woensdag 29 juni 2011

Dinsdag; Noodweer op komst?

Vanmorgen vroeg opgestaan. Kleinzoon werd om kwart voor zeven gebracht. Het viel niet mee. Ik had tijd nodig om goed wakker te worden. Het is fijn dat kleinzoon nog een tijdje in de box wil spelen. Zodra de benedenverdieping gezogen en gedweild is, weet hij dat hij uit de box mag. Hij is helemaal niet tot last maar ik moet hem wel in de gaten houden als hij rondkruipt. En juist op zo’n dag komen er Jehovagetuigen aan de deur. Ik zag ze staan door het spiegelglas van de voordeur. Een zelfde soort glas als bij de politie. Ik heb ze laten staan en mezelf schuil gehouden. Het is niet vriendelijk maar ik had echt geen behoefte aan een gesprek over het koninkrijk Gods.
Even later staat er een jongen met een aktetas voor de deur. Waarom ik voor hem wel de deur open doe, weet ik niet. Hij wil me een andere energieleverancier aansmeren. Ondertussen hoor ik kleinzoon in de kamer rommelen. Ik wimpel de jongen af en hij snapt echt niet waarom ik bij de dure hoofdleverancier wil blijven. Ongeduldig zeg ik dat ik geen discussie wil en dat ik naar mijn rondkruipende kleintje terug moet. Hij kijkt me raar aan, draait zich om en loop weg, mompelend dat een andere leverancier echt 25 euro per maand goedkoper kan zijn. Ik doe de deur dicht en zie dat kleinzoon de hal ingekropen is. Hij snapte vast niet waar oma bleef.
Halverwege de ochtend komen donkere schapenwolken aanzetten. Het belooft niet veel goeds. Er is voor vanmiddag noodweer voorspeld; zware regenbuien met windstoten, hagelstenen, bliksem en rake donderklappen.
Kleinzoon valt na de lunch in slaap en wordt niet wakker als ik zijn luier verschoon. Maar zodra hij in bed ligt is hij klaar wakker. Hij blijft maar doorspoken en heeft de grootste lol. Ik verlang zo naar een middagdut op de bank. Zolang hij wakker is kan ik er niet aan toegeven.
Ik hoor inmiddels de regen op de schuine dakramen van mijn atelier kletteren. Als dat overgaat in noodweer zal er van mijn middagdut wel niets terecht komen. Ik ben erg bang voor onvoorspelbaar noodweer. Vooral die windstoten boezemen mij angst in. Ik moet dus op mijn qui-vive zijn.

Het is inmiddels bijna middernacht en hier is tot nu toe het noodweer uitgebleven. Hier en daar een bliksemflits en wat gedonder en een klein beetje regen.
En ik heb vanmiddag heerlijk op de bank geslapen. Nu ben ik nog klaar wakker en heb totaal geen zin om naar bed te gaan. Bovendien is het erg warm in huis.

maandag 27 juni 2011

Groeiend 'oerwoud'

Na alle regen van de laatste tijd zijn in de tuin de planten de grond uitgeschoten. Groeizaam weer dus, maar op plaatsen die ik niet wil. Het terras is een groen tapijt geworden. Het onkruid tussen de klinkers staat enkelhoog. Vorige maand heb ik twee weken lang in de tuin gewerkt om alles naar mijn zin te maken. Wat een ruimte-effect toen de twee terrassen brandschoon waren.
Bij de aanblik van al het vers gegroeide groen zakte de moed me in de schoenen.
Gisteren vierde ik mijn verjaardag en op voorhand had ik visioenen van gezellige groepjes mensen in de tuin verspreid, aangenaam pratend met elkaar. Geen afzondering voor de rokers onder hen. En het zou prachtig weer zijn.
De werkelijkheid was dat mijn tuin op een beginnend oerwoud leek. Het aantal bezoekers viel tegen. Tja, na weken regen was het eindelijk mooi weer en overal in den lande was iets leuks te zien of te doen. Gevolg was dat we met een klein clubje bij elkaar waren. Heel gezellig overigens. De helft van het clubje was binnen, de andere helft buiten. Schoonzoon bewoog zich hurkend over de grond om al het onkruid tussen de stenen uit te trekken, zo nu en dan pauze nemend voor een slok bier of een haaltje aan zijn nepsigaret. Hij wil stoppen met roken. Ik was blij verrast toen hij me riep om het schone terras te aanschouwen. Hij maakte me in en in gelukkig. Dit vond ik het ultieme verjaardagscadeau, een spontane actie met een weergaloos resultaat.
Maar of ik mijn verjaardag volgend jaar weer zal vieren , valt nog te bezien. Trouwens, vieren doe ik het niet. Ik sta er bij stil dat ik weer een jaar ouder ben geworden. Ik besef vooral hoe snel de tijd voorbij gaat.
Wat ik het vervelendste vind aan mijn verjaardag? Wie komt er en hoeveel lekkers moet ik in huis halen. Mensen die je verwacht blijven weg, mensen die je totaal niet verwacht komen langs. Die onzekerheid vind ik een grote stresfactor. Ik zal het anders aan moeten pakken. Mensen uitnodigen en mij laten weten of ze wel of niet aanwezig zullen zijn. Ik heb in ieder geval weer een heel nieuw jaar om er over na te denken.
En ondertussen ga ik, nu de zon zo heerlijk schijnt, genieten van mijn schone terras. Hopelijk blijft het ‘oerwoud’ nu een tijdje weg.