vrijdag 31 augustus 2018

Inspirerend Cornwall


De foto is gemaakt in Cornwall. Ik werd daar geinspireerd om het kinderboek De lamp, de sneeuwbol en het kompas te schrijven. Twee weken lang werkte ik 's avonds aan het verhaal tot diep in de nacht. Aan het eind van die periode was de ruwe versie klaar. En nu, een jaar later mag het boek de wereld in op 29 september. Uiterst rechts op de foto staat op de punt van het klif de hut van de kustwacht. Ik mocht er door een periscoop de kust afspeuren. De kustwacht was een mooie man met een baard en lang haar in een staart bijeen gebonden. En toen ontstond mijn verhaal. Deze foto is gemaakt vanaf het balkon van het vakantiehuis bovenop de berg. Dit dorpje speelt dus een rol in het verhaal. Het was zo'n heerlijke vakantie en het verhaal is zo verschrikkelijk leuk geworden.Het boek is al op voorhand te bestellen bij godijnpublishing.nl

donderdag 30 augustus 2018

HUISDIEREN

Krantenbericht:
Er waren veel onderzoeken naar de relatie tussen mens, met name ouderen en huisdieren. Analyses leiden tot de conclusie dat een gezelschapsdier een positieve invloed kan hebben op zowel de fysieke als de mentale gezondheid. Het hebben van een huisdier en daarvoor moeten zorgen, wordt ervaren als een enorme verrijking.

Komt dit niet op hetzelfde neer als een doel hebben in je leven? Een invullen en iet lijdzaam afwachten wat er komen gaat?
Huisdieren zijn leuk, vooral een hond of kat. Een vogeltje in een kooi klinkt gezellig als hij fluit. Maar verder is er geen hoog knuffelgehalte. Vooral alleenstaanden hebben behoefte aan iemand in hun nabijheid. Een huisdier kan een oplossing zijn om 'huidhonger' te voorkomen. Daar bedoel ik mee aanraken en aangeraakt worden. Warmte voelen. Dieren met een hoog knuffelgehalte hebben de voorkeur. Maar er zijn nadelen vind ik persoonlijk.  Huisdieren kunnen stress veroorzaken door de haren die je overal vindt, ongelukjes met de zindelijkheid, het uitlaten in slechte weersomstandigheden, niet meer zo makkelijk weg kunnen gaan, en niet te vergeten ook weer afscheid nemen als een dier dood gaat. Katten hebben een lang leven, maar honden maar zo'n 10 jaar.
Dit alles accepteert men om niet alleen te zijn en niet achter de geraniums te zitten. het schrikbeeld voor vele ouderen.
Als ik naar mijzelf kijk, ik begin al aardig die richting op te gaan, ik bedoel bij de ouderen horen, heb ik het prima naar mijn zin. Mijn huisdieren leven buiten. Geen knuffeldieren, maar wel dieren om voor te zorgen. Ze wonen naar volle tevredenheid in de vijver. Ik verzorg ze goed, raak in de stress als het vijverwater troebel wordt en doe er alles aan om het weer in balans te krijgen. Mijn eerste werk 's morgens na het opstaan is, kijken hoe het in de vijver is.
Een paar jaar geleden was er een flinke vorstperiode. De vijver vroor helemaal dicht wat eigenlijk nooit problemen geeft. Maar die keer verschenen er na de dooi allemaal dode vissen aan de oppervlakte. Ik stond er bij te janken, zo erg. In een mum van tijd kwamen de meeuwen te voorschijn, waar ze vandaan kwamen, geen idee. In duikvlucht hengelden ze de dode vissen uit het water. Alleen de schildpad had het overleefd.
Regelmatig komt de kat van de buren bedelen om aangehaald te worden en zoekt op de overdekte veranda een lekker plekje om een dutje te doen. En zij bedelt om aangehaald te worden. Dat vind ik gezellig.
Ik ben blij zoals het nu gaat, happy met de bewoners in de vijver; een roodwangschildpad van 45 jaar oud, veel vissen en drie kikkers. Je zal denken, wat heb je nou aan een schildpad met vlijmscherpe kaken die een vinger door kunnen bijten. of vissen die een beetje heen en weer zwemmen. En kikkers die gaan kwaken. Ik word er zen van. De rustige bewegingen, het geluid van de boerennachtegaal, de kikker dus. De schildpad komt naar me toe als ik haar naam roep, ze heet Bertha. En ik kan gaan en staan waar ik wil overdag. Mijn vrijheid ben ik erg aan gehecht.
Ik heb een leuk leven, doe leuke dingen en in mijn hoofd voe
l ik mij nog een jonge blom en dat wil ik graag zo houden.

dinsdag 28 augustus 2018

Weer naar school

De trigger om dit verhaal te schrijven is de volgende zin uit de krant over een school in Berlijn:
Stralend stonden de schoolkinderen netjes in de rij. Ze hielden elkaars hand vast. Over een school waar een waar welkomstfeest is voor de leerlingen.
Dat brengt mijn gedachten terug naar vroeger nu de meeste scholen weer zijn begonnen en ouders hun huppelende kinderen met een nieuwe rugtas op hun rug naar school brengen. Het zal wennen zijn; een nieuwe klas, een nieuwe juf of meester of misschien dezelfde. Misschien nieuwe klasgenoten erbij. Spannend.
Vroeger en dan spreek ik over de vorige eeuw in de jaren 50 ging het heel anders. Ik ging naar een meisjesschool net buiten het centrum van de stad. Het was een eind lopen naar school. Daarbij kwam ook dat ik mijn kleine broer en zus naar de kleuterschool moest brengen in het  centrum van de stad. Daarna snel weer terug naar mijn school om op tijd in de rij te staan. Want voor de school was een groot schoolplein. Tijdens het luiden van de eerste bel, een ouderwetse koperen bel met een klepel, type kerkklok, met een houten handvat moesten we keurig in de rij gaan staan in absolute stilte. Bij de tweede bel gingen de rijen kinderen een voor een naar binnen in volgorde van leeftijd. Eerst de jongste kinderen en dan de rest. Het leek op een exercitie zonder commando's. Alles was heel ordelijk en overzichtelijk. Niks mis mee. Er kwamen geen ouders aan te pas. Elk kind kwam zelfstandig naar school. In die tijd was er veel minder verkeer dan tegenwoordig.
Er waren geen knutselmoeders, geen leesmoeders en geen luizenmoeders. Handwerklessen kregen we van een handwerkjuf, want meisjes moesten breien en borduren leren. Ik heb zelfs sokken leren breien. De ene sok was groter dan de ander. Daarna heb ik nooit meer sokken gebreid. Wat een nare klus. Borduren vond ik veel leuker, mooie steken maken op een stug stramien of figuurtjes borduren op ruitjesstof. Ik voelde me altijd heel prettig op de school.
Op de terugweg naar huis treuzelde ik. Ik hoefde niet mijn broertje en zusje van de kleuterschool te halen, dat deed moeder. Dus kon ik met meisjes uit onze straat mee naar huis lopen. We moesten een spoorwegovergang over, maar als de spoorbomen, door de kinderen bommels genoemd, de overgang afgesloten hadden, gingen we over de spoorbrug. Boven op de brug wachtten we op de stoomlocomotief. Er was niets leuker dan dansen in de grijze rook die de trein uitblies. Moeder was daar niet blij mee, want dat betekende kleding wassen en een wasmachine had ze niet.
Op de middelbare school was er geen 'exercitie' meer. En in de school ging je van klaslokaal naar klaslokaal om bepaalde lessen te volgen. De 'lagere school' had mijn voorkeur voor handwerken aangewakkerd. Ik vond textiele werkvormen het leukste vak en ik was eerlijk gezegd de beste. Voor mij was het niet meer dan logisch om een vervolgopleiding te doen met textiel. In die tijd beslisten ouders over je verdere loopbaan en als dochter gehoorzaamde ik, hoewel ik het er niet mee eens was. Ik werd verpleegkundige. Een mooi en dankbaar beroep, dat wel. Maar mijn hart en ziel lagen bij textiel. Tijdens rustige nachtdiensten maakte ik met de hand bijzondere poppen van vilt. Helaas zijn die poppen door muizenpoep en pies en hun geknaag ernstig beschadigd en moest ik ze weggooien. Een pop kon ik redden, mijn allereerste. Mike noemde ik hem, een soort mascotte. Alle lief en leed kon ik bij de pop kwijt. De beginperiode in het ziekenhuis was moeilijk. Zo groen als gras ging ik de grote mensen wereld in.
Ik werd snel volwassen. Werken met textiel is nog steeds een uitdaging, mijn uitlaadklep. Om op de basisschool terug te komen; ik wens alle kinderen van nu een mooi schooljaar toe, hopelijk zonder pesterijen, maar met veel plezier en mooie vriendschappen.

vrijdag 24 augustus 2018


Twee jaar woon ik nu in een woonboerderij in een dorp 12 kilometer van de stad. Ik denk nog dikwijls terug aan mijn vorige woonplek. Ruim 30 jaar heb ik daar gewoond in een fijn huis met veel ruimte. Totdat mijn man overleed. De ziel was uit het huis verdwenen en ik kon mijn draai niet vinden. Ik was lusteloos, vroeg me af wat het leven nog voor zin had. Het was stil om me heen en alle mensen die zeiden: 'We zijn er voor je,' lieten het afweten. Hun leven ging gewoon door. Mijn leven stond stil. Alles was anders. Ik voelde me in de steek gelaten, maar binnenin mij zat een enorme kracht om weer te geen leven, mijzelf weer te ontdekken. Alles heb ik zelf gedaan en daar ben ik trots op. Alleen de stilte bleef. Thuis komen in een leeg huis is akelig, het niet kunnen delen van je belevenissen een gemis. Daarbij kwam vaak de vraag van buitenaf: 'Nu ga je zeker verhuizen, want je huis is toch veel te groot voor jou alleen?' Ik was het nog niet van plan. Al die herinneringen aan ons leven in dat huis waren me te dierbaar.
Totdat er een mogelijkheid kwam om met mijn dochter en haar gezin op één locatie te gaan wonen. Ik zette de enorme stap, verkocht mijn fijne huis met al zijn herinneringen, zei de buurt gedag en ging. Ik nam alle herinneringen met me mee, in mijn hoofd maar ook in stapels dagboeken.
Mijn nieuwe huis is veel kleiner, de tuin veel groter. Dat betekent dat ik een deel van mijn dierbare spullen niet kwijt kan en opgeslagen zijn en dat het veel tijd kost om de tuin te onderhouden.
Tegen iedereen zeg ik: 'Ja, ik heb het heerlijk naar mijn zin.' En toch voel ik steeds het gemis van de ziel die in mijn vorige huis verdween. Ook dit huis mist nog de ziel. Soms verlang ik terug naar mijn oude huis. Heel langzaam wen ik aan mijn nieuwe huis. Het heeft tijd nodig. Ik ben heel veel buiten, geniet van de bloemen, de bijzondere vogels en de prachtige vergezichten met vooral in de avond uitzicht op ballonvaarders die regelmatig over het huis varen.
In huis is er altijd een lege plek en op de gekste momenten vliegt het me aan. Dan hoor ik binnenin mij een stem die zegt: 'Denk aan je kracht, je bent sterk.' Zo'n moment van verdriet gaat voorbij, maar zal altijd weer op onverwachte tijden de kop opsteken.
Twee jaar zijn voorbij gevlogen. Ik heb een invulling gevonden voor de stille avonden als er niks leuks op de televisie is. Schrijven is mijn passie geworden; het schrijven van korte verhalen en het schrijven van kinderboeken en met succes. En zo vind ik langzaam mijn draai weer terug en kom ik weer tot leven.

maandag 20 augustus 2018

Poppenkast


Gisteren zag ik in het nieuws op de televisie beelden van de Dam in Amsterdam met de poppenkast. Leuk om te zien en het roept herinneringen op uit mijn jeugd als ik met mijn moeder kleren ging kopen in Amsterdam. Dan gingen we ook naar de poppenkast kijken.
Ik vind poppenkast leuk, het poppenspel fascineert me. Karin Troost-Kerkhof vertelde via facebook dat ze op de Dam was en had genoten. Ze heeft zelf ook een poppenkast en ze maakt onder andere tassen met de koppen van poppenkastpoppen erop genaaid. Heel mooi. Zulke tassen maken kan ik niet en ik kan ook geen poppenkast spelen. Maar... ik kan wel Jan Klaasen tekenen.

dans-art

Ik heb een schilderij cadeau gekregen en ik ben er heel erg blij mee. Hij hangt op een mooi plekje boven de kachel . Ik heb zelf aan het schilderij meegewerkt tijdens een vakantieweek bij dansklooster 2 jaar terug. Ik had een mooi hoofd geschilderd en iedere keer werd er door anderen al dansend met zwierige uithalen overheen geschilderd als een plagerij. De figuur is zelfs helemaal zwart geweest. En iedere keer herstelde ik het. Er kwamen andere kleuren omheen. Iedereen die aanwezig was, gaf een lik verf op het doek. Ik vond het jammer dat iedere keer mijn geschilderde figuurtje verdween, want hij keek steeds zo blij alsof hij zeggen wilde,’ hallo hier ben ik en kom lekker dansen.’ Toen ik het gezicht weer hersteld had werd geroepen dat het schilderij goed was, zoals het was. Ik was blij, er kon niet meer aan mijn figuurtje geknoeid worden. Achter het verhaal zit een boodschap, vind ik, vallen en weer opstaan, vooral doorgaan tot je bereikt heb wat je wil. Na de afgelopen dansweek kreeg ik de verrassing dat ik het schilderij mee mocht nemen naar huis. Wat was ik blij en vereerd. Nu hangt het op een prominente plek in de kamer. Schoonzoon heeft net geholpen met het ophangen. Zo heb ik een blijvende herinneringen aan mooie ontmoetingen met mensen en die koester ik.

donderdag 16 augustus 2018

Tot mezelf komen.

Ik had behoefte aan rust en ging daarvoor vijf dagen naar Duitsland, bij Millingen aan de Rijn de grens over. 
Ik zag de rivier als een kleine beek. Al het water weg, verdampt door de hitte van de afgelopen periode. Ik zag het geel geworden gras op de dijk waarop niets meer te grazen viel voor de schapen. De keihard opgedroogde keutels waren stille getuigen van hun aanwezigheid eerder. Ik verbleef in een selfsupporting woongemeenschap.
Het waren dagen met dans, rust, stilte, meditatie, buiten zijn, kampvuur, maar vooral ontmoeting en verbinding in stilte met mooie mensen. We communiceerden met een oogopslag en gebaren, lichaamstaal. Muziek was voldoende om los te komen van alles wat je normaal dwars zit. Het werkte bevrijdend, helend. Ik kreeg veel energie ondanks een nare beperking bij mij. Een niersteen was door alle bewegingen gaan opspelen en de zeurende pijn daarvan belemmerde mij regelmatig. Maar ik danste door de pijn heen. Ik liet me deze dagen niet afpakken. Ik zag dat de leiding nauwlettend in de gaten hield of alles bij iedereen oké was. Waar nodig werd geknuffeld, getroost, tranen gedroogd en dat voelde als een warm bad. Iedereen heeft op zijn tijd behoefte aan een warme knuffel, zodat je het besef krijgt van ‘ik zie je en ik ben er voor je.’
Het was niet de eerste keer dat ik danste bij dansklooster, want zo heet deze organisatie. Elke keer kom ik vol energie weer thuis, herboren en weer zin om van alles aan te pakken. Het dansen of zogezegd bewegen doet het meest voor mij en de muziek die dansklooster uitzoekt is bijzonder te noemen. De muziek raakt je diep van binnen. De dansbeweging doet de rest; laat alles maar gaan zonder gène. Ik ben dankbaar voor deze dagen. Dankbaar ook voor de ontmoeting met onbekende mensen die aan het eind lieten merken dat ik er mag zijn zoals ik doe en ben. De dagen waren niet perfect, maar imperfectie mag er ook zijn.
I am only human after all, don’t put the blame on me. 


donderdag 9 augustus 2018

Mijn dag kon niet meer stuk.

Gisteren was ik bij de kapper. Ik was al lange tijd niet geweest en mijn haar was behoorlijk lang, te lang met die hitte. Er moest een flink stuk vanaf. Ik mocht liggen op een heerlijke stoel bij de wasbak om mijn haar te wassen. De stoel bleek een massagestoel te zijn, heerlijk. Ook kreeg ik een hoofdmassage. En terwijl ik lag te genieten hoorde ik een stem:’ bent u schrijfster?’ Ik reageerde niet, dacht dat het voor iemand anders bestemd was. De persoon kwam dichterbij:’ Bent u schrijfster?’ ‘ Oh was dat voor mijn bedoeld. Ja ik ben schrijfster en ik lig er niet al te florissant bij.’ ‘Wij hebben elkaar ontmoet,’ zei hij. ‘Ik ben de vader van Jeroen.’ ‘Welke Jeroen?’ Want in mijn omgeving zijn er meer Jeroenen.
Jeroen Kraakman Wij zagen elkaar bij zijn boekpresentatie.’ ‘Natuurlijk, maar ik had u niet herkend, doordat ik mijn bril niet op heb.’ ‘Geeft niks, tot ziens.’
En toen ontstond er met de kapsters een heel gesprek over het schrijven van boeken. Ik voelde me een vip. Blij liep ik de kapsalon uit en thuisgekomen kreeg ik de opmerking: ‘Het lijkt wel of je steeds jonger wordt.’ Mijn dag kon niet meer stuk, dat snappen jullie natuurlijk wel.

zondag 5 augustus 2018

Gedachtenstroom op zondagochtend.

De afgelopen twee weken was voor mij een soort retraite. Ik moest niks, ik hoefde niks, ik was gewoon alleen met mezelf. Oke, ik had een paar verplichtingen. Ik zorgde voor de katten van mijn medebewoners die in de voormalige stal wonen en ik besteedde aandacht aan hun tuin. Ik zette de sproeiers aan, was met een plantengieter in de weer, ik zorgde dat de tuinvogels niets te kort kwamen en genoot van het hanengekraai van de haan van de naaste buren. Het was warm, eigenlijk gewoon heet, te heet om iets te doen. Ik besloot de ideeen die ik had voor een derde kinderboek om die uit te werken. Dagen heb ik geschreven, teruggeworpen om mij zelf. Ik werd niet afgeleid en voor ik het wist had ik een ruwe versie af van 31 hoofdstukken en voor elk hoofdstuk een tekening. Ja, ik heb 's nachts geslapen. Boodschappen deed ik niet. Ik at de diepvriezer leeg. Er was voldoende van alles.
Ik heb mijn derde kinderboek de titel Juf Zebrahoed gegeven. Voorlopig blijft het liggen tot volgend jaar. In het najaar 2019 wordt het uitgegeven als alles goed gaat. Waarom dan zo'n haast. Het verhaal zat in mijn hoofd en moest er uit. Nu het op papier staat is er rust in mijn hoofd. Ik moet de ruwe versie nog wel in de computer zetten. Dan breng ik meteen de eerste verbeteringen aan.
Ik had nog een aantal dagen over voordat de vakantiegangers terug kwamen. Het was tijd voor de leesredactie van een boek dat op 29 september gelanceerd wordt. Wat een prachtig boek was dat. Ik moest meerder keren stoppen met lezen omdat ik door tranen de letters niet meer zag. Het boek is ontroerend, onthutsend maar vol met liefde en kracht om door te gaan. Ik zou zeggen, hou de titel in de gaten, Anders kind.
Ook heb ik het quilten opgepakt. Ik maak een quilt dat doet denken aan een perzisch tapijt. In de blokken vind je details terug die in het boek De lamp, de sneeuwbol en het kompas voorkomen. Het verhaal speelt zich af in Cornwall met zee, strand, maar ook met veel magie, oosterse sferen en een klein beetje kerstsfeer. Houd ook dit boek in de gaten, het wordt evenals het boek Anders kind en nog 8 andere boeken op 29 sept. gelanceerd in schouwburg het Park in Hoorn.
Toen ik bedacht dat ik de reuring miste, kwamen de vakantiegangers thuis. Uitgerust, gebruind en vol enthousiasme. Ik besefte
dat ik ze gemist had, omdat het zo stil was. Geen geluiden van de buren, geen "lopie" als ze op de veranda koffie dronken. Maar ze zijn er weer en voor mij wordt het tijd de retraite op te heffen en weer de gewone wereld in te stappen. Het voelde voor mij ook als vakantie.

woensdag 1 augustus 2018

Back to memory lane

Er rijdt een meisje voorbij  mijn huis op een step en dat brengt me terug in de tijd. We woonden in een straat met een geasfalteerde weg met het oog op de toekomst. De weg die eindigde voor een groot hek en daarachter weiland zou een doorgaande verbindingsweg worden. In die tijd was het rustig op de weg. Bijna niemand had een auto. Alle kinderen uit de straat speelden op de weg. Asfalt was geweldig om te tollen met een zweepje, om te rolschaatsen, te hoelahoepen en vooral om te steppen op een autoped zoals dat heette in die tijd. Ik kon het als de beste. We hielden wedstrijdjes en ik won heel vaak. Totdat ik op een dag viel en de scherpe punten van het spatbord in mijn knie terecht kwamen. Toen was voor mij de pret over. Ik kwam op een leeftijd dat ik fietsen moest leren, maar er was geen geld voor een fiets. Bij een fietsenmaker waren kinderfietsen te huur en op een dag mochten we een rode fiets huren, een doortrapper. Ik durfde niet. Ik was de val met de autoped nog niet vergeten, maar mijn zus ging wel. Zij fietste af en toe op de fiets van een buurmeisje. Slingerend omdat ze nog niet goed kon fietsen, ging ze over weg, de bocht om naar een drukkere straat. Bijna kwam ze ten val. Ik gilde, want achter haar reed een auto. Gelukkig viel het allemaal mee. Voor mij was dat fietsgedoe een stap te ver. Toen ik in het laatste jaar van de basisschool zat, moesten we verkeersexamen doen. Maar ik had geen fiets. Een vriendinnetje uit de straat had een opoefiets en die mocht ik lenen. Ik zakte finaal voor dat examen, want ik had nog nooit gefietst. Ik werd, bij wijze van spreken, zo het diepe ingegooid. Pas toen ik 13 jaar oud was en al op de middelbare school zat, kreeg ik voor het eerst een fiets. Wat was ik blij. Mijn autoped zal ik nooit vergeten, een mooie zilverkleurige step. Een heerlijke tijd was dat.

Brainstormen

Wat is het toch heerlijk om 's morgens wakker te worden met de wetenschap dat je een blanco agenda hebt. Wat ik dan het liefste doe is lekker blijven liggen met mijn ogen dicht en dan mijn gedachten laten stromen. En die gaan over mijn schrijfsels. De ruwe versie van mijn derde kinderboek is af en nu al heb ik een heel verhaal in mijn hoofd voor het vierde kinderboek, terwijl het tweede kinderboek nog gelanceerd moet worden op 29 sept. Kun je me nog volgen? Ik weet het, ik wil en ga veel te snel. Nu ik met een kop koffie voor mijn neus aan tafel zit, neem ik het besluit dat ik het derde kinderboek moet laten rusten tot in het nieuwe jaar, mij moet concentreren op het tweede kinderboek en al mijn ideeen  over het vierde boek in een notitieboek moet schrijven. Want anders wordt mijn hoofd een vulkaan die op uitbarsten staat. En als hij uitbarst is het te laat. Die uitbarsting betekent dan dat ik het niet meer zie zitten. Ik ken mezelf. Alles dus stapje voor stapje en vooral niet vergeten te genieten van deze zomer.
En weet je wat het allerleukste is? De illustraties zelf tekenen. Ik heb tekentalent al zeg ik het zelf. Ik dacht dat ik niet goed genoeg kon tekenen  en zeker geen illustraties voor een boek. Maar als ik naar hetgeen kijk wat ik getekend heb, dan denk ik Wauw, heb ik dat gedaan?
Voor de eerste twee kinderboeken heeft dochter de illustraties gemaakt, heel mooi en aansprekend. Maar zij heeft het zo druk met andere dingen dat ze er geen tijd meer voor heeft. Toen zei ik dat ik het zelf ging proberen en het is gelukt. Tezijnertijd zal ik wel een
iets ervan laten zien.