dinsdag 19 oktober 2010

Mijn dinsdag


Vandaag is het weer oppasdag. Kleinzoon wordt al om zeven uur gebracht. Ik begin altijd met het stofzuigen en dweilen van de benedenverdieping zodat kleinzoon op een schone vloer rond kan kruipen.
Vandaag heb ik het gevoel dat dweilen weinig zin heeft want zwager en schoonzus komen helpen de tuin winterklaar te maken. De tuin is in juli voor het laatst goed onderhouden. En door al het achterstallig onderhoud lijkt het wel een oerwoud. Alleen de vogeltjes ontbreken door de katten die zich in het hoogstaande onkruid verschuilen. De weersvoorspelling is weinig hoopgevend.
Zwager en schoonzus beginnen te wieden en te snoeien in de voortuin. Het is een hele klus. Ik voel me schuldig want ik heb de boel laten versloffen en ik mag me bezig houden met kleinzoon en dat is veel minder vermoeiend dan in de tuin werken.
Het wordt lunchtijd en er breekt een enorme hoosbui los. Kleinzoon ligt inmiddels in bed voor zijn middagslaapje. Na de lunch moet toch ook ik echt gaan meehelpen in de achtertuin. Er zijn veel peren uit de boom gevallen, aangevreten door de kraaien en zover verrot dat ze als snot uiteenvallen als ik ze oppak. Ze ruiken alsof ik sterke drank aan het stoken ben. Af en toe krijgen we een flinke bui op onze kop en gaan dan snel even schuilen op de deurmat in de kamer. Want vies zijn we. Drie uur zijn we klaar. Rondom het huis is alles weer netjes. Met zijn drieën hebben we flink gebuffeld. De groene en de zwarte kliko zijn bomvol en daarbij nog eens 4 grote blauwe plastic tuinzakken. Die met de peren erin is loodzwaar en alleen al van de lucht zou je dronken worden. De tuin ziet er weer geweldig uit. Ik ben zwager en schoonzus ontzettend dankbaar. In mijn eentje had ik het niet gered in een dag en bovendien is het veel gezelliger om met zijn drieën in de tuin te werken. Zwager neemt de blauwe zakken in zijn auto mee om ze af te leveren bij de stort. Dan is alles weer mooi opgeruimd.
Ik haal kleinzoon uit bed en dan barst er een enorme bui los. Precies op tijd waren we klaar. De tuin is zo netjes dat ik er het liefst op een stoel in wil zitten om er naar te kijken en van te genieten. Als de zon had geschenen, had ik het gedaan en kleinzoon er naast gezet in de kinderwagen. Ik zie de poes van de buren te voorschijn komen. Hij loopt aarzelend rond. Hij is de weg kwijt in onze tuin. De hoosbui gaat nog even door. Ik voel me gezegend met zulke lieve familie, want wat hebben ze hard gewerkt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten