zaterdag 27 juni 2020

Regenboog? Zebra? Bliksem? Juf Zebrahoed?

Het is een vreemd verhaal hoe Juf Zebrahoed op de regenboog terechtkwam. Ze was geen Juf, maar een zebra die in Afrika heerlijk van de zon genoot. Ze leefde samen met de wildebeesten en de giraffen op de Savanne. 
Een wildebeest wordt ook wel een gnoe genoemd. De Savanne is een hele grote weide met sappig gras en malse blaadjes aan de bomen. De dieren hadden een mooi uitzicht. Ze konden alles goed overzien. 
De dieren moesten oppassen voor de leeuwen. Als de leeuwen honger hadden dan was een zebra een gemakkelijk prooi. 
Een zebra heeft opvallende zwarte en witte strepen.
Eén vrouwtjeszebra in de kudde was nergens bang voor. Alleen onweer vond ze verschrikkelijk. Dreigende donkere wolken raasden dan door het luchtruim. Als ze in botsing kwamen met een andere wolk volgde er een felle bliksemflits. Zo’n flits verblindde de ogen van de zebra waardoor ze niets meer kon zien. De harde donderklap die er op volgde deed pijn aan haar oren. 
Gelukkig waren er in Afrika weinig wolken en was het er meestal heerlijk zonnig weer. 
Op een dag verschenen er grote inktzwarte wolken in de helderblauwe lucht. De geluiden in de natuur verstomden. Alles werd stil. 
De dieren zochten een schuilplaats, want de wolken voorspelden niet veel goeds. De wind stak op en al snel vloog het zachte zand je om de oren. 
De zebra keek angstig naar de wolken. Het leek alsof ze een groot gevecht hielden. De zebra zag geen kans om te schuilen. Ze maakte zich zo klein mogelijk in de open vlakte. Niet onder een boom, want dat was gevaarlijk.
De Savanne was leeg, geen dier meer te zien, alleen de zebra. 
Ze was zo bang dat de tranen in haar ogen sprongen. Als ze nagels had aan haar hoeven, had ze die er allemaal afgebeten, door de spanning. Maar hoeven hebben geen nagels.
Ineens uit het niets kwam er een enorme lichtflits op haar af.  Daarop volgde een harde donderklap. De zebra werd vol geraakt en ze was helemaal verlicht door de bliksem. Ze leek wel een grote lamp. De zebra voelde zich heel raar. Alles bewoog in haar lijf. Ze voelde kriebels. Iets trok aan haar en duwde haar ook weer weg. 
Ineens zag ze zichzelf veranderen. Haar buik werd dunner, haar poten werden korter. Haar kop deed heel raar, alsof ze gekke gezichten trok. Met een enorme knal vloog ze de lucht in. 
Ze ging dwars door de donderwolk heen. 

Fragment uit het kinderboek Juf Zebrahoed. Verkrijgbaar in de reguliere en online boekhandel en bij www.godijnpublishing.nl

Uitdaging.

Een kinderboek schrijven is een heel proces, veel werk, veel schrappen, herschrijven, maar illustraties maken is wel de grootste uitdaging. In mijn atelier heb ik een fijne plek . Mooie kleurpotloden om mee te werken en contact met buiten. Er zit een rooster in mijn voordeur en daarachter een raam dat open kan. En dat is fijn met deze warmte. Vandaag brengt het flink verkoeling. Ik heb een aantal illustraties af, maar nog zeker 25 te gaan. Bij elk hoofdstuk van mijn vierde kinderboek een illustratie, net als in het derde boek Juf Zebrahoed. Op de tekening zie je een zeer angstige zebra en verder vertel ik er niets over. Het is aan te raden eerst Juf Zebrahoed te lezen. Daarna volgt Juf Zebrahoed heeft heimwee. Het duurt nog even voordat dit boek gelanceerd wordt. Daarom alvast veel plezier met het lezen van Juf Zebrahoed, een bijzonder mens.

Ronald van Assen
Mijn schrijfcollega Lieve van den Berg is een echte bezige bij. We kennen haar van de kinderboeken "Juf Zebrahoed", "De lamp, de sneeuwbol en het kompas" en "Dereizende Poefjes". Maar naast het schrijven van boeken voor kinderen staat ze ook in menig bundel van Godijn Publishing. Zo is ze te vinden in "Onthullingen", "Aangenaam", "28 Blauwe Violen" en "Influisteraar". Benieuwd naar haar werk, kijk dan op https://www.godijnpublishing.nl/… voor een overzicht.

woensdag 17 juni 2020

Even klagen

Er zijn zo van die dagen dat ik mijn draai niet kan vinden. Dan loop ik te somberen, me niet fit te voelen. Pijntje hier, pijntje daar. Pijnlijke polsen omdat mijn handen altijd in beweging zijn. Ja, ook die bewegingsvrijheid wordt beperkt, net als de bewegingsvrijheid door corona. En zo slijt ik mijn dagen in en om het huis. Ik zit in de tuin of werk erin, ik kijk televisie, ik borduur of teken. Maar dat zijn dingen die ik altijd al doe. Door de pijnlijke polsen gaat dat nu ook op een laag pitje.
Ik verlang hevig naar het oude normaal. Dingen doen zonder erbij na te denken of je het verantwoord doet.
Leuke retraiteweken waar ik me voor had ingeschreven gaan niet door. Ik zou geloof ik ook niet eens gaan zolang het virus nog in de lucht zit. Er was alweer een toename van het aantal besmettingen. En ik wil echt niet alsnog besmet raken na al die moeite van zelfgekozen quarantaine.
Waar ik heel blij van wordt is het contact met mijn medebewoners en dan vooral kleinzoon. Hij is echt een lichtpuntje. Ook een echte knuffelaar. Heerlijk als hij bij me is. Dat is het voordeel van onder een dak wonen. Ik mis de andere kleinkinderen. Zolang alles nog op afstand moet, is er niks aan.
Zo, genoeg geklaagd. Ik hoop op betere tijden. Dat zal voor veel mensen goed zijn. Deze crisis lijkt op een strafkamp voor velen. En dan denk ik aan de mensen in de verzorg- en verpleegtehuizen. Zij kunnen geen kant op. Ik heb nog een keus. En daarom houd ik op met klagen. De zon schijnt, de vogels fluiten en ik kan naar buiten.
Wat zou het fijn zijn als er een einde komt aan het nieuwe normaal en wij weer terug kunnen naar het oude normaal.