Ik sta op station Den Bosch te wachten op de trein. Links en rechts hoor ik opgewonden telefoongesprekken. “Zo erg, de hele stad ligt in puin.” “New York staat in brand”. Ik spits mijn oren en vraag me af wat er aan de hand is. Ik hoor “een aanslag”. De trein arriveert en ik stap in. Ook in de trein gonst het. Het moet wel heel erg zijn. Ik vraag aan een medepassagier wat er aan de hand is. “Er is een vliegtuig neergestort in New York.”
Thuis gekomen zet ik meteen de televisie aan en dan wordt de ramp in zijn volle omvang zichtbaar. Afschuwelijk! En dan het moment dat de Twin Towers in elkaar zakken...
Wat een drama. En al die mensen die nog in de gebouwen zijn. Wat gebeurt er met hen? Enkele dagen later is de omvang van de ramp duidelijk. Overal in de hele wereld gaan de vlaggen half stok. En net op deze dag trouwen mijn zoon en schoondochter. Het wordt een dag met een zwart randje, een beladen dag, een dag om nooit te vergeten.
Vanaf die tijd worden veiligheidsmaatregelen aangescherpt, de mensen worden angstig want wat staat ons nog meer te wachten.
Afgelopen augustus waren we in New York. We bezochten Ground Zero waar druk gebouwd wordt. We waren in het herinneringsmuseum dat over een poosje verplaatst zal worden naar een nieuw pand op Ground Zero. De plek wordt druk bezocht. De hele wereld was toen getuige van het ongelooflijke drama en het mag nooit vergeten worden. Zoveel onschuldige mensen vonden de dood. Zoveel reddingswerkers kwamen er om tijdens de reddingswerkzaamheden. Het is niet te bevatten. De resten van de Twin Towers liggen nog steeds ergens opgeslagen. 11 september zal iedereen deze ramp herdenken en iedereen zal even stil blijven staan bij het leed wat het veroorzaakt heeft. Zoiets mag nooit meer gebeuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten