maandag 31 mei 2010

Rondeel

Ik lees graag reisboeken
op een plek waar ik me prettig voel.
Dat kan in een luie stoel zijn, maar ook ergens buiten.
Ik lees graag reisboeken,
omdat ik dan even in een andere wereld kan stappen,
waardoor het net lijkt of ik zelf in het verhaal rond loop.
Heerlijk op de plek waar im me prettig voel.
Ja,ik lees graag reisboeken.

Droomreis


Er wordt me gevraagd wat mijn droomreis zou zijn. Een droomreis heb ik niet meer. Ik heb al zoveel gereisd dat de behoefte minder geworden is, zeker nu ik alleen ben. Reizen zonder mijn maatje is niet echt een optie.
Reizen met de kinderen gaat deze zomer gebeuren maar om nu altijd met de kinderen te reizen...Zij hebben ook hun eigen leven. Ik zou nog wel eens naar Thailand willen maar daar is het op het moment onrustig. China trekt me niet. Ik heb eens een boek gelezen over de Chinese maffia; de zwarte mandarijn van Konsalik. Ik weet dat het fictie is, maar er zal ongetwijfeld een kern van waarheid in gezeten hebben. Ik kon het niet eens uitlezen zo erg vond ik het verhaal. Sindsdien ben ik een beetje angstig voor China.
We hadden nog samen naar Costa Rica zullen gaan, maar een dag voor vertrek werd het gecanceld omdat mijn zwager overleed en daarna mijn man ongeneeslijk ziek werd. Een droomreis heb ik dus niet meer in gedachten, bovendien vlieg ik niet zo graag. En een droomreis is toch een reis naar een ver oord. De moeilijke landen , om het zomaar te zeggen, staan zeker niet op mijn lijstje. Ik lees graag reisboeken en daar kan ik helemaal bij wegdromen. Ik ben tevreden met een plek waar ik me op mijn gemak voel. Dat kan de zee zijn bij zonsondergang of de bloeiende hei, mooie bergtoppen, ruige natuur, een gezellig terrasje. Water en bloemen daar ben ik gek op. Het belangrijkste is dat ik me op zo’n plek thuis voel. Ik ga graag naar vrienden in het buitenland, daar voel ik me heerlijk maar dat kan ik geen droomreis noemen. Ach, eigenlijk ben ik een heel tevreden persoon en heb hele mooie vakantieherinneringen in de vorm van fotoboeken en video-opnames. En die koester ik.

vrijdag 21 mei 2010

Kuikentjes

Ik heb een zwak voor kippen en eendenkuikens. Ik ben gek op die kleine donsjes. Kippenkuikens kun je nog makkelijk vast pakken, eendenkuikens is lastiger. Toen ik een jaar of tien was heb ik er een keer een uit de singel gehaald. Hij zwom verlaten rond. Hij was zo zacht en zo donzig geel. Zo lief! Maar ik moest nog naar school. Ik heb in de klas de klep van mijn schoolbank open gedaan en het eendje erin gezet. De juf had niets in de gaten. Dolgelukkig rende ik na schooltijd naar huis met het eendje in mijn handen. Thuisgekomen was mijn moeder er niet blij mee. Er werd een wasteil gevuld met slootwater en daar zwom het eendje in het rond. Vervolgens belde mijn moeder iemand van de gemeente. Die heeft het eendje opgehaald. Ik was erg verdrietig. Ik moest en zou een eendje hebben. Een paar dagen later haalde ik weer een eendje uit de singel. Ik had er wel in kunnen vallen en verdrinken zover moest ik voorover buigen om het te pakken. Mijn zwemdiploma had ik nog niet. In die tijd werd er niet zo’n haast mee gemaakt. Tegenwoordig hoort het bij de opvoeding. Ik kwam weer thuis met een eendje. Mijn moeder was boos en moest weer de man van de gemeente bellen. Ook hij was boos want het was een hele klus om verlaten jonge eendjes in leven te houden. Ik mocht dus nooit meer een eendje uit het water halen.
Toen kwam mijn broer thuis met een eendagskuiken, uitgebroed in de broedmachine van een kuikenbedrijf. Het beestje werd met de hand gevoerd. Hij sliep in een doos achter de kachel. Maar ook sliep hij, als hij de kans kreeg, op de pompoenen van mijn moeders pantoffels. We liepen de hele dag met wc papiertjes achter het beestje aan, want elk moment kon hij een kippendrekje laten vallen. Hij werd Piep genoemd en liep zelfs de trap op naar boven. Maar Piep werd groter en bleek een haan te zijn. Hij kreeg een hok buiten en toen hij probeerde te kraaien bleek het hok te klein. Hij kon zijn kop niet strekken. Arme Piep. Hij mocht af en toe loslopen maar de meeste tijd zat hij in zijn hok. Op een dag was zijn hok leeg. Niemand wist waar hij gebleven was. We waren verdrietig. ’s Avonds stond er gebraden haan op tafel. Onze Piep. Niemand heeft er van gegeten. Ik kan er nog verdrietig van worden. Bovendien had de slager bij wijze van grapje de kop van Piep bij een van de verkoopsters in de tas gestopt. En een lol dat ze er om hadden. Mijn moeder besefte dat ze fout had gehandeld. Maar het was wel te laat.
Van de week belde mijn zwager me op. Hij had eieren uit laten broeden in de broedmachine. Het waren prachtige kleine donsjes. Of ik ze wilde zien. Natuurlijk! Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Gistermiddag ben ik gaan kijken samen met mijn schoondochter en de twee kleinkinderen. Oh wat waren die kuikentjes lief. Ze waren makkelijk te pakken en ik moest weer denken aan mijn kinderjaren. Over een poosje worden de haantjes weggehaald. Die belanden in de soep. De hennetjes krijgen een mooi leven en mogen volop eitjes leggen totdat ze van de leg zijn. Dan belanden ze uiteindelijk ook op tafel. En dan zullen nieuwe kuikentjes hun plaats weer innemen. Noemen ze dit niet de kringloop van het leven?

dinsdag 4 mei 2010

4 mei, Dodenherdenking

Voor veel mensen is het een emotionele dag. 4 mei was altijd de enige dag dat ik mijn vader zag huilen tijdens de dodenherdenking. Hij heeft gezien hoe de Duitsers een aantal onschuldige jonge mannen dood schoten en hun lichamen de hele dag op straat lieten liggen. Zij moesten als voorbeeld dienen, want als je de Duitsers niet gehoorzaamde, trof je een zelfde lot. Het was niet het enige waar mijn vader om huilde. Er was zoveel meer gebeurd. Het stond voor altijd op zijn netvlies gebrand.
Deze dagen is er van alles over de oorlog te zien op de televisie en te lezen in kranten en tijdschriften en dat is goed. Want zulke gruwelijkheden mogen nooit meer gebeuren. En toch gebeurt het om ons heen. In al die jaren is er nog steeds geen wereldvrede. Telkens weer steekt er ergens geweld de kop op. Het zal ook wel een utopie zijn dat er ooit wereldvrede zal zijn. Zolang er misstanden en meningsverschillen zijn in de wereld zullen er oorlogen en geweld zijn. Er zijn een paar gezegdes; ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’ en ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’. Ik zeg altijd maar: ‘Alle kleine beetjes helpen’. In ieder geval moeten we ieder jaar de slachtoffers van oorlogsgeweld blijven herdenken opdat wij niet vergeten.

maandag 3 mei 2010

Bericht van Charl vanuit gene zijde.


Ik geniet van de rust die je vandaag uitstraalt. Straks ga ik weer eens met Leonardo da Vinci naar het Louvre om naar Mona Lisa te kijken. We zijn er al een tijd niet geweest. Leonardo heeft het druk. Hij heeft veel mensen te begeleiden. Lange tijd lag hij maar te liggen en deed helemaal niets. Hij had er de energie niet voor. Maar dankzij mij heeft hij veel energie gekregen en hij doet nu van alles; de Goddelijke vergadering voorzitten en hij is geleidegeest of beter gezegd gids van nieuwe zielen die op aarde geïncarneerd zijn.
Ik trek ook veel op met Michael Jackson, met Maria, met de Heilige Geest en verder veel met de engelen. De Heilige Geest is een mooie energie. Hij helpt mensen aan hun wijsheid, vooral als mensen getroffen zijn door geestelijk ongemak zoals een depressie of een psychose. Hij staat ze dan bij om weer op het goede pad te komen. Maria is de enige hier met een stoffelijk lichaam. Dat is een vreemde gewaarwording tussen al die transparante geesten. Ze is onwaarschijnlijk mooi. Maria helpt veel mensen in nood. En ik mag vaak met haar mee. Ik kan heel veel van haar leren. Ze heeft zo’n mooie zuivere energie. Ze helpt ook ons hier aan gene zijde om te accepteren dat we zijn overgegaan. Dat doet ze heel liefdevol en het geeft vertrouwen dat alles goed komt.
En Michael Jackson zorgt voor de komische noot. Ik heb nooit geweten dat hij zoveel grappen kon maken. Hij is hier absoluut een verademing. Veel geesten zijn serieus met hun werk bezig, terwijl wij er van houden om veel grapjes uit te halen. Dat maakt het hier leuk want je kunt niet altijd serieus zijn. Er is ellende genoeg op aarde en daar krijgen wij een flinke dosis van mee. Grapjes, waarbij wij veel lachen, helpen ons om de ellende even naast ons neer te leggen. Want zoals wij vanuit gene zijde de wereld zien is een enorme confrontatie. De wereld moet nog heel veel veranderen wil hij weer leefbaar zijn. Langzaam gaat het de goede kant op. Wij aan gene zijde doen er alles aan om de mensen op aarde in beweging te zetten en langs de goede weg te leiden. Het is jammer dat er nog zoveel dwarsliggers zijn. Die verzieken de boel. Wij blijven ons best doen en ik zie dat de mensen langzaam tot het besef komen dat er echt iets moet veranderen. Ik vind het heel mooi om op deze manier mijn steentje bij te dragen aan een betere wereld, waarin jullie straks heerlijk kunnen leven. Want ja, ik wil goed voor mijn nabestaanden zorgen.
Heel veel mooie helende krachten wens ik je toe en blijf vooral vertrouwen op ons. Wij zijn er altijd om te helpen.

zaterdag 1 mei 2010

Wat een herrie

Ik ben vanmorgen wakker geschrokken van de deurbel en een hoop herrie. Ik vroeg me af wat er aan de hand was en rende enigszins paniekerig de trap af. Was er ergens brand? En ik ben zo bang voor brand. Ze zeggen dat ik in een vorig leven van de brandstapel gered ben. Dat zou mijn angst voor brand kunnen verklaren. Onderaan de trap vergat ik de laatste trede en belandde met geknikte enkel op de grond. Ik vloekte even flink. Snel stond ik weer op, keek uit het raam en zag de vuilniswagen staan. Het is de zaterdag na Koninginnedag? Komen ze de groene bak legen? Ik zocht mijn tuinklompen en mijn jas, maar had geen idee waar ik mijn jas gelaten had. Ik deed de deur van het nachtslot en liep een beetje hinkepinkend in mijn nachtshirt naar buiten, gelukkig een degelijk nachtshirt en niet zo niemendalletje. De vuilnisman vroeg me van wie de auto was die naast de mijne geparkeerd stond, want die blokkeerde de doorgang. De vuilnisauto kon niet verder. Ik had geen idee. De vuilnisman was zo aardig om voor mij de groene bak keurig in de rij van andere bakken te zetten om geleegd te worden. De vrouwelijke chauffeur zei tegen me: “Oren dicht” en begon hevig te toeteren. Wat een herrie. Ik zag deuren opengaan en slaperige gezichten om een hoekje kijken. De buurman heeft een loge en zijn auto stond dubbel geparkeerd. De buurman keek me sip aan, zag mijn nachtshirt en zei: “Jeetje, de hele straat is meteen wakker. Sorry buuf!”
Weer binnen keek ik in de spiegel en schrok van mijn kapsel, kapsel windhoos! Wat zal die vuilnisman wel niet gedacht hebben.