woensdag 21 november 2018

Wat een verademing. De storm is gaan liggen, de bomen zijn nu bijna kaal. Ik houd niet van storm. Het maakt me onrustig. Al die geluiden die het huis prijsgeeft, als de storm er vat op krijgt, geven mij een onveilig gevoel. Toch weet ik dat het huis stormbestendig is. Dat komt door het vierkant waar omheen stolpboerderijen gebouwd worden. De tuin ligt bezaaid met de grote bladeren van de plataan. Helemaal windstil is het bijna nooit. Het geritsel van de bladeren die de wind over de stenen blaast, vind ik juist weer wel fijn. Ach, als mens zit ik een beetje raar in elkaar, maar ik vind mijzelf wel een leuk mens. Ik houd van het geluid van vogels, het gekraai van de haan en het getok van kippen. Het kwaken van de kikkers en het getimmer van de bonte specht. En dat hoor ik dagelijks hier op het platteland. De koeien zijn gisteren uit de wei gehaald. Nee geen eigen koeien, want ik ben geen boerin. Ik kom gewoon uit de stad. De koeien staan nu in een warme stal verderop in het dorp. Bij de overbuurman worden de eerste kerstbomen al gebracht en dat worden er de komende tijd steeds meer. Je denkt vast, wat zit ze dom te ratelen. Nou... Ik wil wat anders op dit blog. Ik ben een beetje boekenmoe. Mijn twee kinderboeken zijn de wereld in en ik vertrouw erop dat veel kinderen het boek weten te vinden. Als je nu nog niet weet over welke boeken ik het heb, scrol dan door mijn blog. Er staat genoeg geschreven.
Goed, ik had het over het weer en mijn omgeving. Ik moest wennen aan het platteland. Wij wonen buiten de dorpskern, dus hier gebeurt niet zoveel. Er zijn dagen dat ik het hier maar saai vind. En dan kan ik terug verlangen naar mijn vorige woonplek. Mijn netwerk bestaat vooral uit schrijvers. Het is lastig om in een dorp contacten te leggen. Ik ben er al achter dat mensen die in dit dorp geboren zijn, niet gemakkelijk wegtrekken. Ze zijn zelfs een actie begonnen voor huizen voor starters. Het is een hechte gemeenschap. Het is fijn dat dochter met haar gezin aan de achterkant van het huis woont. We overlopen elkaar niet, maar als ik behoefte heb aan een praatje, loop ik makkelijk bij haar binnen.
Ik ga nu weer naar haar toe. Even oppassen op zieke kleinzoon. Hij heeft het flink te pakken. Hij kan niet zeggen wat er nou precies aan de hand is. Dat heeft te maken met zijn beperking. Ik ga voorlezen en zingen. Dat vind hij het allerfijnste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten