zondag 20 december 2009

Winterweer


Het sneeuwt dikke vlokken. Maar waarom kan ik het mooie er niet van zien. Het voelt alsof ik ingesneeuwd ben. Ik durf niet weg met de auto, fietsen doe ik al helemaal niet en lopen doe ik alleen met sneeuwkettingen om mijn schoenen. Jaren geleden ben ik een keer flink gevallen en dat deed reuze pijn. Ik heb andere mensen zien vallen en dat voelde ik dan zelf ook heel erg.
Toen Charl nog leefde, gingen we ieder jaar met de caravan naar de wintersport. Charl genoot enorm van de afdalingen op zijn ski’s. De kleur van de afdalingen maakte niet uit, als het maar snel ging. Ik bleef in de caravan achter met een borduurwerk en stapels boeken en waagde me alleen buiten als het echt nodig was. Winters met sneeuw zijn niet aan mij besteed. Afgelopen donderdag begon het al. Er was een flink pak sneeuw gevallen en ik zou naar mijn tante gaan op verjaardagsvisite. Ze werd 94 jaar. De auto liet ik staan, de klus om hem te ontdooien en sneeuwvrij te maken was te groot. Ik nam de bus en die stopte bij mijn tante om de hoek.
Het was een gezellige middag en avond. Slechts enkele familieleden trotseerden het slechte weer. Om kwart over tien stapte ik weer op. Ik had al ingecalculeerd dat er mogelijk geen bus zou rijden, want in de avond was de sneeuwval steeds heviger geworden. Ik had uit voorzorg mijn schoensneeuwkettingen meegenomen. Na een kwartier wachten bij de bushalte besloot ik naar de volgende bushalte te lopen. Dat viel niet mee ondanks de sneeuwkettingen. Het voelde alsof ik op het strand in het mulle zand liep, maar dan zonder warmte en het geluid van de ruisende zee. Het was stil op straat. Af en toe kwam er een auto of een fietser langs. Bij de volgende bushalte kwam ik precies op tijd voor de juiste bus die me naar huis moest brengen. Had er een bus vanaf de andere halte gereden dan had ik bij deze halte over moeten stappen.
Ook deze bus liet het afweten. Ondertussen was de dikke sneeuw overgegaan in motsneeuw. Ik besloot naar huis te lopen. Naarmate de tocht vorderde, begon ik het mooie van de sneeuw te zien. Ik genoot van de stilte, van de felle koude wind in mijn rug, van de prachtige witte bomen en de vergezichten in het donker die helemaal opgelicht werden door de witte massa.
Om middernacht was ik thuis.
Misschien moet ik me over het idee heen zetten dat sneeuw me isoleert en me eenzaam maakt. Ik moet er van proberen te genieten. Maar als ik dan naar buiten kijk, denk ik ‘van mij mag alles weer gewoon zijn.’ Waar komt die aversie tegen sneeuw toch vandaan? Als ik de beelden op de televisie zie van gestrande mensen, auto-ongelukken, valpartijen, dan is dat voor mij een schrikbeeld en dat heeft de overhand ten opzichte van al het plezier dat veel mensen aan de sneeuw beleven. Laat mij maar vanachter het raam naar de witte wereld kijken, heerlijk met een kop hete chocomel met een dikke toef slagroom in een heerlijke luie stoel bij een open haardvuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten