maandag 19 oktober 2009

Een klein ziek mannetje

Kleinzoon Liam van anderhalf is ziek en niet zo’n beetje ook. Hij heeft het syndroom van Down en dat maakt hem extra kwetsbaar. Het begon allemaal met ontstoken oogjes en een snotneus. Die oogjes waren vooral ’s morgens verschrikkelijk, helemaal dichtgeplakt van de viezigheid. Toen kwam er hoge koorts bij, zomaar uit het niets. Zo was hij nog vrolijk en een uur later had hij 40,1 koorts. In de huisartsenpost werd nog net geen longontsteking geconstateerd, het zat er tegenaan en hij kreeg een antibioticakuur.
Het ene moment leek het beter te gaan, het andere moment was hij echt een ziek vogeltje.
Toen de koorts weer enorm hoog was en Liam een hele nacht gehuild had, werd hij in het ziekenhuis opgenomen. Liam had alle verschijnselen van Mexicaanse griep en longontsteking. Wat was het mannetje ziek. Hij moest geïsoleerd verpleegd worden, er werden bloedtestjes gedaan en een test zal uit moeten wijzen of hij inderdaad Mexicaanse griep heeft. Hij kreeg Tamiflu, wat een heel vies drankje is. Het was een worstelpartij om het binnen te krijgen. Eten en drinken gingen moeizaam en zijn luiers bleven droog. Het is allemaal weer beter geworden. Na twee dagen in het ziekenhuis mocht Liam weer naar huis, nog wel met een longontsteking en een akelig hoestje. Het wachten is nu op de uitslag of het wel of niet Mexicaanse griep is. Ondertussen wordt Liam weer zijn vrolijke zelf.

zaterdag 17 oktober 2009

Rondeel

Ik heb wat kernwoorden uit visualisatie hart gehaald en daar heb ik een rondeel van gemaakt.

Ik heb een schat in mijn hart;
Kristallen die flonkeren in het water,
om mij mijn mooie spiegelbeeld te laten zien.
Ik heb een schat in mijn hart.
Er is liefde en warmte.
En eens zal ik stralen als de
kristallen die flonkeren in het water.
Ik heb een schat in mijn hart.

Visualisatie van mijn hart

Op zoek naar de schat in mijn hart.

Ik ga in een diepe ontspanning en zie mijn hart voor me. Mijn hart heeft een poort en die gaat open. Ik stap mijn hart binnen.
In mijn hart stroomt een waterval vol flonkerende kristallen. Aan weerszijden zijn rotsblokken van kristal. Mijn hart is een rode holle ruimte. Het is prachtig om te zien. Ik voel liefde en warmte. Wat wil het me zeggen?
Willen de spiegeltjes van de kristallen me ieder afzonderlijk zeggen: “Kijk wie je bent, kijk hoe je bent en wees daar tevreden mee.” De kristallen blijven in mijn hart stromen.
Iedere keer als ik negatief naar mezelf kijk moet ik teruggaan naar het binnenste van mijn hart om mezelf in de flonkerende kristallen te bekijken. Zo flonkerend zal ik zelf worden, vol zelfvertrouwen. Mijn tevreden spiegelbeeld zal zich vast zetten in de kristallen en zich hechten aan de rotsformatie. Dit mag zich herhalen net zo lang als nodig is. Totdat ik rotsvast in het leven sta. In mijn hart ligt mijn zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld opgesloten. De poort heeft zich geopend om me vrij te maken van allerlei sombere gedachten dat mijn spiegelbeeld regelmatig bij me oproept. Ik zal vlinderend door het leven gaan, deuren zullen voor me open gaan, het universum zal me op de goede weg helpen. Vlinders zullen voor me uitfladderen, vogels zullen voor me uitvliegen en tsjilpen dat ik er mag zijn, dat ik op de goede weg ben naar een fantastische toekomst.
Dat is de schat die verborgen ligt in mijn hart en ik heb hem gevonden

vrijdag 16 oktober 2009

de kleur paars

Soms laat ik me verleiden tot het dragen van paarse kleding. Niet te vaak want dan krijg ik commentaar van de kinderen. Zij zijn niet zo gecharmeerd van paars. Paars is zo paars. Maar de kleur staat me goed en daarom heb ik vandaag een nieuw paars kledingstuk gekocht.
Over de kleur paars lees ik: Zet paarse bloemen neer wanneer je werkt om vermoeidheid van de ogen tegen te gaan. En kijk over een veld met lavendel uit en voel de troostende deken van veiligheid.
Paars is een Koninklijke kleur, maar ook de kleur van de spirituele meester. Paars is een kleur die je met mate moet gebruiken. Het is een zware kleur en kan zelfs deprimerend zijn als je er lang naar kijkt. Het wordt zelfs afgeraden om kinderen paarse kleding aan te trekken of je moet voor een lichtere kleur paars kiezen zoals lila. En mocht je last hebben van een overmaat aan paars dan is het ‘tegengif’ blootstelling aan goud licht, een interieur met goud of gouden stiksels op kleding. Ik vind dit nogal wat. Nooit geweten dat paars zo’n moeilijke kleur is.
Het doet me denken aan iemand die bijna altijd paarse kleding draagt, ik heb toch niet de indruk dat ze zich er niet comfortabel in voelt.
Als ik kijk naar de positieve sleutelwoorden dan staat er: Gezaghebbend, edelmoedig, individueel, kunstzinnig, grenzeloos, mystiek, maar de negatieve sleutelwoorden zijn: Genadeloos, zelfvoldaan in spiritueel opzicht, corrupt, snobistisch, dictatoriaal.
Ik denk dat die negatieve sleutelwoorden maar heel snel vergeten moeten worden, je zou er bijna bang van worden. De positieve sleutelwoorden klinken veel liever, boeiend ook.
Ik ga met plezier mijn paarse outfit aantrekken en als ik dat combineer met zwart dan denk ik dat ik in balans ben. Degene die bijna altijd paarse kleding draagt, draagt ook vaak gouden sieraden dus zal zij daarmee vermoedelijk ook in balans zijn. Want op haar valt niets aan te merken

zwart

Ik draag graag zwarte kleding en vaak wordt gezegd: “Doe eens iets anders aan, zwart is zo somber.” Meestal draag ik jeans met daarop iets zwarts en soms daaronder iets gekleurds.
Maar als ik iets belangrijks moet doen, ben ik in het zwart. Kleuren maken me dan onzeker. Nu lees ik iets over de kleur zwart en dat is boeiend. Het bevestigt dat ik gewoon zwarte kleding kan blijven dragen tot in lengte van dagen. Het dragen van zwarte kledingwil zeggen: ‘Ik ben jong, ik ben bereidwillig en ik heb alles onder controle.’ Alleen kan alles onder controle ook betekenen dat je dingen voor jezelf houdt en dat klopt bij mij wel een beetje.
En als je alleen zwart draagt zonder het met kleur af te wisselen dan wil dat zeggen dat er iets ontbreekt in je leven.
De positieve sleutelwoorden van zwart zijn: sterk in positieve zin, creatief, idealistisch, rijk zonder dat iemand het weet.
De negatieve sleutelwoorden zijn daarentegen: dodelijk sterk, lastig, superieur, wanhopig, geremd. Maar dat bespeur ik echt niet bij mezelf, hoogstens dat ik af en toe geremd ben.
De positieve sleutelwoorden kloppen wel en vooral dat rijk zijn. Want ik ben rijk met alles wat het leven me brengt; mijn kinderen en kleinkinderen, maar ook lieve mensen om me heen. Zelfs de dood van Charl heeft mijn leven verrijkt , hoe gek het misschien ook klinkt. Het verdriet is nar de achtergrond geschoven. Ik heb mezelf weer leren kennen, ben op mezelf aangewezen, moet een eigen leven opbouwen en dat lukt me heel aardig. Laat mij maar lekker door het leven fladderen in mijn zwarte outfit. En als ik daarbij dan ook nog zwarte sieraden draag dan wil dat zeggen: ‘Ik heb verborgen mogelijkheden.’ En ik weet zeker dat die op een dag tevoorschijn zullen komen.

donderdag 15 oktober 2009

mijn droom

Een inkijkje in het leven van Liam????

Ik word wakker uit een droom. Ik zit op de fiets. Kirsten heeft een bakfiets en daarin zit Liam. We rijden door het park en ook Charl fietst mee. In de buurt woont een vriendin en we besluiten even bij haar langs te gaan. Ik bel aan en de vriendin doet verbaasd open. Ik zeg dat we haar kennis willen laten maken met Liam. Ze heeft hem nog nooit gezien. De deur houdt ze op een kier open en ze stottert een beetje, weet niet zo goed wat ze moet zeggen. Een warm welkom is het in ieder geval niet. Kirsten keert de bakfiets om, want ze heeft allang door dat we niet gelegen komen. Ik voel me erg ongemakkelijk, twijfel wat ik moet zeggen en zeg alleen maar gedag. We fietsen snel achter Kisten aan.
Ineens sta ik in een grote hal. Kirsten en Charl zijn nergens te bekennen. Er wordt gevolksdanst. Liam rent op zijn korte beentjes naar dansende kinderen. Jaren terug was ik lid van een volksdansvereniging en van alle kanten hoor ik: “Leuk dat je er bent.” Ik was alleen niet van plan naar een volksdansvereniging te gaan. Ik loop naar de dansende kinderen. Ik hoor zeggen: “Ik weet niet of we plaats hebben voor Liam. Kinderen met Downsyndroom hebben altijd de neiging om weg te lopen en dat kunnen we niet hebben.” Ik zeg niks en ren achter Liam aan die allang weer iets anders gevonden heeft. Hij stapt een lift in. Ik ben nog net op tijd om erbij in te stappen. Als hij er weer uit wil stappen verandert hij ineens in een golden-retrieverpup die alleen maar geknuffeld wil worden. Ik pak hem op en houd hem dicht tegen me aan. Als we op de juiste plek uitstappen verandert de pup weer in Liam en springt uit mijn armen.
We staan in de grote hal van het ziekenhuis. Op dat moment word ik wakker. Wat wil deze droom me zeggen? Ik zak weer in slaap en de droom gaat verder. Nu is Liam buiten en iedereen vindt hem lief en wil hem knuffelen. Liam vindt alles goed en is erg gul met zijn lachjes.
Ik wil helemaal niet uit deze droom wakker worden en toch gebeurt het. Ik heb het gevoel dat ik een inkijkje in zijn leven heb gedroomd. Ik denk dat deze droom wil zeggen dat het moeite zal kosten de juiste plek voor Liam te vinden. De een zal hem wel accepteren, de ander niet. Maar met zijn blije uitstraling zal Liam zich goed door het leven heen slaan. Hij zal veel aandacht nodig hebben. Het is een kind met een hoog knuffelgehalte. Maar wat doet Charl in mijn droom. Zou het een teken zijn dat hij Liam altijd zal steunen en begeleiden vanuit gene zijde?
En het ziekenhuis? Ik zie alleen maar een hal en verder niks. Voorlopig zal hij in het ziekenhuis onder controle blijven. Hij krijgt begeleiding in zijn motorische ontwikkeling, in de spraakontwikkeling en zijn oogjes worden regelmatig gecontroleerd. Dat is alleen maar goed.
Als ik mijn ogen weer even sluit, zie ik hem weer blij door mijn droom heen huppelen.
Hij komt er wel de kleine man.

zaterdag 3 oktober 2009

Merel


De merel die je in de linkerbalk op de website ziet staat symbool voor iets.
In de dagen nadat mijn moeder tien jaar geleden overleed, floot er steeds een merel in onze buurt. Dat was heel vreemd want in december hoor je geen merels meer fluiten. Dat gebeurt alleen in het voorjaar. Dagen lang tot na de begrafenis zat de merel 's nachts in een boom in de tuin van mijn zus. Later zat hij regelmatig bij het graf.
Toen Charl zijn einde naderde, hoorden we een merel fluiten. Het was in juli, vroeg in de ochtend bij het eerste ochtendlicht. Ik kon aan Charl merken dat hij de merel ook hoorde. Ik zei tegen hem: "Hoor je de merel? Als je geroepen wordt, mag je gaan. We laten je gaan, het is goed zo." Met dikke tranen hebben we hem los gelaten en hij ging. Het werd heel erg stil. Aan zijn leven was een einde gekomen.
Op zijn grafsteen zit nu een merel. Hij houdt de wacht op zijn graf.

mijn cocon



Zaterdagochtend 3 oktober

Ik word wakker. Buiten giert de wind om het huis. Ik draai me nog eens om en geniet van mijn warme bed. Het onderlaken is van fleecestof, het bovenlaken van flanel en daarop ligt een dekbed zonder overtrek, want een overtrek verwisselen vind ik veel te veel gedoe. Er ligt toch altijd een sprei over het bed.

Het voelt alsof ik in een cocon zit, afgeschermd van de buitenwereld. Langzaam val ik weer in slaap. De cocon ziet er uit als een grote luchtbel en ik zie allerlei mensen die aardig voor me zijn in mijn cocon verschijnen, mensen die me waarderen, die me interessant vinden en vinden dat ik iets te vertellen heb. Ze zien geen treurende weduwe meer in mij, ze zien een zelfverzekerd persoon met een open blik. Het voelt goed in mijn cocon en zou willen dat het altijd zo bleef. Maar ik word wakker en weg is het beeld. Ik wil het weer terug roepen. Helaas gebeurt dat niet meer. Het voelde zo veilig, zo liefdevol, zo warm.
Ik laat mijn gedachten gaan. Ik heb een leuke dag beleefd met een excursiegroep. Het is een jaarlijks terugkerend uitje. Ik herinner me dat ik vorig jaar als een zielig eenzaam vogeltje aanwezig was, treurend om mijn overleden man. Ik had het gevoel er niet bij te horen en vermoedelijk straalde ik dat ook uit. Dit jaar was alles anders. Na een weekje tot bezinning gekomen te zijn in Frankrijk, heb ik het gevoel dat iedereen anders naar me kijkt, zo ook de excursiegroep. De mensen waren zorgzaam, ze wisten van mijn hoogtevrees en stelden me op mijn gemak toen ik bij de St. Jan van Den Bosch met een bouwlift omhoog ging om op 30 meter hoogte de restauratiewerken te bekijken. Hartverwarmend vond ik dat.
Er was ook gelegenheid om in de kerk te kijken. Daar het ik een kaarsje opgestoken bij het Maria-altaar. Ik wilde er een gebed bij doen maar ik kan niet meer achter de tekst staan van een Onze Vader en een Weesgegroet. De tekst is niet meer van deze tijd. Ik heb mijn eigen gebed gedaan: “Ik wens dat de kracht en de energie van dit kaarslicht de overledenen aan gene zijde zal helpen daar een nieuw en gelukkig leven op te bouwen en ze te steunen in hun ontwikkeling zodat ze vanuit gene zijde ons op aarde weer kunnen steunen en helpen.” Ook zeg ik dank je wel voor deze mooie, hartverwarmende dag. Ik blijf even staan bij al het kaarslicht en kijk naar de mensen die in gebed verzonken in de banken zitten. “Wat zouden zij allemaal bidden?”
Tijdens de wandelingen van de ene plek naar de andere kwam er steeds iemand bij me lopen, zodat ik niet alleen liep. ’s Avonds toen we aan tafel gingen voor het diner, werd ik bij de hand genomen en geleid naar een tafel waar allemaal leuke mensen aan zaten. In het verleden heb ik diverse malen aan een tafel gezeten waarbij het niet klikte met de tafelgenoten.
Hier denk ik allemaal aan terwijl ik het liefst toch weer terug wil naar die cocon. Langzaam val ik weer in slaap. Laat de wind maar om het huis gieren. Tevreden zak ik steeds verder weg in een droomloze slaap.