zondag 1 april 2012

Myosotis

Zondag 1 april

Doordat er steeds minder gelovigen in de katholieke kerk komen is er een moderne kerk van zo’n 50 jaar oud gesloten. Er zijn diverse plannen met de kerk onder andere sloop of een appartementencomplex. Er is veel protest onder de omwonenden. De kerk is beeldbepalend. Zo’n devoot gebouw kun je niet zomaar slopen of verbouwen.
De oplossing komt al snel. Het wordt een uitvaartcentrum. Er wordt grondig verbouwd net behoud van bijzondere details die er aan herinneren dat het ooit een kerk was.
Vandaag is er een open dag en ik ga er heen, nieuwsgierig wat er van de kerk geworden is.
Ik ga mee met een rondleiding en ik kan niets anders zeggen dan dat het er schitterend uitziet. Mooie familiekamers waar je dag en nacht terecht kunt. Een mooie sfeervolle aula, een heel gezellige koffiekamer, er is aan alles gedacht. Ik vraag de gastvrouw het hemd van haar lijf. Het hele concept bevalt me. Als het zover is wil ik daar mijn laatste aardse dagen doorbrengen.
Myosotis betekent vergeet mij niet maar de naam blijkt al te bestaan bij een andere onderneming. Er wordt aan de bezoekers gevraagd of zij een suggestie willen doen voor een nieuwe naam. Op de deksel van een kist wordt van alles opgeschreven zoals adios, vlinder, de laatste reis en engel. Ik schrijf Daarius neer. Daarius is het eindstation in morgenland van waaruit je naar de hemel gaat. Dat weet ik omdat Charl, die nu in de hemel is, dat aan mij via telepathie heeft verteld. Nooit geweten dat het kon, maar dat overkwam mij na zijn dood.
Er wordt enthousiast op mijn suggestie gereageerd. Of Daarius de nieuwe naam wordt is de vraag. Het hangt van zoveel factoren af. Ik wacht rustig af.
In mijn boek Dikke tranen en transparante geesten staat beschreven wat er gebeurt na de dood, hoe de overledenen overgaan en in welke sfeer in morgenland zij terecht komen. Daarin staat beschreven hoe het er in Daarius aan toe gaat.
Ik blijf een tijdje in de aula zitten. Ik maak kennis met een vrouw die naast me komt zitten en die ook nog in een rouwproces verwikkeld is, net als ik. Het gesprek wat ontstaat is warm, begripvol en het voelt alsof ze op mijn pad gestuurd is. Zij gaat weg en ik blijf vol emotie achter. Maar ze komt weer terug en vraagt: ‘Zullen we mailen?’ Ik ben verrast en antwoord: ‘Ja, dat wil ik wel. Lijkt me leuk’ en schrijf mijn e-mail adres op. Ze gaat weer. Ik kom tot mezelf en luister naar een optreden van zangeressen die allerlei gevoelige songs zingen. Als ze Ave Maria zingen word ik diep geraakt. Ik voel de tranen over mijn wangen biggelen. Ik scherm me af voor geesten die talrijk aanwezig zijn in de ruimte en contact met me zoeken. Ze willen me helpen maar ik heb op dit moment geen behoefte. Er komen zoveel herinneringen naar boven. Om me dan ook nog te concentreren op hun aanwezigheid wordt me teveel. Het is al moeilijk genoeg.
Bij de uitgang staat een mandje met zakjes Myosotiszaad, vergeet-mij-nietjes. Ik neem een paar zakjes mee en de nodige informatie over het uitvaartcentrum, stap op de fiets en laat de straffe wind al mijn emoties weg waaien. Heerlijk! Ik fiets een andere weg naar huis, door het park, langs het water en ik besef weer hoe mooi de natuur is. Ik voel de levenslust in me terug keren.