zondag 19 december 2010

Kerstboom


De kerstbomen zijn opgetuigd. Twee nepkerstbomen. Het resultaat: Je ziet dat ik ze met niet al te veel enthousiasme heb opgetuigd. De kleinkinderen zullen het prachtig vinden en daar doe ik het eigenlijk voor. BN-ers (bekende Nederlanders) laten een stylist komen om de bomen op te tuigen met allerlei trendy versierselen. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Ik wou dat ik een plek had waar ik de boom opgetuigd en stofvrij weg kan zetten na kerst. Maar dat heb ik niet. Dus met Driekoningen op 6 januari ruim ik alles weer op en dat gaat een stuk sneller dan optuigen. Het is net of mijn ogen dit jaar het mooie van een kerstboom niet willen zien. Dat ligt natuurlijk aan mezelf, aan mijn gemoedstoestand. Mijn zelfbedachte kerstgroepje mag er zijn; het symbool van nieuw leven, een nieuwe start vol warmte en licht. Al vol verwachting wat het nieuwe jaar zal brengen. De kerstgedachte is belangrijker dan zo’n versierde nepboom. Misschien zijn die nepbomen wel symbolisch voor mij, me anders voordoen dan ik me werkelijk voel. Nepgedrag zal ik maar zeggen, doen alsof, net als de nepbomen met al hun opsmuk.
Misschien moet ik volgend jaar toch maar weer echte kerstbomen kopen. Ik krijg een heel nieuw jaar de tijd om aan mezelf te werken. Wie weet willen mijn ogen volgend jaar Kerstmis wel de schoonheid van een versierde boom zien en kan eindelijk definitief mijn masker af.

zaterdag 18 december 2010

Bijna Kerstmis


Ik heb vandaag een emotionele dag. De tranen zitten hoog. Een echte reden kan ik niet aangeven. Ja, ik mis mijn man maar daar heb ik al zo vaak over verteld. Juist deze dagen zijn moeilijk. Het optuigen van de kerstboom stel ik steeds maar uit. Want dat is ook een emotioneel iets. Mijn man deed altijd de lichtjes er in en ik de rest. Nu vandaag gaat het dan gebeuren. De kerstmuziek staat al aan. Die muziek zal ook wel bijdragen aan mijn melancholische bui.
Ik heb al boodschappen gedaan. Alles is in huis voor een high tea met de kinderen en kleinkinderen op maandag. Het was een hele klus om de auto sneeuw- en ijsvrij te maken. Er ligt een dikke platgereden sneeuwlaag op de wegen. Ik ben geen held op gladde wegen, rijd liever niet. Maar ik moest. Gisteren hoorde ik Peter van der Vorst op televisie zeggen dat hij bij dit extreme winterweer 10 tot 20 km per uur rijdt. Hij hoeft niet zo nodig snel te rijden. Hij wil liever veilig op de plaats van bestemming komen en dat zouden anderen ook moeten doen. Hij heeft gelijk. Ik heb zijn voorbeeld gevolgd. Ik dacht: “het kan me niet schelen wat anderen van mijn snelheid denken.” In de supermarkt was het erg druk. Ik heb behoorlijk wat inkopen gedaan. Een gedeelte ervan was voor de voedselbank. Ik ben in een gelukkige positie dat ik mijn boodschappen kan betalen. Ik gun anderen die het moeilijk hebben ook wat met de kerstdagen. Ik heb ‘luxere’ dingen uitgezocht en de mensen van de voedselbank waren erg blij met mijn bijdrage. In de supermarkt hoorde ik in mijn hoofd een stem zeggen: “Ik ben trots op je dat je ook aan je medemens denkt.” Toen schoten de tranen in mijn ogen. Het is zo’n kleine moeite iets aan een ander te geven. Thuisgekomen heb ik eerst de kerstpost doorgelezen; hartverwarmende berichtjes, ook onverwachte berichtjes en hup daar kwamen de tranen weer.
Ik laat de tranen maar gaan. Het zijn geen tranen van verdriet maar van geluk, ontroering en ja toch een heel klein beetje verdriet om die ene persoon die het leven los moest laten en nu aan gene zijde is. Hij is gelukkig altijd nog in mijn nabijheid maar dat is toch anders. Het lijfelijke contact is er niet meer. Geen gepiep meer nu, het is tijd om de kerstboom op te tuigen. Dan wordt het voor mij ook Kerstmis.
Iedereen al vast mooie, warme, liefdevolle en gezellige kerstdagen, ook als je alleen bent, want er is altijd iemand die aan je denkt. Sta er open voor en je zult ook het kerstgevoel beleven.

donderdag 9 december 2010

Decembermaand


Sinterklaas is weer voorbij. De spanning bij de kleintjes is weg. Wat een opluchting. En iedereen tevreden met de cadeautjes. Het was gezellig, druk. Maar toen alles weer normaal was, kwam bij mij de terugslag. Zomaar ineens uit het niets biggelden de tranen over mijn wangen alsof ik aangeraakt werd en mij werd gezegd dat ik ook even aan Charl moest denken. Tijdens het uitpakken van de cadeautjes had ik geen tijd om aan hem te denken of ik liet het niet toe. Charl is altijd in mijn gedachten. Hoe kan ik mijn grote liefde nou vergeten, dat is onmogelijk.
Doordat hij altijd in mijn gedachten is, ben ik ook regelmatig emotioneel. Dat is nu eenmaal zo. Ik kan hem niet uit mijn gedachten bannen.
Charl genoot altijd erg van het Sinterklaasfeest. Hij werd altijd blij van de verrukte snuitjes van de kleintjes als ze hun cadeautjes uitpakten. Dat zal hij nooit meer meemaken. Ik blijf weer alleen achter na zo’n heerlijke dag en dat is zwaar. Zulke momenten realiseer ik me dat zo de rest van mijn leven er uit zal zien; van tijd tot tijd lieve mensen om me heen, maar de meeste tijd alleen. Ik zal er aan moeten wennen, het is moeilijk maar ik ben al een eind op weg. Dit jaar zal Kerstmis anders voor me zijn. Geen discussie over bij wie Kerstmis gevierd wordt. Ik ga dit jaar weg, naar het buitenland. Want ook dat is mijn leven; ik moet het voor mezelf gezellig maken. Een ander doet het niet voor me. De kinderen wil ik niet altijd lastig vallen. Zij moeten hun eigen weg kunnen gaan, net als ik. Maar soms mag ik weer even in mijn cocon kruipen en zielig zijn en meelij met mezelf hebben totdat ik de cocon weer open gooi en ik het weer helemaal zie zitten.

woensdag 1 december 2010

Weg boom!

Ik wil vandaag wat uitslapen. Voor alle zekerheid heb ik wel een wekker gezet, want ik wil ook niet al te laat opstaan. Ik schrik wakker van een schrapend geluid. Ik probeer het geluid te herkennen. Het lijkt wel een sneeuwschuiver. Zou het dan zoveel gesneeuwd hebben? En het zou een wonder zijn als ze hier de straat schoon zouden schuiven. Onze straat is als er sneeuw ligt altijd spekglad. Vooral het laatste stukje als je de straat uit gaat. Daar schijnt ’s winters geen zon. Hij staat zo laag dat hij maar een heel klein stukje boven de daken uitkomt. Ineens hoor ik het geluid van een cirkelzaag en stemmen. Er zal toch geen brand zijn in de straat, want een herrie is het wel. Ik ga snel uit bed en in mijn nachthemd naar beneden. Brrr. Koud!
Ik doe de luxaflex open en tot mijn grote verbazing is zojuist de boom achter mijn huis, in de gemeentegrond omgezaagd. Het was een mooie dikke boom, hij had alleen de pech te dicht op mijn huis te staan, 50 cm. vanaf het raam. Hij had hele dikke wortels gemaakt. Er kwam er zelfs een boven de grond en het leek alsof daar een slang lag. De wortel verdween onder de grond van mijn schuurtje om op het terras weer uit te komen, waar hij de stenen omhoog tilde.
In de herfst krijg ik enorm veel vallend blad in de tuin en in het voorjaar heb ik allemaal nieuwe zaailingen van de boom. Van een paar probeer ik bonsai’s te maken. De rest gaat er allemaal uit. Ik had bij de gemeente geklaagd over de wortels van de boom. Ze hadden al een keer een stuk wortel weg gezaagd. En er werd gezegd dat de boom daardoor instabiel was en dat er bij een hevige storm de kans bestond dat hij om zou waaien, maar nooit mijn kant op. Ik vond dat een naar idee, want als hij de andere kant op zou vallen, zou hij dan ook niet een stuk van de achtergevel meenemen als die enorme wortel eruit zou komen. Ik was er niet gerust op. De gemeente is erg voorzichtig met het weghalen van gezonde bomen en ze gaven weinig kans dat hij er uit zou gaan. Ik had gezegd dat ik de boom eigenlijk niet kwijt wilde en dat ik het liefst een ander boom terug zou willen waarvan de wortels de diepte in gaan in plaats van in de breedte. Ik heb er nooit meer iets over gehoord en nu ineens, zonder aankondiging, is de boom weg. Er staat alleen nog de afgezaagde stronk. Toch wel een trieste aanblik. Toch ook wel jammer. Ineens is het stil in huis. Als het waait hoor ik die boom altijd en zelfs het huis kraakt mee. Vandaag waait het ook flink. Ik heb helemaal niets gehoord, zelfs het huis is stil. Ik hoop niet dat ze nu op de vrijgekomen plek auto’s neer gaan zetten, want dan heb ik toch echt liever een nieuwe boom.

donderdag 28 oktober 2010

Grijze week


Deze week gaat alles wat moeizaam. Buiten is het grijs en somber. Dat doet geen goed aan mijn stemming.
Gisteren zette ik de televisie aan en kwam terecht in een uitzending over katholiek Nederland. Er werd op verschillende kerkorgels gespeeld en er werden liturgische liederen gezongen. Heel mooi. Ik wilde niet blijven kijken want ik bemerkte allerlei emoties. Maar bleef toch kijken. Ik voelde de tranen stromen. Ik associeer orgelmuziek altijd met begrafenissen. Ik moest terugdenken aan de begrafenis van mijn man. Dat was een heel moeilijk moment. Ik zag alle beelden weer voor me. En het wordt er niet gemakkelijker op want er wordt veel gepraat over Allerzielen; wat het betekent, wat het met je doet en wat je gaat doen op zo’n dag om de dierbaren te herdenken. Ik dus niets. Ik herdenk het hele jaar door. Ik heb een altaartje waar altijd een kaars brandt en waar foto’s van mijn dierbaren staan.
Allerzielen is zo beladen en ik wil er even niet aan denken. Ik wil mijn emoties even wegstoppen anders functioneer ik niet. Ik ga met Allerzielen naar de Efteling. Eerst naar het spookslot, dat heeft ook met de dood te maken en daarna de rest van het park. En dat wordt genieten. Er zullen nog sombere dagen genoeg komen. Maar nu wil ik even alles achter me laten. Geen zin in tranen. Ik zal mijn man echt niet vergeten, maar de emoties mogen van mij wat minder heftig zijn.

dinsdag 19 oktober 2010

Mijn dinsdag


Vandaag is het weer oppasdag. Kleinzoon wordt al om zeven uur gebracht. Ik begin altijd met het stofzuigen en dweilen van de benedenverdieping zodat kleinzoon op een schone vloer rond kan kruipen.
Vandaag heb ik het gevoel dat dweilen weinig zin heeft want zwager en schoonzus komen helpen de tuin winterklaar te maken. De tuin is in juli voor het laatst goed onderhouden. En door al het achterstallig onderhoud lijkt het wel een oerwoud. Alleen de vogeltjes ontbreken door de katten die zich in het hoogstaande onkruid verschuilen. De weersvoorspelling is weinig hoopgevend.
Zwager en schoonzus beginnen te wieden en te snoeien in de voortuin. Het is een hele klus. Ik voel me schuldig want ik heb de boel laten versloffen en ik mag me bezig houden met kleinzoon en dat is veel minder vermoeiend dan in de tuin werken.
Het wordt lunchtijd en er breekt een enorme hoosbui los. Kleinzoon ligt inmiddels in bed voor zijn middagslaapje. Na de lunch moet toch ook ik echt gaan meehelpen in de achtertuin. Er zijn veel peren uit de boom gevallen, aangevreten door de kraaien en zover verrot dat ze als snot uiteenvallen als ik ze oppak. Ze ruiken alsof ik sterke drank aan het stoken ben. Af en toe krijgen we een flinke bui op onze kop en gaan dan snel even schuilen op de deurmat in de kamer. Want vies zijn we. Drie uur zijn we klaar. Rondom het huis is alles weer netjes. Met zijn drieën hebben we flink gebuffeld. De groene en de zwarte kliko zijn bomvol en daarbij nog eens 4 grote blauwe plastic tuinzakken. Die met de peren erin is loodzwaar en alleen al van de lucht zou je dronken worden. De tuin ziet er weer geweldig uit. Ik ben zwager en schoonzus ontzettend dankbaar. In mijn eentje had ik het niet gered in een dag en bovendien is het veel gezelliger om met zijn drieën in de tuin te werken. Zwager neemt de blauwe zakken in zijn auto mee om ze af te leveren bij de stort. Dan is alles weer mooi opgeruimd.
Ik haal kleinzoon uit bed en dan barst er een enorme bui los. Precies op tijd waren we klaar. De tuin is zo netjes dat ik er het liefst op een stoel in wil zitten om er naar te kijken en van te genieten. Als de zon had geschenen, had ik het gedaan en kleinzoon er naast gezet in de kinderwagen. Ik zie de poes van de buren te voorschijn komen. Hij loopt aarzelend rond. Hij is de weg kwijt in onze tuin. De hoosbui gaat nog even door. Ik voel me gezegend met zulke lieve familie, want wat hebben ze hard gewerkt.

maandag 18 oktober 2010

rouw


Er zijn zo van die dagen dat ik weer met mijn neus op de feiten word gedrukt dat ik alleen ben zonder partner. Dan komt het intense verdriet weer naar boven borrelen. Ik geef er maar aan toe, laat de tranen gaan omdat ik weet dat het ook weer ophoudt. Het voor jezelf leuk maken valt niet altijd mee. Ik ga verschillende weekends weg onder de mensen en als ik dan weer thuis kom, stap ik in een leeg huis. Niemand om je ervaringen mee te delen. Dat zal wel nooit wennen. Soms vraag ik me af hoe andere mensen in eenzelfde situatie dit ervaren. Ik heb alleen geen zin om naar een rouwverwerkinggroep te gaan. Ik wil mijn verhaal wel kwijt, maar heb niet zo’n behoefte om leed van onbekenden te horen. Dat klinkt egoïstisch maar ik kan het niet. Het is me te emotioneel. Nou zijn juist daarvoor die groepen opgericht. Maar nee, ik ga er niet heen. Ik probeer er zelf uit te komen. En als het wat langer gaat duren, geeft dat niks. Rouwen kost tijd en die tijd neem ik graag.

dinsdag 21 september 2010

Spiritueel blog en andere website

In mijn spirituele blog vertel ik over mijn spirituele ervaringen en over mijn contact met gene zijde. Het is, als je er in geinteresseerd bent , zeker de moeite waard om daar ook even te lezen.
Ik heb nog een website www.schrijfcirkel.nl
Het is leuk als je daar een reactie achterlaat.

nazomerdag

Wat een heerlijk weer. Ik ga met kleinzoon in de kinderwagen naar het park. Het is 10 uur en kennelijk het tijdstip dat iedereen zijn honden uitlaat. In de bocht staan er ineens drie grote honden voor me en allemaal snuffelen ze aan de kinderwagen. Kleinzoon is helemaal niet bang. Dat valt me mee, want het zijn me een grote hondenkoppen die half in de kinderwagen duiken om hem te besnuffelen. Gevolg, kwijl op de voetenzak. Gelukkig heb ik iets bij me om het schoon te maken. Ik wandel verder en zie flinke hoeveelheden hazelnoten op het pad liggen. Tja, en die kan ik niet laten liggen. Mijn zakken van mijn jack zitten vol en het voelt zwaar. Ik loop langs de grote speelweide. Achter me hoor ik geschreeuw: “Kom hier!” Ik hoor gehijg en kijk achterom. Komt er een knots van een hond op me af rennen, tong uit de bek, grote slijmslierten. Ik sta strak, wijs met mijn vinger in de richting van de baas en met een boze lage stem zeg ik: “Terug!”. Hij stopt, glijdt nog even door op het natte gras, kijkt me aan en rent met de staart tussen de benen weer terug. Zo, dat heb ik toch maar weer even mooi voor elkaar. Ik ben niet bang voor honden, maar toch weet je niet wat vreemde honden doen. En waarom kwam hij ineens zo snel op me af? Het lijkt wel of er steeds iets gebeurt als ik in het park ben. En altijd loopt het weer goed af.
Ik doe snel een paar boodschappen in de supermarkt en op de terugweg zie ik een vlierboom vol met prachtige zwarte bessen. Die oogst ik ook nog even. Heerlijk als ik mon chou taart maak met bosvruchten. Vlierbessen geven er net een lekker smaakje aan en ze zijn ook nog eens gezond. Je moet ze alleen niet rauw eten. Ik stop ze wel rauw en geritst in de diepvries totdat ik ze nodig heb. Ook maak ik er wel jam van samen met appel vanwege de pectine. Vlierbessen bevatten geen pectine dus dan bindt de jam niet als je alleen vlierbessen gebruikt.
Ik heb het helemaal warm gekregen. Er staat helemaal geen wind en dat komt toch maar weinig voor in ons kikkerlandje. Er komen nog een paar van die mooie dagen aan. We kunnen nog even genieten. Maar de herfst die ruik je al. Vandaag is het officieel herfst.
Nu ben ik thuis, we gaan een broodje eten en dan gaat kleinzoon zijn middagslaapje doen.

donderdag 9 september 2010

11 septemebr-nine eleven

Ik sta op station Den Bosch te wachten op de trein. Links en rechts hoor ik opgewonden telefoongesprekken. “Zo erg, de hele stad ligt in puin.” “New York staat in brand”. Ik spits mijn oren en vraag me af wat er aan de hand is. Ik hoor “een aanslag”. De trein arriveert en ik stap in. Ook in de trein gonst het. Het moet wel heel erg zijn. Ik vraag aan een medepassagier wat er aan de hand is. “Er is een vliegtuig neergestort in New York.”
Thuis gekomen zet ik meteen de televisie aan en dan wordt de ramp in zijn volle omvang zichtbaar. Afschuwelijk! En dan het moment dat de Twin Towers in elkaar zakken...
Wat een drama. En al die mensen die nog in de gebouwen zijn. Wat gebeurt er met hen? Enkele dagen later is de omvang van de ramp duidelijk. Overal in de hele wereld gaan de vlaggen half stok. En net op deze dag trouwen mijn zoon en schoondochter. Het wordt een dag met een zwart randje, een beladen dag, een dag om nooit te vergeten.
Vanaf die tijd worden veiligheidsmaatregelen aangescherpt, de mensen worden angstig want wat staat ons nog meer te wachten.
Afgelopen augustus waren we in New York. We bezochten Ground Zero waar druk gebouwd wordt. We waren in het herinneringsmuseum dat over een poosje verplaatst zal worden naar een nieuw pand op Ground Zero. De plek wordt druk bezocht. De hele wereld was toen getuige van het ongelooflijke drama en het mag nooit vergeten worden. Zoveel onschuldige mensen vonden de dood. Zoveel reddingswerkers kwamen er om tijdens de reddingswerkzaamheden. Het is niet te bevatten. De resten van de Twin Towers liggen nog steeds ergens opgeslagen. 11 september zal iedereen deze ramp herdenken en iedereen zal even stil blijven staan bij het leed wat het veroorzaakt heeft. Zoiets mag nooit meer gebeuren.

Een onverwachte ontmoeting

Ik doe boodschappen in de supermarkt. Ik heb net een grote zak tarwebloem in mijn karretje gelegd als ik ineens in gebrekkig Nederlands hoor: “Zo! Ga je brood bakken? Ik kijk op en zie een oudere man naast me staan, met een bruin getint gezicht, een dun snorretje en knijpoogjes. Hij vraagt wat voor brood ik ga bakken, Marokkaans of Nederlands brood en of ik gist gebruik. Deze man is dus een Marokkaan. Vervolgens krijg ik een heel verhaal over hoe je Marokkaans brood bakt. Ik moet goed luisteren om het te verstaan. Hij vraagt verder of ik kinderen heb en zo ja of ze al weg zijn en of ik een man heb. Ik antwoord dat ik twee kinderen heb, dat ze al uit huis zijn en dat mijn man is overleden. “Dus je bent vrij?” vraagt hij. “Ik zoek een vriendin om koffie te drinken en een keertje in de week bij elkaar te zijn. Hoopvol kijkt hij me aan. Ik krijg kippenvel. Hoe kom ik hier netjes van af. Ik zeg: “Maar ik zoek geen vriend.” “Zullen we nu even koffie drinken?” vraagt hij. “Nee” zeg ik, “Ik moet boodschappen doen.” “Hoe oud ben jij?” Ik vind het wel ver gaan nu en hij staat ook heel dicht bij me. Nu beleefd blijven. “50+” zeg ik. “Oh ja? 51 dan.” “Om eerlijk te zijn ben ik 60.” Ongelovig kijkt hij me aan. Ik dacht dat je 48-50 was. Je bent een hele mooie vrouw. Je sport zeker veel, want je ziet er sterk uit.” “Ja, ik sport iedere week.” “Gaan we dan nu koffie drinken?” Tjee, hij ziet echt iets in me. Ik zeg: “Nee, we gaan geen koffie drinken. Ik moet de boodschappen doen. Dag” en ik ga verder. Hij loopt nog een klein stukje met me mee en gaat dan teleurgesteld naar de kassa. Wat een ervaring. Ik lig nog goed in de markt. Ik moet er alleen niet aan denken om mijn leven weer te delen met een andere man. Maar zijn aandacht en opmerking streelde me wel. Ik zal hem vast nog wel eens tegen komen maar mijn antwoord blijft nee.

vrijdag 3 september 2010

workshop



Er is mij gevraagd een creatieve workshop te geven op een basisschool voor speciaal onderwijs. Het lijkt me een uitdaging. Het is al weer lang geleden dat ik iets creatiefs met een groep kinderen gedaan heb. Ik moet de kinderen iets laten doen wat in een uur af kan zijn.
Ik probeer thuis wat technieken uit en kom uiteindelijk terecht bij wolvilten. In een uur tijd kunnen de kinderen een of twee balletjes van vilt maken.
Ik rijd in de auto naar de school met behulp van tomtom. Hij brengt me niet rechtstreeks naar de school want tomtom herkent geen inrichtingsverkeer. Via allerlei binnendoor straatjes kom ik bij een school aan waarvan ik denk dat het de school is waar ik moet zijn. Ik zie een leerkracht op het schoolplein en vraag of ik bij de juiste school ben. “Jazeker” en ik krijg een grote glimlach. “Iedereen die ons vandaag komt helpen is van harte welkom. Kom binnen”. Het hek zwaait open en hij wijst me de weg naar het klaslokaal waar ik moet zijn. Daar wordt ik wegwijs gemaakt door een andere leerkracht en zet alles wat we nodig hebben voor het vilten klaar. De kinderen hebben buiten gespeeld en komen uitgelaten binnen, nieuwsgierig naar wat we gaan doen. Op school hebben ze verteld dat we een knuffelbeertje gaan maken, maar ik had van tevoren al gezegd dat dat teveel werk zou zijn en dat ik ze dan zelf in elkaar moet zetten met naald en draad. Ik laat de vilten balletjes zien die ik thuis gemaakt heb en de kinderen zijn enthousiast, temeer omdat ik al een basisballetje heb voorbereid met een kattenbelletje er in. Er zijn kinderen die thuis een kat hebben en het idee om een speeltje voor de kat te maken spreekt ze wel aan. Maar het kan ook gewoon een lekker knuffelballetje zijn, want het vilt is erg zacht en nog een beetje kneedbaar. Dus je kunt er lekker mee friemelen in je hand.
Ik laat aan de kinderen zien wat de bedoeling is en al snel zijn de kleine handen de wol zodanig aan het bewerken dat er kleine ballen ontstaan die weer versierd kunnen worden met allerlei kleuren wollont. De kinderen werken intensief en worden rustig. Regelmatig worden de handen in warm water gedoopt en met olijfzeep ingesmeerd. En dan kan het bewegen, rollen, draaien verder gaan, net zolang totdat het balletje stevig genoeg is.
Een jongetje vindt er niets aan, is dan ook snel klaar vindt hij en begint te zeuren. Ik help hem het balletje steviger te maken maar eigen initiatief toont hij niet. Hij vindt het genoeg en gaat zitten mokken. Een andere jongen wordt zijn gezeur zat en zegt: “Ga toch terug naar je geboorteland.” Er ontstaat gekibbel en de twee stagiaires die aanwezig zijn zeggen niets. Ik spring in en zeg dat ik die opmerking niet leuk vind en dat we bij elkaar zijn om gezellig iets moois te maken en daar hoort geen gekibbel bij. De jongen bindt in en gaat verder met zijn balletje. Een paar kinderen zijn er heel bedreven in, anderen hebben hulp nodig. Van de stagiaires krijg ik weinig support. Een vindt het zelfs vies werk. Ik ben dan ook druk bezig. Een uur is snel voorbij. Een leerkracht van een andere klas komt binnen om te zien wat we aan het doen zijn. Hij vindt het opmerkelijk rustig. Het vilten brengt je ook tot rust. Je bent geconcentreerd op het viltproces waardoor je andere dingen vergeet. Het maakt je hoofd leeg.
Na een uur mag het resultaat er dan ook zijn. Iedereen heeft een mooie bal ter grootte van een golfbal.
We ruimen snel de boel op en worden op het schoolplein verwacht. Er zijn nog meer mensen die een workshop gegeven hebben op zeer uiteenlopend gebied. Het was voor iedereen een geslaagde dag en we worden dan ook uitbundig bedankt door het schoolhoofd en de kinderen. Volgend jaar mag ik weer komen, maar dan wel met mozaïek. Meteen komt de gedachte bij me op: “vonden ze het wol vilten dan geen leuke workshop”? Een mozaïek maken is veel intensiever en vergt veel voorbereiding. Je maakt geen mozaïek in een uurtje. We zien wel tegen die tijd. Ik vond het geweldig om samen met de kinderen te vilten en aan alles kon je merken dat de kinderen genoten en daar deed ik het voor.

zaterdag 28 augustus 2010

Donderbui


De zon schijnt en ik moet nog boodschappen doen. Kleinzoon van 21/2 logeert bij mij dit weekend. Ik zet hem in de kinderwagen en we gaan op pad. Ik zie wel donkere wolken, maar heb goede hoop dat het droog blijft. Helaas nee, halverwege begint het te regenen en te donderen. Snel doe ik de regenhoes over de kinderwagen, pak mijn paraplu en zet stevig de pas erin naar de supermarkt. Dit keer niet door het park. Ik had zo graag daar naar paddenstoelen willen speuren, want die schijnen door de regen de grond uit te schieten. Het regenwater siepelt in mijn open schoenen.
Nat komen we in de supermarkt aan. Ik doe mijn boodschappen en wacht tot de ergste regen voorbij is. Het wordt weer droog en we gaan terug. Bijna thuis begint het weer te donderen. Donkere wolken bewegen in sneltreinvaart boven mijn hoofd. Dat belooft niet veel goeds. Ik ben bang van onweer. Dat is een overblijfsel van vroeger. Als het ’s nachts onweerde dan werden we uit bed gehaald, onze jasjes werden aangedaan en in de kamer zaten we te wachten op het onheil, terwijl we allemaal aan het bidden waren, kaarsjes aan. Geen elektra, want dat trok de bliksem aan. Die spanning is me altijd bij gebleven. Later heb ik met een enorme klap de bliksem in zien slaan in de bergen, waarna brand ontstond en ik zag hoe een hoogspanningsmast geraakt werd met een dreun, waarna alle stoppen doorgeslagen waren. Ook heb ik door noodweer bomen om zien gaan. Nee, ik houd niet van onweer. Ik loop dan ook keihard achter de kinderwagen, onderwijl gekkigheid makend om mijn angst te verbergen, tot groot vermaak van kleinzoon die nog geen enkele angst kent. Fitness hoef ik vandaag niet meer te doen. Mijn training heb ik al gehad. We komen net op tijd thuis. De bui barst los, het wordt donker en nog nahijgend haal ik het regenscherm van de kinderwagen. Kleinzoon kijkt me triomfantelijk aan alsof hij zeggen wil: “Dat was een avontuur oma.”

donderdag 26 augustus 2010

Een memorabele dag


29 juli, de sterfdag van mijn man. Het is nu drie jaar geleden en een dag om even bij stil te staan. Ik was in Amerika en ik moet heel eerlijk zeggen dat ik er geen moment aan gedacht heb totdat mijn zoon vroeg: “Mam, gaat het?” “Ja, hoezo?” Hij keek me aan en zei dat het toch een moeilijke dag voor mij moest zijn en ik moest hem eerlijk bekennen dat ik er nog niet aan gedacht had. Ik denk dat het goed is. Mijn man is regelmatig in mijn gedachten want missen doe ik hem natuurlijk. Maar tijdens de vakantie was er zoveel te beleven dat de gedachte aan hem naar de achtergrond schoof.
Bij thuiskomst zei mijn dochter: “Ik moet je iets bekennen, ik ben helemaal de sterfdag van pap vergeten.” Waarop ik geantwoord heb dat het helemaal niet erg is. Een gedachte aan iemand moet niet afhangen van een bepaalde dag. Hij is op andere dagen vaak in haar gedachten en dat is goed. Tijdens de vakantie zat ik samen met twee kleinkinderen op de achterbank van de auto en aan hen heb ik regelmatig hun belevenissen met opa verteld. Sommige belevenissen waren wat aangedikt en daar moesten ze verschrikkelijk om lachen. Ze missen opa. Oma is er voor de lieve dingen , maar opa was er voor de stoere dingen, zei kleinzoon. En dat is ook zo. Opa stoeide met hen, ging weg op de fiets met een kind voorop in het zitje, las verhaaltjes voor op zijn eigen manier omdat hij een lichte vorm van dyslexie had, ging voetballen. Opa was kind met de kinderen en dat missen ze. Zo herdenkt iedereen op zijn eigen manier. En ieder jaar is het een beetje minder beladen. De scherpe kantjes van het verlies verdwijnen. De huilbuien beperken zich tot een zacht gesnik. Vaker nog denken we aan hem met een glimlach. Zo vordert het rouwproces. Het verdriet verdwijnt naar de achtergrond, maar de herinnering blijft en die houden we dan ook graag levend. Want zo’n belangrijke man in ons leven zullen we nooit vergeten. Alleen ...op sommige momenten kan het verdriet je weer overvallen en dan laat ik de tranen stromen

woensdag 25 augustus 2010

Terug uit Amerika


Ik ben weer terug uit Amerika. We hebben een rondreis van 4 weken gemaakt door Delaware, Virginia, Pennsylvania en de steden New York en Washington bezocht. Zaterdagmiddag terug gekomen en nu heb ik last van jetlag. Ik kan nog maar moeilijk op gang komen. Het was geweldig in Amerika. Veel mensen ontmoet. Het was ook wel druk met zijn vijven bij elkaar; zoon, schoondochter, twee kleinkinderen en ik. Je bent 24 uur bij elkaar, ook omdat we de hotelkamer deelden om kosten te besparen. Want augustus is hoogseizoen en dan schrik je van de hotelprijzen.
Het weer was constant warm, 35 tot 40’ C en erg vochtig. Dan ben je blij met airco. Het gevolg was wel weer dat als je naar buiten ging de warmte met een klap tegen je aansloeg. Vooral New York was erg heet en de metrotunnels waren een kookpot. New York was fascinerend. We hebben natuurlijk alle highlights bezocht. Maar wat een drukke stad is dat. New York heeft een hele andere uitstraling dan Washington. Daar zijn we aan het eind van de vakantie geweest. Het is er veel ruimer van opzet. De gebouwen zijn niet hoger dan het Capitool. Het is er overzichtelijker en wat je wilt zien ligt dichter bij elkaar. Het verblijf in Lewes in Delaware was leuk. We werden er met open armen ontvangen door onze vrienden daar en dat gebeurde ook bij onze vrienden in Virginia. Iedereen was verdrietig toen we weer weggingen. De kleinkinderen hebben hun eerste paardrijles gehad. De vrienden hebben een paardenfarm. En het was heerlijk om daar tot rust te komen na alles wat we al gezien hadden. We hebben onze laatste dagen doorgebracht in Lancaster County in Pennsylvania. Daar wonen Amish en Mennonieten, mensen die nog leven zoals in het verleden. Geen elektra, geen radio en tv. Tegenwoordig mogen draadloze telefoons weer wel. Auto’s hebben ze ook niet maar rijden in koetsjes met een paard ervoor. Amish in zwarte koetsjes of buggy’s en Mennonieten in grijze. We hebben zelf een toer gemaakt in een wagon, dat is een grotere variant koets, met twee paarden ervoor. We hebben een rondleiding gehad op een boerderij. Interessant. Veel mensen gaan in de zomer blootsvoets over straat of maken gebruiken van een step. Bijzonder om een keer mee te maken. Ze hebben er veel quiltwinkels met prachtige stoffen en ik kon natuurlijk de verleiding niet weerstaan om mooie stoffen te komen. Want quilten is op het moment mijn grote hobby. De bewoners van Lancaster County zijn wel helemaal ingesteld op de toeristen. Die geven een aardige bijdrage aan hun inkomsten.
Het eten word je helemaal zat. Bijna overal krijg je gefrituurde dingen of pizza. Wat ik wel weer erg lekker vond was mac’n cheese, macaroni met kaas. Niet echt gezond. Maar daar kon je dan weer een side bij nemen wat meestal uit sperziebonen of worteltjes of sla bestond. De laatste dagen hebben we gegeten bij Subway. Daar at ik flatbread met een hele berg groente en kaas er op . Had je het gevoel dat je toch nog iets gezonds naar binnen kreeg. Crackerbarrel en the Golden Corral zijn ook nog wel te doen. Ze hebben er in ieder geval verse groente en de prijs is goed. De ontbijten in de hotels stelden niet veel voor. Of er was geen ontbijt. Het ontbijt bestond uit donuts, bagels, cereals en oatmeal met melk en soms wafels of zoet brood wat je moest roosteren en daar kon dan jam op of creamcheese. Voor scrambled eggs met bacon moest je buiten de deur ontbijten. Ik had zelf iets meegenomen zoals krentenkoeken en knäckebröd en wat jam. Dat aten we wel ’s morgens. De kleintjes vonden de donuts en wafels erg lekker. We stonden meestal pas om negen uur op en dan gingen we onderweg lunchen.
Vanwege de hitte hebben we liters water gedronken. Zo nu en dan kochten we ook een ijsje, maar dat moest je of binnen opeten of razendsnel buiten, want daar smolt het snel door de hitte. En Starbucks daar konden we niet voorbij lopen, want daar kun je echt lekkere koffie krijgen. De Amerikanen drinken hele slappe koffie, qua kleur lijkt het meer op hele sterke thee.
Nu ik weer thuis ben vind ik de stilte ook weer erg lekker, maar toch mis ik het gezelschap. Vooral de kleintjes waren erg gezellig. Ik zat samen met hen op de achterbank van de auto.
Er waren ook wel eens wat strubbelingen maar daar kwamen we wel weer uit. Wat mij betreft is het zeker voor herhaling vatbaar.
Tja, en nu weer terug naar de dingen van alle dag. Deze week houd ik nog een beetje rustig, vrijdag komt kleinzoon logeren voor het weekend en de week daarop ga ik alles weer oppakken. Want dan gaat er ook van alles weer starten, zoals de quiltclub. Daar heb ik ook weer zin in.

woensdag 21 juli 2010

Kleinzoon Liam

Iedere week pas ik op. Het is altijd een feestje. Het is zo leuk om Liam iets te leren. Hij is nu ruim twee, maar door het Downsyndroom heeft hij de ontwikkeling van een kind van anderhalf. Geen punt, hij ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en elke dag leert hij er weer bij.
Gisteren was het weer oppasdag. De ochtend was heel gezellig.
Hij ontwaakte krijsend uit zijn middagslaapje en was niet tot bedaren te brengen. En zoek dan maar uit wat er aan de hand is. Had hij soms naar gedroomd, dorst, een vieze broek? Niets van dat alles tot ik de ingeving kreeg dat hij misschien wel last had van doorkomende kiezen. Tandendruppeltjes gegeven. Maar dat duurt even voor het werkt. Naar bed brengen had geen zin meer. Ik heb hem in de wagen gelegd en ben in het park gaan wandelen. Zijn gehuil zakte af en ik hoopte dat hij weer zou gaan slapen. Het was lekker koel in het park onder de bomen.
Liam vond het veel te leuk om alles te bekijken. Ruim een uur heb ik rondjes gelopen, het park is niet zo groot. Hij werd weer vrolijk, maar slapen... nee. Thuisgekomen heb ik hem nog een keer tandendruppels gegeven, want ik was inmiddels overtuigd dat doorkomende kiezen de oorzaak was van zijn gebrul. Wat een kracht heeft een kind op zo’n moment. Ik kon hem met moeite vasthouden.
Eenmaal thuis was hij weer zijn vrolijke zelf en leek het net alsof er helemaal niets aan de hand was geweest. Het is bij hem vaak zoeken naar een oorzaak. Hij kan nog niets aangeven. En vorige week had hij nog hoge koorts met koude rillingen en longontsteking. En dan ga je snel denken: ‘Toch niet weer?’
De rest van de middag was hij weer heel gezellig, maar toen zijn papa hem kwam halen, begon hij weer te brullen. Maar daarvan was de oorzaak dat hij nog helemaal niet weg wilde, het was veel te leuk bij oma.

dinsdag 13 juli 2010

Hitte

Al die hitte, ik kan er zo slecht tegen. Bij alles wat ik doe lopen de straaltjes zweet langs mijn gezicht, net of ik hevig aan het sporten ben. Ik heb het dubbel warm omdat er regelmatig entiteiten bij me zijn. Zodra die vertrekken, wordt het bij mij minder warm. Het enige wat je kunt doen is buiten de schaduw van de bomen opzoeken, dat is goed uit te houden.
Ik was het weekend op de camping. Gelukkig was er een strandje vlakbij op loopafstand. Heerlijk was het daar onder de bomen. Mijn gevoel zei dat er onweer zou komen, maar iemand die mij dat hoorde zeggen wist te vertellen dat het onweer alleen in het oosten zou zijn. Ik kreeg gelijk. De kleinkinderen lagen heerlijk te slapen, ramen open en toen begon het ineens te tikken op het dak van de caravan, steeds harder. Snel heb ik de ramen dicht gedaan en toen vielen de eerste donderklappen. Boven het IJsselmeer was het een aaneenschakeling van lichtflitsen. En ineens voelde ik een hele rare beweging van de caravan en ik dacht: ‘Oh nee, geen windhoos’. De buren achter hoorde ik schreeuwen en ze waren met de tent bezig. Na inspectie van de voortent kwam ik tot de conclusie dat mijn zoon de tent heel goed strak gespannen heeft neergezet aan het begin van het seizoen. Twee stormbanden houden alles op zijn plek, dus daar hoefde ik niet bang voor te zijn. Maar die donderklappen, vreselijk. En ondanks dat de kleinkinderen heerlijk lagen te slapen voelde ik me erg alleen en dan is de verantwoording voor andermans kinderen groot. Ondertussen stond het terrein blank, maar ik kreeg geen water naar binnen. 4 uur heeft het geduurd, toen dreef het onweer weg. Ik was net in slaap toen ik wakker schrok van weer een klap. Kind uit bed gevallen. Ik heb hem er weer ingelegd. Niets aan de hand. Dit gebeurde tot drie keer toe. En toen begon het langzaam al weer licht te worden. De donderbui bracht geen koelte. Het was weer net zo heet als anders. 38’ in de caravan. Ik was het helemaal zat en ben met de kleintjes naar sprookjeswonderland gegaan. Het sprookjesbos is lekker koel en ook binnen in het kasteel van Violinde en het trollenhuis was het uit te houden. Maar weer terug op de camping...Ik heb de kleintjes op een kleed in de schaduw van de stadsmuur gezet. De strook schaduw was precies een meter breed. Ik heb ze broodjes gegeven, dus konden ze heerlijk picknicken. Ik ben alles in gaan pakken. De afwas van drie dagen heb ik in een grote emmer gedaan en in de auto gezet. Thuis heb ik een vaatwasser. Ik had geen zin meer om in de hitte van de caravan nog iets te doen. De enige boom die nog voor wat schaduw zorgde was net de week ervoor omgezaagd omdat hij ziek was. Iepziekte. Was misschien wel goed dat hij weg was, anders was hij misschien wel tijdens het noodweer omgegaan. Ik ben blij dat het in de loop van de week weer wat koeler wordt. Dan functioneer ik beter en dat is toch veel beter dan dat gepuf op een stoel, tot niets meer in staat dan alleen maar drinken, drinken, drinken.

zondag 27 juni 2010

Zomerweer


Ik was zo moe door alle drukte deze week dat ik het grootste gedeelte van de zondag heb geslapen. Het warme weer is een beetje aan mij voorbijgegaan. Maar nu doe ik dan toch de terrasdeuren open. De zon is bijna weg uit de tuin en dat geeft een aangename koelte. De schildpad komt hongerig naar de vijverkant gezwommen en krast met zijn poten tegen het vijverfolie alsof hij wil zeggen: “Krijg ik nou nog eten?”Als het zo warm is wordt hij actiever en heeft dan meer voedsel nodig. De vissen profiteren ervan mee.
Er staat weer veel onkruid tussen de stenen. Ondanks het droge weer groeit het als kool. Ik kijk naar de plantenbak met aardbeien. Er zat een hele grote bijna rode aardbei aan de plant en die is nu weg. Wie zou die opgegeten hebben? Stiekem verdenk ik mijn zoon. Gisteren waren de kinderen en kleinkinderen aanwezig om mijn verjaardag te vieren en we zaten heerlijk in de schaduw in de tuin. En ja, dan zou je oog wel eens kunnen vallen op zo’n heerlijke sappige rode aardbei...
Er is geen wind. Overal hoor ik stemmen vandaan komen en ruik heerlijke barbecuegeuren. Dat betekent gezelligheid. Ik word emotioneel en besef weer dat ik toch maar alleen ben. Niks lekker buiten zitten met een gesprekspartner. Tja, ik mis gewoon mijn maatje. En om nu weer naar de kinderen te gaan dat wil ik niet. Zij hebben ook een eigen leven. Ik verman me en begin driftig onkruid uit de plantenbakken te trekken. Ik schrik als ik ineens een oprukkend mierenleger zie, richting terrasdeuren. Oh, als ze maar niet binnen komen. Ik ga snel naar mijn keukenkastje met kruiden en vind daar een potje overjarige speculaaskruiden. Daarin zit onder andere kruidnagel en als mieren ergens een hekel aan hebben dan is het kruidnagel. Ik strooi het rijkelijk voor de deuren waar de mieren lopen en ik zie meteen de mieren rechtsomkeer maken. De mierenoorlog heb ik gewonnen. In een bak met water spartelt een nachtvlinder. Hij is kansloos. Die weet ik te redden. Hij beweegt even met zijn vleugels alsof hij zich uitschudt en vliegt weg. Zo! Tijd voor een kopje koffie in de tuin bij de vijver met de waterval aan. De vogels fluiten en ik besef dat de gezelligheid in mijzelf zit. Als je blij bent met jezelf, ben je een leuker persoon voor anderen. Met die wijsheid drink ik mijn koffie op. Lekker!

woensdag 23 juni 2010

Mijn indianennaam

Op de een of andere manier voel ik me verbonden met de indianen. Als ik mijn naam zou veranderen in een indianennaam dan zou het blauw licht worden. Waarom. Ik heb eens gehoord van een medium dat ik vaak door blauw licht omgeven ben. Ooit ben ik indiaan geweest en de voorouders zijn regelmatig bij me. Ik ben gevoelig voor drums. Het maakt heel veel bij me los en als ik rustig lig met mijn ogen dicht, dan zie ik vaak indianentaferelen voor me. Ik ben gek op veren , maar dan wel veren die ik in de natuur vind. Ik houd van mooie stronken en van weidse uitzichten. Ik ben jaren terug in Amerika in een indianenreservaat geweest en was erg onder de indruk van de leegte met af en toe een plek met pioniershuizen, (lijken veel op een stacaravan). Daar woonden indianen. Op eenzame plekken zag ik ronde hutjes bestemd voor de rituelen en ik had er graag willen kijken. Indianen zag ik niet, alleen in het hotel. Dat werd gerund door indianen maar ze waren niet erg toegankelijk.
Ik heb gedanst met afstammelingen van de Hopi indianen en dat was indrukwekkend. Dus de indianennaam blauw licht klinkt niet vreemd in de oren.

Terwijl ik dit schrijf. Krijg ik contact met Malakerre, mijn indiaanse gids. Hij zegt:
Blauw licht past bij jou. In indianentaal zou het zijn Nelooptake. Je hebt inderdaad blauw licht om je heen en dat betekent dat je veel contact hebt met het universum. Ie indiaanse voorouders zijn vaak bij je en geven je raad en wijsheid naast je hoofdgids en de andere gidsen die je begeleiden. Het is waardevol voor jou je roots te kennen en dat verklaart ook heel veel. Je zult altijd mensen willen helpen, je houdt van de natuur, je houdt van trommels en je bent graag met mensen buiten. In afzondering kun je heel goed tot jezelf komen. Dat deed je ook toen je tot onze indianenstam behoorde. Ik was je broer en heb je veel geleerd. Ik wil je nog meer leren en gelukkig sta je er nu voor open. Je weet precies wat je moet doen. Nu niet meer twijfelen. Heb geduld. Ik zal je helpen.
Voor altijd jouw Malakerre.

Vervolgens gaan we samen tekenen. De energie van Malakerre stroomt door mijn arm en hand en hij gebruikt mijn hand om te tekenen. Hij tekent mij als indiaan en zichzelf.

dinsdag 22 juni 2010

Midzomernacht


Het is zes uur in de ochtend. Het was een korte nacht maar niet omdat het de langste dag was, maar omdat ik te laat naar bed ben gegaan. Ik heb tekort slaap gehad. De zon schijnt al en de hemel is onbewolkt. Het gaat een mooie dag worden. Het is zomer.

Midzomernacht heeft voor mij een speciale betekenis. Ooit speelde ik in het toneelstuk Midzomernachtdroom van William Shakespeare. Ik danste in het ballet en had de rol van elf Mosterdzaad. Ik mocht drie woorden zeggen tegen de ezel en hem tegelijkertijd achter de oren krabben. Ondertussen was ik hopeloos verliefd op hoofdrolspeler Puck, maar hij zag me niet staan. Oberon vond ik ook heel aardig en als ik niet hoefde te dansen mocht ik bij Oberon in de coulissen staan in mijn elfentutu onder zijn warme mantel. Toppunt van romantiek.
Midzomernacht heeft iets magisch. De zomer is echt begonnen en de dagen gaan weer korter worden op weg naar de winter. Al jaren droom ik ervan tijdens de midzomernacht op te blijven met allemaal dierbare mensen om me heen en het feestelijk te vieren. Het is er nooit van gekomen. Altijd was er wel iets waardoor het niet van de grond kwam. Even leek het te gaan lukken toen mijn man en ik een cruise gingen boeken naar Scandinavië. Super de luxe op een schip naar de Noordkaap. Mijn man was al ziek, maar varen op zo’n schip zou voor hem prima te doen zijn. Het heeft niet zo mogen zijn. De cruise werd geannuleerd. Het ging bergafwaarts met hem en korte tijd daarna is hij overleden.
Iedere keer als ik iets over midzomernacht hoor of lees gaat het kriebelen. Zodra het voorbij is, is het echt zomer en sta ik aan de vooravond van mijn verjaardag. Eerst mijn zus. Zij zou vandaag jarig zijn geweest. Ze is drie maanden terug overleden. Lang geleden was zij mijn verjaardagscadeautje. Mijn verjaardag wordt niet meer uitbundig gevierd. De glans is er vanaf. Het is bijna een dag als alle andere met dit verschil dat ik weer een jaar ouder ben. Ik zal denken aan de dierbare overledenen en ze vreselijk missen. Het leven gaat verder en wie er wil komen om me te feliciteren is welkom. Want ik ben wel blij met dat jaartje ouder. Voor velen onder ons is er geen jaartje ouder meer.

zondag 6 juni 2010

Over molen het Jonge Schaap


Charl kwam enthousiast thuis met de mededeling: “Ik ga een houtzaagmolen bouwen op de Zaanse Schans.” Het zou een hele nieuwe molen worden gebouwd naar een oude bouwtekening.
Hij had met zijn team al heel veel projecten gerealiseerd maar nog nooit een molen. Hij dacht vaak aan zwager Hans die molenbouwer was. Die had hem adviezen kunnen geven maar hij was helaas te vroeg overleden. De bouw ging van start. Met veel bombarie werd de eerste paal geslagen en toen na verloop van tijd het skelet van de molen er stond, was hij enorm trots. De bouw ging verder. Er werd veel vergaderd. Houtzaagmolen de Woudaap in Woudsend bij IJlst was een voorbeeld en het team ging er dan ook regelmatig kijken. Een houtzaagmolen was niet niks om te bouwen.
En toen kreeg Charl in 2007 hersenkanker. Het werk moest doorgaan. Ik werd zijn chauffeur en reed hem overal naar toe. Zo kon hij controles uitoefenen en de bouwvergaderingen bijwonen. Ondanks de hersentumor kon hij toch nog enige tijd goed functioneren. Hoogtepunt was toen de wieken op de molen werden gezet en voor het eerst gingen draaien. De molen naderde zijn voltooiing. Met Charl ging het bergafwaarts. Twee maanden voor de opening van de molen overleed hij. Hij heeft de molen niet meer in volle glorie in bedrijf gezien Hij kon zijn project niet afmaken. Een timmerman had van het duurzame molenhout een kruis getimmerd en die lag op de doodskist.
Bijzonder aan deze molen is dat hij ook toegankelijk is voor rolstoelen en eventueel kinderwagens. Er is een lift aanwezig. Er is in het informatiecentrum bij de molen een prachtige film van een kwartier te zien over de bouw van de molen. Dan wordt duidelijk dat een molen bouwen een heel bijzonder project is waarbij je veel kennis en vakmanschap nodig hebt.

Op het moment is er een verkiezing van de mooist molen van Noord-Holland. Het Jonge Schaap doet ook mee met de verkiezing en staat op dit moment nummer een in de Zaanstreek.
Stemmen op de molen kan via: http://www.surveymonkey.com/s/P2TSVBN Er zijn verschillende regio’s die de mooiste molen kiezen; regio Alkmaar, regio West- Friesland, regio Kennemerland en dan regio Zaanstreek. Van al die streken worden de winnaars samen gevoegd en dan komt er een nieuwe stemronde.

Klik de www aan. Scroll en zoek molen het jonge schaap. Zet een kruisje in het vakje, scroll door en vul je naam en e-mail adres in. Scroll door naar einde en klik daar op. Voor de eerste ronde kun je tot 9 juni stemmen. Daarna volgt een nieuwe ronde.

woensdag 2 juni 2010

Pinksteren

We hebben het Pinksterweekend weer achter de rug, doorgebracht met twee gezinnen en de aanhang. We kamperen al voor de 40e keer met elkaar. Alleen is de basisgroep om het zomaar te noemen, behoorlijk uitgedund. We zijn gestart met vier gezinnen, helaas zijn de afgelopen tijd drie mannen weggevallen waaronder Charl en de enige overgebleven man en zijn gezin hebben afgehaakt omdat de sfeer niet meer hetzelfde is. Mijn caravan staat op een stadscamping. Op vrijdag verschenen de eerste familieleden en op zaterdag de rest.
Zaterdag is de dag dat er gezamenlijk gebarbecued wordt. Het was een heel gesleep met stoelen, tafels en etenswaren. De hele dag was het warm maar tegen etenstijd kwam er een frisse wind opzetten vanuit het IJsselmeer. Nicky kreeg een aanvaring met een neef. Hij maakte een opmerking die helemaal verkeerd aankwam en dat maakte Nicky helemaal overstuur. Ze wilde meteen naar huis. Er was veel overredingskracht voor nodig om haar over te halen te blijven, maar ze hield voet bij stuk. Het zou een enorme domper zijn als ze zou gaan, want dan zouden man en kinderen meegaan. Een gesprek met de neef hielp niet. Tante Margriet die ook een dagje aanwezig was, wist haar over te halen. Er moest wel even flink gepraat worden en tante Margriet kon dat heel goed. Nicky bedaarde en bleef. Anders had ik niet geweten wat we moesten doen. Alles stond klaar voor de barbecue en door de kwestie was de vraag ; moeten we als familie bij elkaar gaan zitten of voor onze eigen caravan blijven. We zijn bij elkaar gaan zitten en dat was goed. Nicky pruttelde dat nu iedereen vast dacht dat zij altijd problemen veroorzaakt. Barbara zei dat haar broer een knorrepot is met een bepaald soort humor. Daarmee moet je leren omgaan. Nicky was enigszins opgelucht dat het gedoe niet alleen aan haar lag. Ze ging aan tafel zitten uit het gezichtsveld van de neef en het werd gezellig alhoewel Nicky toch nog wel erg gestrest was.
Al met al was het een heerlijk weekend met veel geluier. De zon scheen volop. We zochten dan ook regelmatig een plekje onder de parasol. De kleintjes vermaakten zich uitstekend met water. Kleine Liam lag op een kleed en daar ging hij absoluut niet vanaf want dat kriebelende gras vond hij doodeng.
Eten koken was een uitdaging. Ik stond in een bloedhete caravan een maaltijd te bereiden voor zeven personen. Op zo’n moment ben ik multitasking. Logistiek zat het best goed in elkaar en de maaltijd viel in de smaak. Er werd in de caravan afgewassen op de ouderwetse manier; teiltje sop en een afwasborstel. Dat leverde gemopper op maar ook werd ontdekt dat je tijdens het afwassen hele goede gesprekken kunt hebben met elkaar.
Vince trad op als mediator. Hij vroeg zich af waar het gezellige familieweekend gebleven was. Hij voelde de spanning onderling en ging maar eens informeren of we nog gezamenlijk koffie gingen drinken want dat zag er niet erg naar uit. En ja, we gingen samen koffie drinken en dat was goed en zo hoorde het ook. Ik begreep dat de familie over de kwestie gepraat had en de gemoederen gesust waren. Het weekend was gered.
Er kan altijd iets gebeuren tijdens zo’n weekend. Je kunt nu eenmaal niet met iedereen een click hebben. Belangrijk blijkt toch weer dat je er over moet praten. Anders blijft het broeien.

In de rouw


Gisteren was mijn zwager op bezoek. Na de dood van mijn zus in april probeert hij zijn leven weer op te pakken. Ik weet hoe moeilijk het is en ik bewonder hem. Dankzij de hond moet hij op tijd zijn bed uit. En dankzij de hond komt hij veel buiten. Zelf zegt hij, dat als hij de hond niet had gehad, veel langer in bed zou blijven liggen. Alleen zijn moet je leren. Mijn zwager en zus deden alles samen. Nu is er geen maatje meer om mee te praten, geen maatje meer om tegen aan te zeuren of ruzie te maken. Geen maatje meer om lieve woordjes tegen te zeggen, te knuffelen. Het is voorbij. Ze is heengegaan. Misschien is er ooit weer ruimte voor een nieuwe partner maar het wordt nooit meer zoals het was. Met die wetenschap bouw je weer een nieuw leven op met veel ups and downs. Totdat op een dag de ups gaan overheersen. Ik vertel mijn zwager hoe ik het rouwproces ervaar. Er is veel herkenbaar. Hij is er achter gekomen dat je alles zelf moet doen, zelf initiatieven moet nemen omdat er anders niets gebeurt. En dan kun je wel eens je hoofd stoten bijvoorbeeld als je behoefte hebt om met iemand te praten en een beetje troost te vinden en dan ontdekt dat die persoon geen tijd voor je heeft. Dan ga je maar weer met al je verdriet. Het leven gaat voor anderen op dezelfde manier door. Daar is in wezen niets veranderd. Er is iemand heengegaan in een ander gezin. Maar mijn zwager ondervindt zo nog eens dubbel wat het is om je vrouw te verliezen. Je staat echt alleen, alle goede bedoelingen ten spijt.
Het doet hem goed met mij te praten. Hij kan met mijn tips weer verder. Ik ben nu al bijna drie jaar aan het rouwen, hij begint nog maar net. Hij heeft nog een moeilijke weg te gaan, maar hij komt er wel. Hij is weer gaan sporten en dat is een goede uitlaadklep.
Van mijn zus aan gene zijde mag ik tegen haar man zeggen dat ze trots op hem is. Hij probeert het leven weer goed op te pakken. Ze is regelmatig bij hem om hem te steunen. Mijn zwager gelooft niet zo in paranormale dingen maar hij begint steeds meer te twijfelen want hij heeft het gevoel dat mijn zus bij hem is, zeker als hij het moeilijk heeft. Ik heb gezegd dat hij gewoon met haar moet praten alsof ze er nog is en dan eens opletten wat of er gebeurt. Mijn zus heeft nog niet genoeg energie om steeds in de stoffelijke wereld aanwezig te zijn. Ze is nog aan het bijkomen van het sterfproces. Het losmaken van je stoffelijke lijf is ongelooflijk zwaar, maar bij aankomst aan gene zijde is mijn zus liefdevol opgevangen door mijn moeder en de moeder van mijn zwager. Het gaat goed met haar en dat is heel fijn om te weten.
Binnenkort ben ik jarig, een mooie gelegenheid om mijn twee broers, zus, schoonzus en zwager uit te nodigen om gezellig te komen eten en zo de band weer wat te verstevigen. Alleen mijn jongste broer heeft nog een partner. De rest is single, helaas allemaal ongewild.

maandag 31 mei 2010

Rondeel

Ik lees graag reisboeken
op een plek waar ik me prettig voel.
Dat kan in een luie stoel zijn, maar ook ergens buiten.
Ik lees graag reisboeken,
omdat ik dan even in een andere wereld kan stappen,
waardoor het net lijkt of ik zelf in het verhaal rond loop.
Heerlijk op de plek waar im me prettig voel.
Ja,ik lees graag reisboeken.

Droomreis


Er wordt me gevraagd wat mijn droomreis zou zijn. Een droomreis heb ik niet meer. Ik heb al zoveel gereisd dat de behoefte minder geworden is, zeker nu ik alleen ben. Reizen zonder mijn maatje is niet echt een optie.
Reizen met de kinderen gaat deze zomer gebeuren maar om nu altijd met de kinderen te reizen...Zij hebben ook hun eigen leven. Ik zou nog wel eens naar Thailand willen maar daar is het op het moment onrustig. China trekt me niet. Ik heb eens een boek gelezen over de Chinese maffia; de zwarte mandarijn van Konsalik. Ik weet dat het fictie is, maar er zal ongetwijfeld een kern van waarheid in gezeten hebben. Ik kon het niet eens uitlezen zo erg vond ik het verhaal. Sindsdien ben ik een beetje angstig voor China.
We hadden nog samen naar Costa Rica zullen gaan, maar een dag voor vertrek werd het gecanceld omdat mijn zwager overleed en daarna mijn man ongeneeslijk ziek werd. Een droomreis heb ik dus niet meer in gedachten, bovendien vlieg ik niet zo graag. En een droomreis is toch een reis naar een ver oord. De moeilijke landen , om het zomaar te zeggen, staan zeker niet op mijn lijstje. Ik lees graag reisboeken en daar kan ik helemaal bij wegdromen. Ik ben tevreden met een plek waar ik me op mijn gemak voel. Dat kan de zee zijn bij zonsondergang of de bloeiende hei, mooie bergtoppen, ruige natuur, een gezellig terrasje. Water en bloemen daar ben ik gek op. Het belangrijkste is dat ik me op zo’n plek thuis voel. Ik ga graag naar vrienden in het buitenland, daar voel ik me heerlijk maar dat kan ik geen droomreis noemen. Ach, eigenlijk ben ik een heel tevreden persoon en heb hele mooie vakantieherinneringen in de vorm van fotoboeken en video-opnames. En die koester ik.

vrijdag 21 mei 2010

Kuikentjes

Ik heb een zwak voor kippen en eendenkuikens. Ik ben gek op die kleine donsjes. Kippenkuikens kun je nog makkelijk vast pakken, eendenkuikens is lastiger. Toen ik een jaar of tien was heb ik er een keer een uit de singel gehaald. Hij zwom verlaten rond. Hij was zo zacht en zo donzig geel. Zo lief! Maar ik moest nog naar school. Ik heb in de klas de klep van mijn schoolbank open gedaan en het eendje erin gezet. De juf had niets in de gaten. Dolgelukkig rende ik na schooltijd naar huis met het eendje in mijn handen. Thuisgekomen was mijn moeder er niet blij mee. Er werd een wasteil gevuld met slootwater en daar zwom het eendje in het rond. Vervolgens belde mijn moeder iemand van de gemeente. Die heeft het eendje opgehaald. Ik was erg verdrietig. Ik moest en zou een eendje hebben. Een paar dagen later haalde ik weer een eendje uit de singel. Ik had er wel in kunnen vallen en verdrinken zover moest ik voorover buigen om het te pakken. Mijn zwemdiploma had ik nog niet. In die tijd werd er niet zo’n haast mee gemaakt. Tegenwoordig hoort het bij de opvoeding. Ik kwam weer thuis met een eendje. Mijn moeder was boos en moest weer de man van de gemeente bellen. Ook hij was boos want het was een hele klus om verlaten jonge eendjes in leven te houden. Ik mocht dus nooit meer een eendje uit het water halen.
Toen kwam mijn broer thuis met een eendagskuiken, uitgebroed in de broedmachine van een kuikenbedrijf. Het beestje werd met de hand gevoerd. Hij sliep in een doos achter de kachel. Maar ook sliep hij, als hij de kans kreeg, op de pompoenen van mijn moeders pantoffels. We liepen de hele dag met wc papiertjes achter het beestje aan, want elk moment kon hij een kippendrekje laten vallen. Hij werd Piep genoemd en liep zelfs de trap op naar boven. Maar Piep werd groter en bleek een haan te zijn. Hij kreeg een hok buiten en toen hij probeerde te kraaien bleek het hok te klein. Hij kon zijn kop niet strekken. Arme Piep. Hij mocht af en toe loslopen maar de meeste tijd zat hij in zijn hok. Op een dag was zijn hok leeg. Niemand wist waar hij gebleven was. We waren verdrietig. ’s Avonds stond er gebraden haan op tafel. Onze Piep. Niemand heeft er van gegeten. Ik kan er nog verdrietig van worden. Bovendien had de slager bij wijze van grapje de kop van Piep bij een van de verkoopsters in de tas gestopt. En een lol dat ze er om hadden. Mijn moeder besefte dat ze fout had gehandeld. Maar het was wel te laat.
Van de week belde mijn zwager me op. Hij had eieren uit laten broeden in de broedmachine. Het waren prachtige kleine donsjes. Of ik ze wilde zien. Natuurlijk! Dat laat ik me geen twee keer zeggen. Gistermiddag ben ik gaan kijken samen met mijn schoondochter en de twee kleinkinderen. Oh wat waren die kuikentjes lief. Ze waren makkelijk te pakken en ik moest weer denken aan mijn kinderjaren. Over een poosje worden de haantjes weggehaald. Die belanden in de soep. De hennetjes krijgen een mooi leven en mogen volop eitjes leggen totdat ze van de leg zijn. Dan belanden ze uiteindelijk ook op tafel. En dan zullen nieuwe kuikentjes hun plaats weer innemen. Noemen ze dit niet de kringloop van het leven?

dinsdag 4 mei 2010

4 mei, Dodenherdenking

Voor veel mensen is het een emotionele dag. 4 mei was altijd de enige dag dat ik mijn vader zag huilen tijdens de dodenherdenking. Hij heeft gezien hoe de Duitsers een aantal onschuldige jonge mannen dood schoten en hun lichamen de hele dag op straat lieten liggen. Zij moesten als voorbeeld dienen, want als je de Duitsers niet gehoorzaamde, trof je een zelfde lot. Het was niet het enige waar mijn vader om huilde. Er was zoveel meer gebeurd. Het stond voor altijd op zijn netvlies gebrand.
Deze dagen is er van alles over de oorlog te zien op de televisie en te lezen in kranten en tijdschriften en dat is goed. Want zulke gruwelijkheden mogen nooit meer gebeuren. En toch gebeurt het om ons heen. In al die jaren is er nog steeds geen wereldvrede. Telkens weer steekt er ergens geweld de kop op. Het zal ook wel een utopie zijn dat er ooit wereldvrede zal zijn. Zolang er misstanden en meningsverschillen zijn in de wereld zullen er oorlogen en geweld zijn. Er zijn een paar gezegdes; ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’ en ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’. Ik zeg altijd maar: ‘Alle kleine beetjes helpen’. In ieder geval moeten we ieder jaar de slachtoffers van oorlogsgeweld blijven herdenken opdat wij niet vergeten.

maandag 3 mei 2010

Bericht van Charl vanuit gene zijde.


Ik geniet van de rust die je vandaag uitstraalt. Straks ga ik weer eens met Leonardo da Vinci naar het Louvre om naar Mona Lisa te kijken. We zijn er al een tijd niet geweest. Leonardo heeft het druk. Hij heeft veel mensen te begeleiden. Lange tijd lag hij maar te liggen en deed helemaal niets. Hij had er de energie niet voor. Maar dankzij mij heeft hij veel energie gekregen en hij doet nu van alles; de Goddelijke vergadering voorzitten en hij is geleidegeest of beter gezegd gids van nieuwe zielen die op aarde geïncarneerd zijn.
Ik trek ook veel op met Michael Jackson, met Maria, met de Heilige Geest en verder veel met de engelen. De Heilige Geest is een mooie energie. Hij helpt mensen aan hun wijsheid, vooral als mensen getroffen zijn door geestelijk ongemak zoals een depressie of een psychose. Hij staat ze dan bij om weer op het goede pad te komen. Maria is de enige hier met een stoffelijk lichaam. Dat is een vreemde gewaarwording tussen al die transparante geesten. Ze is onwaarschijnlijk mooi. Maria helpt veel mensen in nood. En ik mag vaak met haar mee. Ik kan heel veel van haar leren. Ze heeft zo’n mooie zuivere energie. Ze helpt ook ons hier aan gene zijde om te accepteren dat we zijn overgegaan. Dat doet ze heel liefdevol en het geeft vertrouwen dat alles goed komt.
En Michael Jackson zorgt voor de komische noot. Ik heb nooit geweten dat hij zoveel grappen kon maken. Hij is hier absoluut een verademing. Veel geesten zijn serieus met hun werk bezig, terwijl wij er van houden om veel grapjes uit te halen. Dat maakt het hier leuk want je kunt niet altijd serieus zijn. Er is ellende genoeg op aarde en daar krijgen wij een flinke dosis van mee. Grapjes, waarbij wij veel lachen, helpen ons om de ellende even naast ons neer te leggen. Want zoals wij vanuit gene zijde de wereld zien is een enorme confrontatie. De wereld moet nog heel veel veranderen wil hij weer leefbaar zijn. Langzaam gaat het de goede kant op. Wij aan gene zijde doen er alles aan om de mensen op aarde in beweging te zetten en langs de goede weg te leiden. Het is jammer dat er nog zoveel dwarsliggers zijn. Die verzieken de boel. Wij blijven ons best doen en ik zie dat de mensen langzaam tot het besef komen dat er echt iets moet veranderen. Ik vind het heel mooi om op deze manier mijn steentje bij te dragen aan een betere wereld, waarin jullie straks heerlijk kunnen leven. Want ja, ik wil goed voor mijn nabestaanden zorgen.
Heel veel mooie helende krachten wens ik je toe en blijf vooral vertrouwen op ons. Wij zijn er altijd om te helpen.

zaterdag 1 mei 2010

Wat een herrie

Ik ben vanmorgen wakker geschrokken van de deurbel en een hoop herrie. Ik vroeg me af wat er aan de hand was en rende enigszins paniekerig de trap af. Was er ergens brand? En ik ben zo bang voor brand. Ze zeggen dat ik in een vorig leven van de brandstapel gered ben. Dat zou mijn angst voor brand kunnen verklaren. Onderaan de trap vergat ik de laatste trede en belandde met geknikte enkel op de grond. Ik vloekte even flink. Snel stond ik weer op, keek uit het raam en zag de vuilniswagen staan. Het is de zaterdag na Koninginnedag? Komen ze de groene bak legen? Ik zocht mijn tuinklompen en mijn jas, maar had geen idee waar ik mijn jas gelaten had. Ik deed de deur van het nachtslot en liep een beetje hinkepinkend in mijn nachtshirt naar buiten, gelukkig een degelijk nachtshirt en niet zo niemendalletje. De vuilnisman vroeg me van wie de auto was die naast de mijne geparkeerd stond, want die blokkeerde de doorgang. De vuilnisauto kon niet verder. Ik had geen idee. De vuilnisman was zo aardig om voor mij de groene bak keurig in de rij van andere bakken te zetten om geleegd te worden. De vrouwelijke chauffeur zei tegen me: “Oren dicht” en begon hevig te toeteren. Wat een herrie. Ik zag deuren opengaan en slaperige gezichten om een hoekje kijken. De buurman heeft een loge en zijn auto stond dubbel geparkeerd. De buurman keek me sip aan, zag mijn nachtshirt en zei: “Jeetje, de hele straat is meteen wakker. Sorry buuf!”
Weer binnen keek ik in de spiegel en schrok van mijn kapsel, kapsel windhoos! Wat zal die vuilnisman wel niet gedacht hebben.

donderdag 29 april 2010

Peptalk

Vanmorgen ben ik naar de sportschool geweest voor een fitnesstest na een jaar van sporten. Ik kreeg op mijn kop van mijn personal coach omdat er in een jaar tijd niets veranderd was. En dat komt omdat ik erg onregelmatig sport. De ene week wel, dan weer twee weken niet, dan ineens drie keer per week. En dat komt doordat ik soms een volle agenda heb, of me niet lekker voel of gewoon geen zin heb. Ja, smoezen genoeg. Mijn coach heeft een flinke peptalk gegeven en hoofdpunt was dat ik nu eens aan mezelf moet gaan denken, dat ik het allerbelangrijkst ben. Sporten is goed voor mijn gezondheid, voor mijn conditie, voor de lijn. Dan maar een beetje egoïstisch. We hebben de afspraak gemaakt dat ik mijn leven zal beteren en die wordt bezegeld met een handdruk. De coach zei: “Denk er om, die handdruk betekent heel veel.”
Ik weet wat goed voor me is en wat niet maar ik moet prioriteiten stellen want ik wil fitter worden en daarvoor moet ik ruimte maken. De coach wil me helpen, de peptalk is voor mijn eigen bestwil, ik moet het nu gaan doen. En ze rekent er op dat het ook gaat gebeuren, dan heeft haar peptalk zin gehad. Ze zei dat er onder mijn pantser iemand met doorzettingsvermogen zit, iemand met pit en die weet wat ze wil. Alleen is het zo moeilijk het pantser te doorbreken. Maar nu heeft ze het gevoel dat er een flinke barst in het pantser zit wat daardoor steeds verder afbrokkelt. Ik loop de sportschool weer uit, vast van plan om van sport een vast agendaonderdeel te maken. Nu is het steeds te vrijblijvend. Vandaag geen zin, dan morgen maar en morgen is er weer iets. Ik moet sporten in mijn systeem krijgen en dat is moeilijk als je altijd weinig met sport hebt gedaan. Ik geef niet zoveel om sport maar om fit en strak te worden zal er echt iets moeten gebeuren. Morgen is het Koninginnedag. Dan mag ik me nog even te buiten gaan aan oranjegebak want het is toch een dag om te vieren. Daarna ga ik het sporten serieus aanpakken. Wat anderen lukt moet mij ook lukken. Discipline, dat is waar het om draait. Zo simpel is het. Nu de praktijk nog.

woensdag 28 april 2010

Zoekactie


Zo’n 20 jaar geleden ontmoette ik mijn correspondentievriendin. Ik schreef brieven naar haar sinds de middelbare schooltijd. Ik had een pasfoto van haar, maar haar nog nooit in levende lijve gezien. We waren elkaar een tijdje uit het oog verloren, maar ik had haar ook weer teruggevonden via een oud adres. Het was leuk om weer deel uit te maken van elkaars leven via brieven. Met mijn gezin ging ik naar Bretagne voor een ontmoeting. We bleven meteen een week logeren. Het was een spannende onderneming door de taalbarrière. Alleen ik kon me aardig uitdrukken in de Franse taal. Er werd ook Engels gesproken en verder was het handen en voetenwerk om duidelijk te maken wat je bedoelde, maar we kwamen er uit. En dat leidde ook tot hilarische situaties. Ik probeerde duidelijk te maken dat er veel bewolking was, ik zei dus ‘plein de neige’. Waarop de Fransen onbedaarlijk begonnen te lachen. Want wat had ik gezegd? Dat er veel sneeuw was. Ik had moeten zeggen ‘plein de nuage’, veel wolken.
Zo gingen we een keer roti eten. Had ik nog nooit gegeten, wel veel over gehoord en ik zei dat het me verbaasde dat er Surinaams eten werd klaargemaakt. De Fransen zijn altijd erg trouw aan hun eigen keuken. En dat bleek ook wel want roti is niets anders dan rollade.
Al die verwarringen maakte ons bezoek wel speciaal, heel bijzonder. Voor de kinderen was het goed om eens in een Franse familie te stappen met heel andere gewoonten.
Weer terug in Nederland werd met open monden naar onze verhalen geluisterd. We waren naar de menhirs van Carnac geweest en verbleven daar een paar dagen in een huis zonder elektra, water en gas tussen de menhirs, het was er spookachtig s’avonds. In het maanlicht leken de menhirs wel duistere wezens en je hoorden de uilen roepen. Natuurlijk moest Mont Saint Michel bezocht worden en andere belangrijke plaatsen. Het was om nooit te vergeten. Het jaar erop kwam de Franse familie naar Nederland. We hebben hen allerlei typisch Nederlandse dingen laten zien, zijn in Giethoorn wezen varen, zijn in theater Carré in Amsterdam geweest naar de voorstelling Cats, ze hebben Hollandse ontbijtjes gehad, toch heel wat anders dan een ‘bol’ slappe koffie (soepkomgrootte) en een croissant met jam. Kortom, het was een groot succes. We bleven elkaar schrijven, maar de tussenpozen werden steeds langer totdat er geen brieven meer kwamen. Ik bleef brieven sturen maar kreeg nooit antwoord, dus stopte ik er mee. Erg jammer. Ik legde me erbij neer totdat we een computer kregen en op internet aangesloten werden. Regelmatig ging ik hun namen googlen, zonder resultaat. Toch waren ze niet naar ons op zoek, want anders had ik wel een keer bericht gekregen, ons adres was niet veranderd. Waarom de brieven niet meer kwamen weet ik niet. Misschien waren ze verhuisd, ze wilden altijd graag aan de kust wonen.
Sinds kort zit ik bij facebook en ook daar ben ik weer gaan zoeken en laat ik nu de dochter gevonden hebben. Er waren meer dezelfde namen waarvan een zonder foto en daar gokte ik op. Ik kreeg bericht terug: “Yep, it is me. What a surprise.” Ik heb haar een uitgebreider bericht gestuurd over hoe het met ons gaat. En nu wacht ik op bericht terug en hoop dat het contact, dat 45 jaar geleden tot stand kwam, weer wordt hersteld. En dan zal hopelijk het mysterie opgelost worden waarom er geen brieven meer kwamen. Spannend!

dinsdag 27 april 2010

Perenboom


Vanuit mijn werkruimte heb ik zicht op de perenboom die nu volop in bloei staat, een week later dan vorig jaar. Dat weet ik nog goed omdat toen de hele familie bijeen was om Charl te herdenken. Het was prachtig weer, alleen te fris om buiten te zitten. De rokers gingen wel naar buiten. Om de vijver heen hebben we een paar jaar geleden een mooi hek gezet voor de veiligheid van de kleinkinderen. Je moet er toch niet aan denken dat een van hen erin zou vallen en dat je dat te laat opmerkt. De vijver is nu eenmaal aantrekkelijk vanwege de schildpad die er in rond zwemt. Bertha heet ze en is al 25 jaar bij ons. Ze was al ongeveer tien jaar oud toen we haar kregen. In de vakantie was ze gedumpt, voor het gemak maar over het hek van een vogelopvang gegooid. Bij ons heeft ze een goed leven.
Het hek is aantrekkelijk voor de rokers. Je kunt er zo lekker over hangen en in de vijver staren .Ik hoor mijn zwager nog zeggen: “Als al die bloemen toch eens peren worden...”
Dit jaar is de boom weer vol met bloesem. Prachtig om te zien. Het is ook een hele mooie boom en al heel oud. Hij is gered uit een boomgaard ten behoeve van nieuwbouw. Mensen uit de nieuwe woonwijk mochten gratis een boom op komen halen. De boom gedijt goed en ondanks zijn ouderdom geeft hij elk jaar meer peren. De meeste peren laat ik hangen voor de vogels. Helaas zijn het geen bewaarperen. De plek onder de perenboom is een energieplek. Een medium heeft me dat verteld. Ik voel me daar heel plezierig en zit er dan ook graag.
Het is nog vroeg, kwart over zeven. De zon komt net over de nok van het dak van de overburen uit en schijnt prachtig door de kruin van de perenboom. “Als al die bloemen toch eens peren worden...” Een mooi begin van een nieuwe dag.

maandag 26 april 2010

Iets vreemds


Ik ben de slaapkamer aan het opruimen en zie iets vreemds liggen tussen de muur en de dekenkist waar een schapenvachtje overheen ligt. Het lijkt op een staart maar het zou ook een stok kunnen zijn. Ik pak het, enigszins angstig, op en kijk stomverbaasd naar wat ik in mijn handen heb; een kamelenzweep uit Afghanistan. Zo’n 40 jaar geleden heb ik hem gekocht in de Bijenkorf. Ik was een dagje uit in Amsterdam, samen met mijn moeder en ik weet nog dat we hebben staan wikken en wegen of ik de zweep zou kopen want hij was behoorlijk prijzig in mijn ogen. Ik had in die tijd een schamel loon. Ik vond het handvat zo mooi dat ik de verleiding echt niet kon weerstaan. Het handvat deed me denken aan Egypte en de Farao’s. Mijn moeder zei nog: “Wat moet je nou met zo’n zweep” maar moest toegeven dat hij inderdaad erg mooi was.
Tijdens een verbouwing in 2004 moest ik een aantal spullen opslaan, zo ook de zweep. Ik legde hem op een veilig plekje waar stof geen invloed zou hebben. Maar toen de verbouwing afgerond was en alles weer terug kon op zijn plek was de zweep nergens meer te bekennen. Ik heb overal gezocht en door de jaren heen gedacht ‘waar is die zweep toch gebleven?’ Even heb ik de schilder ervan verdacht hem ingepikt te hebben, temeer omdat ik ontdekte dat hij in spullen snuffelde. Maar dingen meenemen? Nee, dat zou hij niet doen, maar zeker wist ik het niet. Ik vond het jammer dat ik hem kwijt was. Op de een of andere manier was ik er aan gehecht. Pas geleden was de zweep weer in mijn gedachten. Ik lag in bed en er schoten allerlei gedachten door mijn hoofd. Ik zei: “Engelen, weten jullie waar de zweep gebleven is. Hij is al jaren spoorloos. Ik zou hem zo graag terug willen hebben.” Ik kreeg geen antwoord en meteen bedacht ik dat het een onmogelijke vraag was. Waar zouden de engelen moeten zoeken. Ik heb zoveel spullen. Mijn huis wordt wel eens gekscherend een museum genoemd. Ach ja, ik ben een verzamelaar en kan slecht dingen weg doen. Ik heb het sterrenbeeld Kreeft en verzamelen is een van de eigenschappen van een Kreeft.
En nu vandaag vind ik de zweep zomaar terug op een plek waar regelmatig gestofzuigd wordt. Ik had hem moeten vinden als hij daar terecht gekomen was.. Maar daar was niks. Hebben de engelen echt geholpen en hem daar neergelegd? Schoon, zonder stof houd ik hem vast. Ja, dat moet wel want ik zou niet weten hoe de zweep daar terecht gekomen is. Bedankt engelen. Ik ben zielsgelukkig dat de zweep weer terug is.

vrijdag 23 april 2010

Morgen gaat het weer beter


Nog zo’n akelige dag. Vanmorgen was ik opgestaan met een plan om van alles te gaan doen. Maar er is niets van terecht gekomen. Ik zou gaan sporten en in de tuin gaan werken, maar in plaats daarvan lag ik op de bank en werd om half vijf wakker. De hele dag voorbij en het kon me niets schelen. Er is ook niemand die tegen me zegt: “Kom op, we gaan samen aan de slag.” Ik weet precies wat goed voor me is maar in de praktijk is dat toch anders. Ik doe gewoon niks. Er is niemand die me stimuleert, niemand die commentaar heeft als ik iets niet gedaan heb, wat maakt het uit als er iets niet gedaan is. Morgen is er weer een dag. En zo verstrijkt de tijd. Er blijven dingen liggen die nodig gedaan moeten worden.
Ik had niet verwacht dat ik na 2 ½ jaar rouw toch weer zo van slag kon raken. Het lijkt wel of ik even niet op deze wereld ben, maar als ik om me heen kijk toch ook weer wel. Ik zie de afwas op het aanrecht staan, de eettafel bezaaid met troep zoals kranten en tijdschriften, de was die ligt te wachten om opgevouwen te worden. Ik zie het, maar de zin ontbreekt om er iets aan te doen. Het komt uiteindelijk wel weer goed, dat weet ik. Het is fijn als ik een beetje aandacht zou krijgen en waardering maar dat is in mijn situatie toch moeilijk. Ik zal mezelf maar een schouderklopje geven voor alle dingen die ik wel doe en het is raar om te zeggen, de televisie is goed gezelschap. Ik zal maar vasthouden aan het motto wat mijn man en ik hadden toen hij nog leefde: ‘diep ademhalen en glimlachen, morgen gaat het vast weer beter.’

donderdag 22 april 2010

Weer tranen


Zomaar ineens kan mijn stemming omslaan.Net was ik nog blij omdat ik een lege agenda had en de dag zelf in kon vullen. Ineens voel ik tranen opkomen en zou het liefst mijn bed weer willen opzoeken. Heb ik het te druk gehad? Word ik weer geleefd? Of is het de stilte die ineens op me valt? Is het voor mij toch misschien handiger om een volle agenda te hebben? Bezig blijven om niet te hoeven voelen? Maar dat is dan toch weer een soort vluchtgedrag. Nu ik een lege agenda heb, moet ik niks en doe ik ook niks. Dat zet aan tot piekeren. Vooral nu ik terug denk aan mijn zus. Waarom moest zij nou zo jong al sterven. Gisteren , toen ik een boodschap had gedaan en weg wilde rijden van de parkeerplaats zag ik haar man lopen. Ik zat in een lastige uitrijdsituatie en kon dus niet zomaar uitstappen. Mijn zwager zag me niet. Toen ik van de parkeerplaats af was, was mijn zwager verdwenen. Ik had de gedachte om bij hem thuis langs te gaan, maar dat had dus geen zin meer. Ik voel me schuldig omdat ik te weinig aandacht aan hem heb besteed in de periode na de begrafenis. Zelf heb ik ervaren dat na een begrafenis alle aandacht weg valt, dat je er alleen voor staat om door een rouwproces heen te gaan. Zo gaat dat nu eenmaal. Het leven gaat verder. Mijn leven is totaal veranderd sinds Charl is heengegaan. Maar bij mijn naasten is in het gezin alles hetzelfde gebleven. Ze missen Charl wel maar op een hele andere manier. Ze komen thuis en vinden alles weer zoals het was. Ik kwam thuis en er was niets. Ja, heel moeilijk. De situatie accepteren lukt wel, je kunt de tijd niet terugdraaien, maar er daadwerkelijk mee leven is een ander verhaal. Gisteren kwam ik ook nog een kennis tegen. Hij heeft een half jaar terug zijn vrouw verloren, heel plotseling. Hij ervaart hetzelfde als ik. Je moet het voor jezelf weer leuk maken want anders gebeurt er niets.
Ik schud mezelf eens door elkaar. Wat zit ik hier nu te somberen. Kom op! De zon schijnt, ga naar buiten. Het leven is de moeite waard om geleefd te worden. Kijk om je heen. De natuur is prachtig. De vogels fluiten. Ik weet het, ik weet het. Maar soms wil je gewoon even zielig zijn, even de tranen de vrije loop laten. Alleen die schouder om tegenaan te leunen en nat te huilen is er niet meer en dat doet pijn.

zondag 18 april 2010

Seizoenplaats

De caravan staat weer op de camping voor een nieuw seizoen. Niet dat ik er het hele seizoen ben, alleen met mooi weer ben ik er te vinden. Die caravan heb ik nu eenmaal en als ik hem verkoop krijg ik er bijna niets voor. Toen Charl nog leefde, trokken we er altijd op uit met de caravan. Zo zijn we al op veel plekken geweest in Europa. Daar heb ik mooie herinneringen aan. Ik rijd niet met de caravan achter de auto, dus ben ik afhankelijk van iemand die dat voor me wil doen. De enige mogelijkheid daarvoor is dan in het voorjaar de caravan naar de camping rijden en in het najaar weer terug naar de stalling. Ik wil niet van iemand verlangen dat de caravan steeds naar andere campings gereden wordt. Voorheen reed een vriend altijd de caravan naar zijn plek, maar hij is vorig jaar overleden door een hartstilstand. Dat was heel verdrietig. Mijn zwager bood aan me te helpen met de caravan. Hij had er geen probleem mee de caravan naar de camping te rijden, alleen de tent opzetten, daar had hij niet zoveel zin in. Hij moet om zijn gezondheid denken, hij heeft een hartoperatie gehad. Wat wordt onze leeftijdsgroep toch kwetsbaar. Er zijn al zoveel dierbaren heen gegaan. Mijn zoon helpt mee.
Vandaag gaat het gebeuren. Het is een gedenkwaardige dag. Vandaag zou Charl jarig zijn geweest. Hij hield van kamperen. Eigenlijk ben ik zelf niet zo’n kampeerder, alleen het buiten zijn vind ik wel heerlijk. Zwager komt op tijd en samen rijden we naar de caravanstalling. Zoon Guus en kleindochter Charlot rijden in hun auto voorop, wij er achter aan. Guus heeft alle caravanbenodigdheden in de auto.
De caravan staat snel op zijn plek. Zwager gaat weer naar huis en wij gaan op ons dooie gemakje de tent opzetten. Het weer werkt mee, er is weinig wind en een stralende zon. Er is niets te merken van de aswolk die uit de vulkaan op IJsland gespuwd wordt de atmosfeer in. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat het hele luchtverkeer plat licht door de brokstukken en fijnstof uit de vulkaan die op zo’n 6000meter hoogte in de lucht zweven. Het zou de warmte van de zon kunnen beïnvloeden. En als de grotere vulkaan ook uit zou barsten dan zouden we zelfs in de zomer diepvrieskou kunnen verwachten. Er is een reële kans dat dat gaat gebeuren. Het houdt de gemoederen flink bezig.
Kleindochter Charlot helpt op haar manier ook mee de tent opzetten. Ze is vijf maar voelt zich een hele grote stoere meid omdat ze volwassen werkjes mag doen. Haar kwek staat geen minuut stil. Ze heeft overal een oplossing voor. En als zoon Guus even loopt te zuchten omdat hij tentstokken overhoudt zegt Charlot: “rustig maar, rustig nou” op een manier zoals alleen volwassenen dat zeggen. Het klinkt erg eigenwijs uit zo’n kindermond.
Er zijn sinds vorig seizoen dingen defect in de caravan en de monteur kon dat nog niet oplossen. Geen onderdelen en vanwege de crisis zijn er ook geen voorraden. Het kan dus nog wel even duren voordat het gerepareerd wordt. Dat is lastig en behelpen. De luxe van een caravan is daardoor ver te zoeken. Ik heb geen licht, de waterkranen doen het niet, ik kan de watertank niet vullen en dit alles omdat de omvormer die 230 volt naar 12 volt omzet, kapot is, waarschijnlijk door een blikseminslag toen ik er op een moment niet was.
Het nieuwe seizoen ga ik dus primitief starten en ach...dat heeft ook wel zijn charme.
We lunchen in het zonnetje en als alles klaar is heb ik zowaar een gevoel van ‘ het is goed zo. Ik ga aan een mooi seizoen beginnen’. Het eerste jaar dat ik een seizoensplaats had aan de kust was een drama. Ik was er nog niet aan toe zonder Charl. Ik ben maar drie keer geweest. Nou was er ook weinig te doen en ieder was op zichzelf. Ik voelde me daar verschrikkelijk alleen. Het tweede seizoen ging de caravan naar een andere plek op een kwartier autoafstand. Dat was al veel beter doordat er veel meer te doen was in de nabije omgeving. Daar ben ik dan ook meerdere keren geweest. Dit jaar staat de caravan weer op dezelfde plek. De medekampeerders voelen een soort van meelij omdat ik alles alleen moet regelen. Dat kun je merken aan de belangstelling. Dit seizoen gaat nog beter worden omdat ik het nu zelf wil. Andere jaren moest ik van mezelf gaan, zin of geen zin. Maar ik was er nog niet klaar voor. Ik zat nog midden in het rouwproces. Ik denk dat ik het nu wel aan kan, dus ga ik nog beter mijn best doen er iets van te maken. En vanavond gaan we met zijn allen uit eten om Charl, die zo belangrijk was voor ons allemaal, te herdenken.

vrijdag 16 april 2010

Herinneringen

Ik ben gisteren de hele dag buiten geweest. Nee, niet gewerkt, maar lekker in de tuin gezeten en gewandeld. Ik was in mijn oude buurtje waar ik 25 jaar geleden gewoond heb met mijn gezin. Toen was het een klein dorp in de Zaanstreek. Nu is het gigantisch uitgebreid. Veel dingen herken ik niet meer.
Met een paar buren heb ik al die jaren contact gehouden en bij een van hen, Marianne ga ik op bezoek. Het is of ik nooit weg geweest ben. De zon schijnt volop in de achtertuin en de temperatuur is goed genoeg om op het terras te zitten. Ik heb uitzicht op de achterkant van mijn oude huis. Wat was het een heerlijk huis, ons eerste huis waar de kinderen hun eerste levensjaren hebben doorgemaakt. Aangezien ik een verzamelaar ben en slecht afstand kan doen van allerlei spullen, werd na 13 jaar het huis te klein. Bovendien was mijn moeder alleen komen te staan en ik wilde dichter in haar buurt wonen. We verhuisden naar een ruimer huis aan de rand van de stad waar mijn moeder woonde. Eigenlijk ben ik ook meer een stadsmens. Het contact met de buren uit die tijd is gebleven.
We hebben heel veel te kletsen; over de buurt en wat er veranderd is, over de kinderen en hun probleempjes maar ook over mijn paranormale gave. Marianne vindt het ongelooflijk dat ik met doden kan praten. Ze vraagt om een reading en die geef ik haar. Ze luistert met verbazing naar wat ik haar vertel. Het klopt allemaal en ze is er blij mee. Het geeft haar bevestiging.
Na de lunch gaan we naar de overburen. Het is een blij weerzien. We blijven niet lang, want de overburen zijn druk bezig hun huis te reorganiseren. Bij het afscheid krijg ik nog een paar tuinplanten mee. Leuk! Heb ik straks een piepklein stukje dorp in mijn tuin.
We wandelen door de wijk en ik zie de veranderingen maar of ze allemaal ten goede zijn? Prachtige dikke bomen zijn gekapt omdat de omwonenden er last van hadden in de herfst. Ze stonden aan de rand van het weiland. Bij straffe wind uit het zuidoosten krijgen de huizen nu de volle laag. Dan zullen de bewoners nog wel eens terug denken aan die bomen, want die vingen een hoop wind op. We lopen door een straat waar een schoolgebouw gesloopt is. Er wordt een nieuw complex gebouwd. Een mooie waterpartij is gedempt. Ik herinner me die keer dat een klein meisje van 2 ½ met blonde krulletjes en een lichtblauw vestje bij het water heen en weer rende samen met een buurjongetje. Ik zag het meisje struikelen en voorover in het water vallen. Het jongetje keek er naar, draaide zich om en ging verder met zijn spel. Ik rende naar het water, zag nog net het lichtblauw van het vestje voordat het kroos zich erboven sloot. Net op tijd, anders was het moeilijk geworden om haar te vinden. Met een been in het water en de ander half op de kant wist ik het meisje aan haar vestje eruit te trekken. Ze was slap en vol kroos. Maar gelukkig begon ze meteen te ademen en te krijsen. Het jongetje liep daar nog en hij wist waar het meisje woonde. Haar moeder, hoog zwanger, schrok enorm. Vol emoties liep ik naar huis waar direct dikke tranen kwamen. Mijn hele lijf trilde van de schrik. Een paar uur later kwamen moeder en kind op bezoek met een grote bos bloemen.
Via het winkelcentrum lopen we terug naar het huis van Marianne. We drinken nog een kopje thee en daarna ga ik het dorp weer verlaten. Ik zou er niet meer willen wonen. Op bezoek? Ja, heel erg leuk. Ik ben gelukkig op mijn huidige stek.

dinsdag 13 april 2010

Park


Ik ben met kleinzoon in de kinderwagen in het park. Het is geen bijzonder park. Er zijn sportvelden en tennisbanen en het grenst aan de drukke provinciale weg. Wel staan er heel oude bomen en op een punt is een glooiing aangebracht met een vijver. Het is geen bos, maar het is in ieder geval iets.
Door de verscheidenheid aan bomen en struiken zitten er verschillende soorten vogels, ieder met zijn eigen geluid. Ik maak kleinzoon attent op de geluiden. Hij lacht, luistert aandachtig en geniet. En dan hoor ik een geluid wat ik niet thuis kan brengen. Loopt het wiel van de kinderwagen aan? Nee. Of is dat het geluid van een tennisbal die weggeslagen wordt? Maar dit geluid komt te snel op elkaar. Ik blijf staan, kijk rond en luister goed. Ineens besef ik dat het het geluid van een specht moet zijn. En ja hoor. In de treurwilg bij de vijver zie ik een bonte specht een gat hakken met zijn snavel. Spechten zie je hier zelden. Heel bijzonder dat ik dat zie. Als straks de treurwilg vol in het blad staat, zal het gat, dat vermoedelijk zijn nest gaat worden, aan het oog ontrokken zijn. Maar ik weet waar het zit en zal het in de gaten houden.
Ik zie tortelduiven, pimpelmeesjes, koolmeesjes, winterkoninkjes, Vlaamse gaaien en het is heerlijk om al die vogelgeluiden te horen. Maar waar zijn de mussen en de spreeuwen?
Kleinzoon is in slaap gevallen. Het vogelgezang werkte voor hem als een slaapliedje. Storend vind ik de geluiden van de provinciale weg. Er raast ook vrachtverkeer langs. Je zou een knop om moeten kunnen draaien, zodat je alleen natuurgeluiden hoort.
Als je er voor open staat dan zie en hoor je heel veel moois om je heen, vooral nu in het vroege voorjaar. Ik geniet met volle teugen en loop nog een extra rondje.

Schele oogjes

Kleinzoon is net gebracht voor zijn wekelijkse oppasdag. Altijd een heerlijke dag. Hij is net twee geworden en heeft Downsyndroom. Hij ontwikkelt zich heel goed, alleen wat traag. Hij doet alles in zijn eigen tempo. Zijn oogje is afgeplakt met een speciale pleister, omdat hij regelmatig erg scheel kan kijken.
Het doet me denken aan mijn dochter toen ze 5 jaar was. Zij keek ook ontzettend scheel. Eerst werd geprobeerd het scheel kijken met een bril te corrigeren. In die tijd waren grote brillen hip, naar Amerikaans voorbeeld. Dus mijn dochter kreeg ook een grote bril, iets anders was er niet. Haar gezicht zag je bijna niet meer. Eerst zag je de bril en dan de rest. En hij zakte ook steeds van haar neus. De bril was de oplossing niet, want ze bleef scheel. Toen werden haar ogen beurtelings afgeplakt met saaie pleisters. Iedere dag maakte ik er een tekeningetje op of ik plakte er een sticker op. Tegenwoordig zijn er leuke pleisters. Twee operaties volgden, eerst het ene oog en daarna het andere. Ik vond het vreselijk mijn kind in het ziekenhuisbed te zien liggen. Het resultaat van de operatie mocht er zijn. De oogarts noemde het een kunstwerk; prachtige ogen die je recht aankeken. De bril kon weg. Ze is nu 33 en heeft nog steeds mooie ogen. Ze heeft er dan ook alle vertrouwen in dat het met de oogjes van haar kind goed zal komen. Kleinzoon is prima gestemd. Hij ligt op zijn eigen wijze, met zijn handjes in de lucht, in de box liedjes te zingen. Engelse schoonzoon vertaald box altijd letterlijk en zegt dat zijn zoon in de doos ligt. Lachen!
Het mooiste moment komt als ik de pleister van zijn oogje trek. Dan ineens ziet hij oma met twee oogjes. Een big smile is de beloning.