wiedend kwamen daar nog krassen bij van de rozenstruiken, dus zie ik er nu uit alsof ik flink gevochten heb.

zaterdag 8 augustus 2009

heftig en emotioneel

Ik lees in het boek van Kluun; Komt een vrouw bij de dokter.
Het gaat over een jonge vrouw met borstkanker. Het verhaal pakt me. Ik heb het zelf ook meegemaakt. Mijn man had een hersentumor en naarmate de ziekte vorderde werd hij steeds hulpbehoevender. Ik heb hem verzorgd tot aan zijn dood.

Bij het lezen van het verhaal voel ik weer de onmacht. Het gevoel van aan de zijlijn staan, niet wetend wat de ander precies voelt en doormaakt. De uiterlijke verandering, de aftakeling die je niet tegen kunt houden. Afscheid nemen van de persoon die je zo vertrouwd was, waar je op kon bouwen, die alles voor je deed.
In het verhaal van Kluun is de sterfscene mooi en ontroerend beschreven. Van tevoren hebben ze alles door kunnen praten, alles nog uit kunnen spreken en uiteindelijk koos ze voor euthanasie. Ik voelde de tranen over mijn wangen stromen en liet ze gewoon gaan.
Mijn man was niet meer bij zijn volle bewustzijn, wij konden niet meer praten. Hij kon soms alleen met ja en nee antwoorden. Toch was het fijn om aan zijn sterfbed te zitten, er voor hem te zijn en ik ben er van overtuigd dat hij alles gehoord heeft wat ik nog heb gezegd.
En net als in het boek was alles ineens voorbij en komt er van alles op gang. Een hoop geregel, telefoontjes en ik vond dat goed. Dat leidde de aandacht af van het verdriet. Het was goed ergens mee bezig te zijn.
Ik heb in de tuin in het zonnetje het boek uitgelezen. En toen het uit was , klapte ik het boek dicht en bleef stil een tijdje zitten met mijn eigen gedachten.
Het is zwaar iemand te moeten verliezen en daar mag je verdriet om hebben. Ook om een persoon die je niet kent zoals Carmen in het boek. Door het boek te lezen is het toch alsof ze eigen wordt. Ik voel wat de achterblijvers door moeten maken, maar ook is er opluchting dat aan een uitzichtloos lijden een einde is gekomen.

dinsdag 4 augustus 2009

bericht van mijn gids

Ik wil je even de tekst geven van een lied dat ik vaak zing voor de mensen die net aan gene zijde aangekomen zijn.

“Oh schoon schepsel, oh zuivere ziel.
Je zult hier verblijven en leren hoe te leven.
Het leven is anders dan in je aardse bestaan.
Hier mag je al je zorgen laten gaan.
Er is vrede en vrijheid
En iedereen is gelijk.
Wij gaan je helpen
En houden van je met heel ons zijn.
Je zult je op je gemak voelen
en snel de taal van de hemel leren.
De engelen zullen voor je zingen,
zodat je in een bepaalde cadans komt,
het ritme van de hemel.
In dat ritme zul je leven
met alle schoonheid om je heen.
Alleen voor taken zul je naar de aarde gaan.
Jouw fouten ga je goed maken bij de mensen
die dezelfde fouten maken.
In de hemel mag je deelnemen aan alle bijzondere bijeenkomsten
zoals de hemelse vergadering en het overleg met de gidsen.
Zo zul je een volmaakte bewoner van de hemel worden
En genieten van een eeuwig leven
In vrede, harmonie en vrijheid.
Hallelujah!”

Dit wordt als een soort litanie gezongen. We zingen dit vaak met velen, maar ook zing ik wel alleen. Het is jammer dat je me niet kunt horen zingen. Het klinkt erg mooi.

zaterdag 1 augustus 2009

Vlinder


Ik doe het raam van de voordeur open en schrik. Achter de tochtstrip zit een prachtige bruine nachtvlinder. Dat hij niet is platgedrukt! Ik laat hem zitten in de hoop dat hij vanzelf weggaat.

Het doet me denken aan vroeger. Bij ons thuis stonden er altijd glazen potten op de vensterbank in de kamer, gevuld met allerlei insecten. Over de opening van de pot zat het papier van een broodzakje met een elastiekje er omheen om het op zijn plaats te houden. Met een speld waren er allemaal gaatjes ingeprikt. Zo’n gespannen stukje papier klonk als een trommeltje als je er met je vingers op tikte. Er stonden potten met lieveheersbeestjes, goudhaantjes, die waren favoriet bij mij, rupsen, sprinkhanen. Ik heb ooit eens een pot met sprinkhanen uit mijn handen laten vallen in de huiskamer van mijn tante. Grote schrik en nooit meer iets teruggevonden. Wij waren altijd buiten om insecten te zoeken. We woonden in een nieuwbouwwijk midden in de weilanden en boomgaarden. Ik heb de boomgaard in brand zien staan wat eng was en spookachtig en toen de boomgaard weg was, werd het weiland. Daar liepen koeien en op een dag was een van de koeien losgebroken en ploegde de voortuinen om. Wat een groot beest vond ik dat, angstaanjagend. Behalve de insecten stonden er ook slootbeestjes op de vensterbank zoals stekelbaarsjes, salamanders en natuurlijk kikkerdril. Achter het huis was een sloot waar we eindeloos in de weer waren met onze schepnetten. Bloedlink, want we waren klein en konden geen van allen zwemmen. Ik heb dan ook een paar keer in de sloot gelegen. Ik leerde pas zwemmen toen ik 12 jaar was.
Ik zocht in de populieren altijd rupsen van de hermelijnvlinder. Ik vond ze prachtig. Groen met zwart en zo’n leuk koppie. Vooral als ze klein waren, waren ze heel aandoenlijk. Thuis gingen ze in jampotten en werden goed verzorgd. Ze bleven net zo lang tot ze gingen verpoppen en het moment dat je een vlinder in de pot aantrof was de ultieme beloning. Daarna werden ze vrij gelaten. We vonden ook wel eens hele grote bruine pijlstaartrupsen in de wilgenroosjes die in het land groeiden. Het waren net kleine slangetjes en ik vond ze eng, want ze konden bijten. Maar mijn broer was niet bang en nam ze mee naar huis. Uit die rupsen kwam een mooie vlinder. Als ik een afbeelding ervan zie, moet ik altijd weer terugdenken. Het was een mooie tijd, er waren nog nauwelijks auto’s en we hadden veel speelruimte. Mijn opa kwam vaak logeren en die wist heel veel van de natuur en als hij met ons ging wandelen vertelde hij van alles over de vogels en de bloemen. Tijdens zo’n wandeling maakte ik voor het eerst kennis met het plantje vogelmelk. En nu na al die jaren voel ik nog steeds een bepaalde opwinding als ik het plantje zie. Hetzelfde heb ik met zwanenbloem die in de sloot groeit. Ik heb wat gevaarlijke capriolen uitgehaald om de zwanenbloemen de plukken. Ik heb hem bij mijn vijver staan, maar hij wil het niet doen. Misschien is het mijn straf voor het plukken ervan vroeger. Want toen was het al een zeldzame plant, nu is hij zelfs beschermd.
Straks maar weer eens bij de vlinder kijken. Misschien moet ik hem een handje helpen om weg te komen want ik vind het sneu als ik hem dooddruk als ik het voordeurraam dicht doe.

dinsdag 28 juli 2009

Rouwproces

Morgen, 29 juli, is het twee jaar geleden dat mijn man overleed aan de gevolgen van een hersentumor. Hij was pas 58 jaar. Veel te jong.

Als ik terugkijk op de afgelopen twee jaar dan was ik vooral bezig met me staande te houden. Ik zocht afleiding om het gemis niet te voelen, maar had eigenlijk nergens zin in. Ik heb veel dingen niet gedaan omdat ik het niet op kon brengen. Ik heb mensen in de kou laten staan omdat mijn eigen verdriet te overweldigend was. Andersom hebben ook mensen mij in de kou laten staan. Ik heb toneelstukjes opgevoerd terwijl ik van binnen huilde. Ik zei altijd dat het goed met me ging en op dat moment ging het ook goed, maar een half uur later kon ik als een pudding in elkaar zakken, intens verdrietig van binnen.
De televisie en de driezitsbank waren mijn grote vrienden. Als ik het niet meer zag zitten, kroop ik op de bank, telefoon uit, deken over me heen en zo kon ik uren slapen.
De buitenwereld weet hier niets van en denkt dat ik door het rouwproces heen ben. Twee jaar rouw is toch een hele tijd. Ik ben goed op weg, maar het is nog niet voorbij. Het gemis zal altijd blijven. Hij was tenslotte mijn grote liefde.
Ik heb mijn troost gevonden in het schrijven. Al mijn gedachten en gevoelens heb ik opgeschreven. In mijn eerste boek ‘Dorre bloemen en piranha’s’ staat het hele ziekteproces en het gevecht daartegen beschreven. Daarbij komen vooral mijn gevoelens van onmacht naar voren en altijd weer hoop en vertrouwen. De reacties op dit boek zijn lovend.
Binnenkort komt het tweede deel uit. Uiteindelijk zal het een trilogie worden.
Het tweede deel vertelt wat er gebeurde na de begrafenis, het begint waar het eerste deel eindigde. Ik kan je vertellen dat het heftig was. Ik ontdekte dat ik contact kon maken met gene zijde.
Twee jaar zijn voorbij zonder Charl. Twee jaar waarin ik probeerde te leven met vallen en opstaan. Twee jaar waarin ik mezelf heb leren kennen en waarin ik heb ontdekt wat ik werkelijk wil. En dat ga ik de komende jaren in praktijk brengen.

donderdag 23 juli 2009

Energiebol

Mijn hulp wordt ingeroepen door iemand waar ik regelmatig contact mee heb. Er is in het Gooi een heel bijzonder landgoed waar een huis op staat dat ze aan het slopen zijn. Het is al voor de helft weggesloopt. Het landgoed is een spirituele plek en het zou eeuwig zonde zijn als die plek verloren gaat. Er wordt door allerlei acties geprobeerd de sloop tegen te houden, maar dat gaat erg moeizaam.
Er wordt mij gevraagd of ik iets kan doen vanwege mijn contact met de entiteiten of spirits zoals ze ook worden genoemd. Ik zeg dat ik een energiebol kan sturen met behulp van de spirits. In die bol kunnen de wensen ten aanzien van het landgoed opgeslagen worden. Een spirit kan helpen de energiebol op de juiste plaats te brengen.

Ik ga ontspannen zitten. Ik voel dat Charl aanwezig is. Hij zegt dat hij wel wil helpen. Monumentale panden hebben nog steeds zijn interesse.
Ik doe mijn ogen dicht en wacht af wat er gebeurt. Ik raak in een soort trance en zie een kleine groene bol verschijnen die steeds groter wordt. Hij begint te stralen. Ik hoor Charl zijn stem die zegt dat ik de wensen erin mag leggen. Zodra dat gedaan is mag ik hem wegsturen naar de plaats van bestemming. Omdat ik niet weet waar de plek precies is stuur ik hem naar de persoon die mijn hulp vroeg. Charl gaat mee.
Even later meldt hij me dat de energiebol doorgestuurd is naar het landgoed en daar goed is aangekomen. Charl heeft hem hoogstpersoonlijk daar gebracht. Hij vindt het bedroevend zoals het landgoed er bij ligt. Hij zal zich er voor inzetten.

Sinds de energiebol daar aangekomen is, gebeuren er mooie dingen en is de sloop stil gelegd.
Vandaag werd het bevestigd in een landelijk dagblad.

zondag 12 juli 2009

Druilerige zondag

Ik heb altijd zoveel te schrijven, maar nu lijkt het wel of ik een writersbloc heb. De druilerige regen inspireert ook niet. En ondertussen gaat de dag voort zonder dat ik iets zinnigs doe.

Nu kun je je afvragen of je altijd iets zinnigs moet doen. Een beetje hangen op de bank en somberen vind ik niet zinnig. Maar soms kom je gewoon tot niets. Ik kijk vaak op de klok en vraag me af of er nog iemand langs zal komen. Ik herinner mij dat mijn moeder dat ook altijd deed toen mijn vader overleden was. De kinderen waren de deur uit, getrouwd, kleinkinderen en ieder zondag keek ze op de klok en om 11 uur dacht ze: “Koffietijd, zou er iemand komen? Om een uur, lunchtijd. Zou er iemand komen? Om half drie theetijd. Zou er iemand komen? Om vijf uur koffietijd. Zou er iemand komen? Om half zeven etenstijd. Zou er iemand komen? Acht uur koffietijd. Als er nu niemand komt dan gebeurt het ook niet meer.” Daarbij zat ze op een strategische plek zodat ze de straat en wie er door de straat kwam goed in de gaten kon houden. Het lekkers voor bij de koffie bleef in de koelkast staan. Ja, eenzaam was ze op de zondagen en ik hoorde het pas toen ze al stervende was. Jaren heeft ze dus vaak op zondag alleen gezeten, geen puf om ook maar iets te ondernemen omdat het in je eentje nu eenmaal minder leuk is. En datzelfde heb ik nu. Ook ik zit regelmatig op de klok te kijken. Ik heb diverse e-mails gestuurd naar familie en vrienden maar ik hoor er niets op terug. Ik begrijp het wel, er zullen inmiddels wel veel mensen met vakantie zijn. Toch is het zo dat voor veel mensen het leven gewoon verder gaat terwijl het bij mij toch een tijd stil heeft gestaan door het overlijden van mijn man. Er wordt gedacht dat het rouwproces nu maar eens afgelopen moet zijn, het is bijna twee jaar geleden. Maar zo werkt het niet. Het kost tijd om alles te verwerken. En het is toch een kleine moeite om even aan iemand te denken die het moeilijk heeft. Want van veel vrienden en bekenden hoor ik nooit meer iets. En zo gaat het nu eenmaal. Ik weet dat ik voorheen hetzelfde gedaan heb, veel te druk met mezelf en met mijn gezin. Ik kan dan ook niemand iets kwalijk nemen, maar ik zit hier wel met een rotgevoel. Het is inmiddels al half vijf. Ik ga troost-eten klaarmaken. Een heerlijk pan romige mosterdsoep. Dat is zacht en warm en zal de kilte uit mijn lijf verdrijven en dan maar hopen dat morgen alles weer veel beter gaat.

vrijdag 26 juni 2009

ongeloof?

Ik heb bezoek. Het zijn twee collega's van Charl. Ze willen graag weten hoe het met me gaat. En ik vertel over de lange eenzame avonden. Niet dat ik nu constant zit te janken, maar ik mis gewoon iets zoals samen televisie kijken naar een programma wat je interesseert en er samen over praten, ieder een mooi boek lezen zonder dat je iets tegen elkaar zegt, maar wel af en toe contact hebt. Het bij elkaar zijn, dat mis ik. Er komt regelmatig bezoek en ik heb toch vaak het gevoel dat ik ze moet entertainen. Ik kan niet met het bezoek erbij een boek gaan lezen, daar komen ze niet voor. Ze komen voor mij en dan verwachten ze ook iets. Terwijl je met een partner samen kunt zijn en uren niets kunt zeggen. Dat is wat ik mis. Ik mijn werk moest ik ook altijd mensen entertainen, bezighouden dus krijg ik af en toe het gevoel dat ik met werk bezig ben. Ik vind het leuk hoor als mensen op bezoek komen, ik probeer alleen uit te leggen wat ik bedoel.
Ik vertel over mijn paranormale gave en dat Charl tijdens het gesprek aanwezig is. Dat voel ik want ik heb het ontzettend warm. De buitentemperatuur is al hoog en dan nog de energie van Charl erbij. Het lijkt wel of ik zwaar werk verricht heb.
Een van de collega's zegt:" Nu je het zegt, ik zie iets achter je, iets wat er net niet was." En de andere collega zegt: "Ik zie een verandering in je gezicht."
De een gelooft er wel in, de ander niet maar hij zegt:" Wat kan mij het schelen of ik het wel of niet geloof, het idee dat Charl hier is doet me enorm goed." De collega heeft een zware tijd achter de rug betreffende de werksituatie. Bovendien mist hij Charl. Zij waren maatjes en konden alles met elkaar bespreken, leuke dingen maar ook minder leuke dingen. Dat mist hij nog het meest.
De collega zou wel willen weten wat Charl van de situatie vindt, maar ik zeg dat ik dat nu niet ga vragen. Eigenlijk durf ik niet. Ik vind het eng om voor bekenden contacten te leggen. Ik word er onzeker van en ben bang verkeerde dingen te zeggen, waardoor ze me niet geloven en denken dat ik maar iets zeg. Vandaar ook dat ik in augustus deel ga nemen aan een mediumweek in Frankrijk om me meer te verdiepen in de materie en mezelf te trainen in het leggen van contacten met de spirits.
Dat vertel ik aan de collega's en zij vinden me moedig. Ze vragen ook nog of ik met schrijven bezig ben en ik vertel over mijn boek 'Dorre bloemen en piranha's'. Ze willen het boek meteen zien en bladeren er geinteresseerd in. Ik zeg: "Jullie mogen wel een boek meenemen, jullie worden er diverse malen in genoemd. Ze zijn er heel blij mee. Bij het weggaan zegt de ene collega:"Ik ben zo blij dat ik gekomen ben, het heeft me goed gedaan." Opgewekt lopen ze naar de auto, met het boek in de hand.
Het was goed de collega's te laten komen.

donderdag 18 juni 2009

Koning Liam

Mijn kleinzoon heeft het syndroom van Down. Aanvankelijk was er schrik en verdriet, maar al snel kwam er blijdschap voor in de plaats; zo'n mooi mannetje, daar moet je wel van houden.

Hij ontwikkelt zich goed in zijn eigen tempo en het is een feestje om op hem te mogen passen.
De ouders ondernemen van alles met hem en proberen een normaal leven te leiden. Dat is wel eens moeilijk door alle controles en begeleiding zoals logopedie, fysiotherapie, oogarts, stichting MEE en daarnaast hebben de ouders allebei hun werk. Oppas is goed geregeld. Ik pas op en hij gaat ook twee dagen naar een gastouderopvang. Door mijn wekelijkse oppasdagen bouw ik een hechte band met hem op.
Liam houdt erg van liedjes zingen. Als ik zing, kruipt hij dicht tegen me aan en laat zich meewiegen op de maat van de muziek. Regelmatig kijkt hij me aan en dan krijg ik een big smile. En dan smelt ik. Mijn gevoel van liefde voor dat mannetje is overweldigend. Hij is altijd blij en is hij een keer mopperig, dan is er iets aan de hand.
In december gaat het gezin op vakantie naar Australie. Zijn ouders hebben een draagstoeltje aangeschaft en dat komen ze even laten zien. Liam zit als een koning van 15 maanden, hoog in zijn stoeltje en kijkt ineens naar een hele andere wereld. Parmantig kijkt hij rond. Ik zeg: "He! Koning Liam" en geef hem een kus. Met een big smile kijkt hij me aan alsof hij wil zeggen:"Ik zit hoog en droog op mijn troon, wie doet me wat." De ouders staan er trots en vertederd naar te kijken. Je voelt de liefde om hen heen. Ze zijn een gelukkig gezinnetje.

zondag 14 juni 2009

tuinvogels

Het valt me op dat er steeds meer kauwen in woonwijken te vinden zijn evenals eksters en vlaamse gaaien.
Een aantal jaren lang nestelden spreeuwen onder de dakpannen bij de dakgoot. De tuin werd bevolkt door mussen, koolmezen, merels, lijsters, boomkruipertjes en zelfs een ijsvogel vond onze tuin prettig. De vogels zijn weg en de plekjes onder de dakpannen zijn ingenomen door kauwen. Zij slepen van alles naar het nest. Dagenlang wapperde er een plastic supermarkttas over de rand van de dakgoot. Ook zijn de twee katten van de nieuwe buren er mede schuldig aan dat de tuin zo stil is. Vanaf afstand hoor ik de merels fluiten en een enkele keer komt er 's avonds een merel in het voederhuisje kijken of er nog iets te eten valt. Een keer zijn er kauwen massaal op het voederhuisje gevlogen waardoor het met een flinke klap omviel.
Vanmorgen werd ik al vroeg wakker. Vorig jaar nog genoot ik intens van het gratis vogelconcert door talloze merels en enkele lijsters. Ik zette er zelfs het raam wijd voor open om het goed te kunnen horen. Geweldig! Maar nu hoor ik alleen maar het vreselijkie geluid van de kauwen die bij mij in de perenboom zijn gaan zitten. Het geluid maakt me nerveus en doet me denken aan heksen en andere angstaanjagende wezens. Waar is mijn lieflijke tuin met veel gekwinkeleer gebleven?" Ik ga uit bed, doe het raam verder open en maak met veel bombarie een ksssst geluid. De kauwen vliegen op maar zodra ik weer in bed lig, beginnen ze weer met hun herrie. Waarom gaan ze niet naar het park zodat alle andere tuinvogels weer gezellig terug kunnen komen? Ik trek het dekbed over mijn hoofd en probeer nog wat uit te slapen.

donderdag 11 juni 2009

traumatische ervaring

In april 2007 zijn we op vakantie gegaan naar Spanje en Portugal. Charl wilde dit graag doen hoewel ik mijn twijfels had over de haalbaarheid. We deden een bustoer met iedere dag een andere bestemming.17 april was Charl jarig en die dag deden we een wandeltoer door de stad Porto. Het was warm en we gingen even pauzeren om te lunchen op een terras midden in een drukke winkelstraat.
Ik ga even terug in de tijd en gebruik voor het vervolg van het verhaal een fragment uit het boek 'Dorre bloemen en piranha's.

We moeten opstaan voor hetvervolg vande wandeling door de stad en naar de boot. Jammer, we zaten net zo gezellig met elkaar te praten. Dat is toch wel een nadeel van met een groep op reis zijn. Je kunt geen eigen baas zijn. Ik vraag Charl of hij meegaat. Maar hij zit naar de grond te staren. “Waar kijk je naar, Charl?” Geen reactie. Ik ga naar hem toe, zie aan zijn ogen dat het goed fout is. Hij krijgt een epilepsieaanval. Ik kan hem opvangen en tegen houden, zodat hij niet op de grond valt. Maar zodra hij verslapt wordt hij zwaar. Ik roep: “Help!” en er komen mensen van de groep aangesneld. De reisleidster gaat een ambulance bellen. We schuiven stoelen onder Charl zodat hij kan liggen. De groep kijkt met bleke gezichten toe. Charl verliest wat bloed uit zijn mond en ik veeg het af. Zijn stoere pet is op de grond gevallen. Charl ligt er akelig bij. Het duurt even voor de ambulance komt. Ik heb het idee dat Charl weer bij begint te komen. Hij wordt op de brancard gelegd en in een rare houding wordt hij de ambulance ingeschoven. De assistent reisleidster gaat met me mee. We moeten een taxi bellen, want wij mogen niet met de ambulance mee.
De groep gaat verder. Ik sta ondertussen te janken van de spanning. Ik zeg tegen de groep dat ik het vreselijk vindt, dat ze dit mee moeten maken. Zo moet ik niet denken, zeggen ze, ik kan hier niets aan doen.

We komen aan bij het ziekenhuis en melden ons. Ze hebben Charl zijn gegevens nodig, maar die zitten nog in Charl zijn telefoon. Wat een geluk dat Kirsten ze ge-sms’t heeft. Het kost me moeite om ze te voorschijn te toveren. Maar het lukt en Charl kan ingeschreven worden.
De telefoon gaat. Het is Kirsten, ze heeft tien lege sms berichten gekregen en vraagt zich af wat er aan de hand is. Ze is geschokt en vindt het vreselijk voor mij dat ik zo ver weg zit.
Het duurt lang voor we bij Charl mogen. We worden geroepen door de neurochirurg, een heel jonge vrouw. Het verbaast me, dat ze al neurochirurg is. Ze spreekt heel goed Engels. Ik kan haar goed uitleggen wat er gebeurd is. Het is haar duidelijk, ze heeft een goed beeld. Ze wil in ieder geval weten hoe Charl gediagnosticeerd is, want als ze naar de röntgenfoto kijkt, denkt ze dat ze een oligoglioom ziet. Ik vertel dat hij een glioblastoom multiforma graad 4 heeft.
De epilepsieaanval is bijna zeker niet ontstaan door de tumor, want zij heeft de indruk dat de tumor er hetzelfde uitziet als dat ik vertelde. De aanval kan een combinatie zijn van warmte en vermoeidheid. Er is een haard in de hersenen die een aanval kan veroorzaken.
We mogen bij Charl kijken. Hij weet helemaal niet wat er gebeurt is. Hij vraagt aan mij waar hij is en ik moet alles precies vertellen. Ik vind dat hij er niet comfortabel bij ligt. Hij heeft geen kussen onder zijn hoofd en hij ligt op een heel smal bedje.
Het is verschrikkelijk druk op de afdeling EHBO. Op de gang liggen mensen waar volgens mij niet naar omgekeken wordt. Sommigen liggen er meer dood dan levend bij. De neurochirurg zegt, dat ze bij Charl geen reden ziet om te opereren. Met rust moet hij weer herstellen. Hij heeft wat uitvalsverschijnselen aan een kant en dat moet met rust verbeteren. Over zo’n vijf uur kan ze meer zeggen. Ik mag bellen maar ook langs komen. Ik vind het vreselijk om Charl alleen te laten. Maar ik kan niet in het ziekenhuis blijven. Het is niet toegestaan. En hij gaat toch slapen.
We gaan met een taxi naar het hotel. De assistent reisleidster heeft het adres. Ik heb de bibbers in de benen en wil het liefst naar de hotelkamer. Kwart over zes zal de groep weer terug komen. Dan wil ik klaarstaan voor de koffers die nog in de bus zitten.
De reisleidster komt het hotel binnen. “Kom even bij me zitten,” zegt ze en ze begint te praten. Zij vindt het nodig om erover te praten. Ze adviseert me om naar een psycholoog te gaan om te leren, hoe ik met de ziekte van Charl om moet gaan. Voor vanavond heeft ze besloten dat ik verplicht moet komen eten en dat ik vanavond met de bus meega om de mensen naar de ‘fado’ te brengen. De reisleidster zal ze daar af zetten, betalen en daarna zal ze met mij mee gaan naar het ziekenhuis. Dan zullen we horen of Charl mee naar het hotel mag rijden of dat hij een nacht moet blijven.

Aan tafel wil iedereen weten hoe het gaat met Charl. Ik vertel alles en ook dat ik vermoedelijk weet waar de aanval door komt. Gisteravond heeft hij een halve fles wijn gedronken nadat hij depakine heeft ingenomen en vanmorgen heeft hij na de depakine een groot glas bier gedronken. Alcohol en depakine gaan niet goed samen, het vermindert de werking van depakine. Daar komt dan bij warmte en vermoeidheid. Ik heb het niet eens aan de neurochirurg verteld.

Om negen uur zijn we weer in het ziekenhuis. We worden van het kastje naar de muur gestuurd. Eindelijk mogen we naar binnen, maar we mogen niet meteen doorlopen naar Charl. We moeten op de neurochirurg wachten. Het duurt even. Ze vertelt haar bevindingen. Charl moet een nacht blijven. Hij heeft vooral rust nodig om een nieuwe aanval te voorkomen. En dat gaat niet lukken met deze reis. Bovendien gaat de groep morgen al weg. Het is beter voor Charl vier of vijf dagen te rusten in het hotel en dan naar huis te gaan. Hij mag niet vliegen.
Eindelijk kunnen we naar hem toe. Hij krijgt geen extra zuurstof meer, de katheter is weg. Hij ligt daar bloot, met een papieren luier om, helemaal plat en hij is onrustig want hij moet heel erg plassen. Hij heeft al om een urinaal gevraagd maar er wordt niks gebracht. De reisleidster vraagt er nog een keer om. Charl staat op knappen. Maar er wordt weer niets gebracht. Het lijkt wel alsof ik in een ramp terecht gekomen ben, waarbij de slachtoffers eindeloos moeten wachten tot ze aan de beurt zijn. Zo te zien is het ook niet erg hygiënisch. Ik zeg tegen Charl dat ik nu hoop dat de urinaal er aan komt. Hij zucht eens. “Te laat, ik heb al geplast.” Het is al de tweede keer dat hij de boel onder plast. Charl voelt zich doodongelukkig. We kunnen nauwelijks praten. Het is zo krap naast het bed, dat ik niet eens naast hem kan staan. Ik heb zo het gevoel dat ik hem in de steek laat.
We moeten weer weg van de verpleegkundige. Zijn kleding en toiletartikelen moet ik meenemen. Hij ligt daar zonder bezittingen, naakt, zonder bril, zonder horloge en spreekt maar een heel klein beetje Engels. Ik vind het vreselijk om hem zo achter te moeten laten in zo’n oncomfortabel bed. Het is een vreselijke ervaring en die snijdt door mijn ziel. Ik krijg een recept mee voor medicijnen en ik mag Charl morgen om elf uur ophalen. Dat zal ik alleen moeten doen, de groep moet verder en ze moeten op tijd vertrekken. Ik weet nu waar ik moet zijn, dus het zal me wel lukken.
We lopen terug langs al die zieke mensen in bedden op de gang. Ik hoor ze zuchten en steunen en sommige mensen kijken verdwaasd rond. Verpleegkundigen en doktoren lopen heen en weer. De rust is ver te zoeken. De wachtkamers zitten nog vol. En het is toch al tien uur ’s avonds.
In het hotel informeren we eerst of onze kamer morgen nog beschikbaar is, zodat we kunnen blijven. Maar alles is volgeboekt. Alleen als er een annulering is, hoeven we niet te verhuizen.
Ik bedank de reisleidster voor haar support en ga naar de kamer. Ik moet eerst de alarmcentrale gaan bellen om van alles te regelen. Want we zullen terug naar huis moeten. Alle bijzonderheden geef ik door en ze gaan aan het werk. Ik bel Guus om over de situatie te vertellen en dan ga ik slapen. Ik ben doodmoe van alle emoties. Charl zijn verjaardag begon zo goed, maar eindigde afschuwelijk. Diep in mijn hart ben ik er steeds bang voor geweest. We hadden nooit aan deze reis moeten beginnen. Maar ja, Charl wilde zo graag en was er van overtuigd dat hij de reis kon maken. Nu ligt hij daar, in het ziekenhuis en ik zit hier in de hotelkamer en alles is onzeker.

donderdag 28 mei 2009

over het tweede deel

Ik zal even verduidelijken wat de bedoeling is van het manuscript met als titel engelengezang en paardengehinnik. Het wordt het tweede deel in een reeks van drie, de Charl trilogie.
Het eerste deel Dorre bloemen en piranha's is een succes. het tweede deel is een vervolg erop maar kan wel los ervan gelezen worden. Het verhaal begint na de begrafenis van Charl. In het boek wordt duidlijk hoe ik er achter kwam dat ik contact kan maken met gene zijde, hoe het mijn leven ging beheersen en hoe ik er bijna onderdoor ging. Ik heb veel gesprekken gehad met dierbaren aan gene zijde en dat was heel bijzonder. Deze gesprekken zijn letterlijk opgetekend.
Ook wordt beschreven hoe ik me staande heb gehouden. Rouwen is hard werken.
Wanneer dit deel uitkomt is nog niet bekend.

realiteit

Overal kom ik je tegen,
tastbare herinneringen,
vluchtige gedachten,
maar waar ben je echt?

Je lijf ligt in de grond,
je geest zweeft in de ruimte,
je stem is verstomd.

Al wat je was zit nu verankerd
in mijn geheugen.
en zal niet verdwijnen.
Jouw leven zit in mijn lijf.
Samen zijn we een,
voor altijd verbonden met jouw ziel.

woensdag 27 mei 2009

fragment manuscript deel 2 engelengezang en paardengehinnik

Ik kan toch erg moeilijk mijn draai vinden. Alle informatie van gene zijde houdt me erg bezig. Ik realiseer me dat er hier iets heel wonderlijks gebeurd. Eerst had ik nog mijn twijfels, maar dit kan ik niet zelf verzinnen. Charl heeft meermalen gezegd, dat hij het echt is, dat ik echt open sta voor contact met gene zijde. Nu vertrouw ik er dan ook maar op dat dit geen fantasie is. Ik voel de energieprikkels en er worden dingen meegedeeld die ik echt niet kan weten. Veelvuldig kwam het oude gezegde bij mij naar boven; eerst zien en dan geloven. Maar zien betekent dat Charl in volle glorie voor me zal moeten verschijnen door zich op te ploppen, zoals hij dat altijd zo mooi zegt, maar dat wil ik helemaal niet. Het lijkt me doodeng om daarmee geconfronteerd te worden. Zoals het nu is, vind ik het prima. Charl vindt het ook wel best, want opploppen of mooier gezegd ontvouwen, kost ontzettend veel energie en het is maar voor heel even. Als ik toevallig op dat moment niet zou kijken, zou ik het niet eens zien. Charl is net weg, maar ik voel hem al weer.
“Dag Charl, ben je er al weer?” “Ja, ik kwam bij Leonardo vandaan. Ik moest weer naar mijn kamer en toen botste ik tegen iemand op die in wilde vaart kwam aangesuisd. Hij kon niet meer remmen en botste zo tegen mijn astrale lichaam. Ik lag helemaal in de kreukels bovenop iemand die daar op bed lag. Die begon te mopperen. Pijn hebben we gelukkig niet, dus dat viel mee. Maar ik was wel heel erg geschrokken en die ander ook. De goede geest kwam er aan te pas en de veroorzaker kreeg er behoorlijk van langs. Ik werd even vriendelijk toegesproken door de goede geest en de veroorzaker verontschuldigde zich voor het ongemak.
De patiënt heeft er niets aan overgehouden, alleen was hij natuurlijk erg geschrokken. Wij huilen niet, maar we hebben wel emoties. Dus de patiënt lag helemaal te rillen op zijn bed. Dan gaat zijn astrale lijf golven, eigenlijk meer kabbelen zoals de wind wel eens doet op het water. Ik moest er om lachen, want het is erg komisch om te zien. Nu ga ik even slapen, ik ben moe van alle emoties. Ik ben terug en lig op bed. Je liep trouwens vanmiddag mooi te zingen, ik kon er heerlijk op slapen. Dag moppie.”

fragment uit manuscript engelengezang en paardengehinnik

Om vijf uur word ik wakker. Het is weer helemaal fout. Ik begin weer te hyperen net zoals de vorige keer in die panieknacht. Mijn hart klopt als een gek en het is een heel angstig gevoel.
De paniek slaat toe, ik ga weer flippen. Charl voelt dat er iets fout is en hij is er meteen. Hij zegt dat ik veel te veel energie in me heb omdat hij zoveel bij me is geweest. Zijn energie heeft zich vermengd met mijn energie. Ik zou moeten magnetiseren zodat ik energie kwijt raak, maar er valt niets te magnetiseren. Ik word helemaal gek van Charl, hij blijft maar op me inpraten. Ik zeg dat hij op moet houden, mijn wens om met rust gelaten te worden moet respecteren. Als ik zeg dat hij moet gaan, dat hij ook moet gaan. Dat ik de baas wil blijven over wat ik doe, maar dat op dit moment hij de baas is en dat mag niet. De tranen stromen over mijn wangen. Hij begrijpt het, maar door aan hem te denken, roep ik hem steeds op.
Ik ga snikkend naar beneden, thee drinken met valeriaan er in en besluit om niet meer terug te gaan naar bed.
Charl zegt dat ik de planten moet gaan magnetiseren. Dan raak ik de energie kwijt en de planten gaan er enorm van groeien. “Dan krijg je straks een heel bos in huis.” Het idee vind ik belachelijk, maar bij nader inzien zou het misschien toch kunnen helpen. Dus ik loop naar een plant en houd mijn handen op 20 cm afstand. In gedachten stuur ik mijn energie er naar toe. Zo loop ik langs alle planten. Ik lijk Jomanda wel, die was ook altijd aan het instralen.
Langzaam kom ik tot rust. Ik voel Charl verdwijnen en ik sluit mijn denkbeeldige venster en doe er drie hangsloten op. Ik heb Charl gezegd dat hij nu weg moet blijven en dat ik pas weer contact zoek wanneer ik bij het medium ben geweest. Zo’n nachtelijke ervaring is afschuwelijk. Charl begrijpt het. Hij zal in mijn buurt zijn maar niet laten voelen dat hij er is.
Maar of hij dat werkelijk zal doen?

maandag 18 mei 2009

bericht van gene zijde

Er is weer hemelse vergadering geweest. Dit keer werd hij erg druk bezocht. Er was geen thema. Iedereen mocht zijn zegje doen. Wat vooral naar voren kwam is, dat de wereld van slag is. Door de crisis lopen er mensen rond als een kip zonder kop. Ze weten niet meer wat ze moeten doen. Het ene na het andere bedrijf gaat failliet en staan de werknemers op straat. Van een doorstart is nauwelijks sprake omdat opkopers het risico niet aandurven. Over de hele werled is de crisis nu gaande. Het zal nog even duren, maar er komt verbetering. Belangrijke les is dat je tot de ontdekking komt, dat je ook met minder goed kunt leven. Vanaf nu is het gedaan met het grote geld. De crisis heeft de ogen geopend, want sommige salarissen waren exorbitant hoog. En dan die gouden handdrukken! Abnormaal. Dat is allemaal voorbij. Zodra de crisis voorbij is gaat het weer de goede kant op. En daarmee zal de graaicultuur veranderen in een cultuur van loon naar werken en zo hoort het ook.