dinsdag 13 april 2010

Park


Ik ben met kleinzoon in de kinderwagen in het park. Het is geen bijzonder park. Er zijn sportvelden en tennisbanen en het grenst aan de drukke provinciale weg. Wel staan er heel oude bomen en op een punt is een glooiing aangebracht met een vijver. Het is geen bos, maar het is in ieder geval iets.
Door de verscheidenheid aan bomen en struiken zitten er verschillende soorten vogels, ieder met zijn eigen geluid. Ik maak kleinzoon attent op de geluiden. Hij lacht, luistert aandachtig en geniet. En dan hoor ik een geluid wat ik niet thuis kan brengen. Loopt het wiel van de kinderwagen aan? Nee. Of is dat het geluid van een tennisbal die weggeslagen wordt? Maar dit geluid komt te snel op elkaar. Ik blijf staan, kijk rond en luister goed. Ineens besef ik dat het het geluid van een specht moet zijn. En ja hoor. In de treurwilg bij de vijver zie ik een bonte specht een gat hakken met zijn snavel. Spechten zie je hier zelden. Heel bijzonder dat ik dat zie. Als straks de treurwilg vol in het blad staat, zal het gat, dat vermoedelijk zijn nest gaat worden, aan het oog ontrokken zijn. Maar ik weet waar het zit en zal het in de gaten houden.
Ik zie tortelduiven, pimpelmeesjes, koolmeesjes, winterkoninkjes, Vlaamse gaaien en het is heerlijk om al die vogelgeluiden te horen. Maar waar zijn de mussen en de spreeuwen?
Kleinzoon is in slaap gevallen. Het vogelgezang werkte voor hem als een slaapliedje. Storend vind ik de geluiden van de provinciale weg. Er raast ook vrachtverkeer langs. Je zou een knop om moeten kunnen draaien, zodat je alleen natuurgeluiden hoort.
Als je er voor open staat dan zie en hoor je heel veel moois om je heen, vooral nu in het vroege voorjaar. Ik geniet met volle teugen en loop nog een extra rondje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten