Rustig geniet ik van mijn ochtendritueel; krantje, koffie. Ik lees de berichtgeving over de intocht van Sinterklaas en mijmer terug naar hoe het vroeger was tijdens mijn jeugd. Wat me vooral bijgebleven is, is de sfeer buiten, als het donker is. Ik was altijd op mijn hoede, want je kon zomaar zwarte Piet tegen komen. En dan die grote opkomende oranje maan, waardoor je spontaan zie de maan schijnt door de bomen zong. De geur van de kolenkachels in die tijd vond ik lekker, waardoor ik het Sinterklazerig vond ruiken. Het bewijs dat de Sinterklaastijd aangebroken was.
Terwijl ik dit schrijf, krijg ik een brandlucht in mijn neus. Roept mijn berichtje deze geur op? Het gebeurt wel vaker dat ik een bijzondere geur ruik zonder enige aanleiding, maar deze brandlucht vind ik verontrustend. Ik ga op onderzoek uit en kan niets branderigs ontdekken. Ik heb geen kaarsen aan, er staat niets te pruttelen op de kookplaat. Ik hoor ook geen brandweersirenes en er is geen rook. Merkwaardig. Ondertussen stroomt de adrenaline, want ik ben panisch voor brand.
Mijn hart bonkt uit mijn lijf als schoonzoon binnenkomt. 'Ruikt het bij jou ook naar brand?'
'Ja, maar ik heb geen idee waar het vandaan komt en dat vind ik een enge gedachte. Het zal toch niet bij de achterbuurman vandaan komen?'
Een aantal maanden geleden gebeurde er ook zoiets. Ik zag het ineens mistig worden en de overburen in paniek hun huis uitrennen. Ik rende ook naar buiten.
'Buurvrouw, volgens mij staat je huis in brand. Kijk eens hoeveel rook er uit het dak komt'
Ik keek en dat was inderdaad heel veel. Vieze donkere rook, maar het kwam niet uit mijn dak. Wat bleek, de achterbuurman was in zijn buitenkachel troep aan het verbranden. Het stonk verschrikkelijk en de zwarte rook ging over ons huis heen, meegevoerd door de zuid westen wind. De kachel rookte enorm. Ik was opgelucht, gelukkig niets aan de hand bij ons. De overbuurman was razend. Er was geen toezicht bij de brandende kachel. De achterbuurman was weggegaan en liet de kachel voor wat het was. Met al die rieten daken in de omgeving moet je oppassen. Een vonk kan voldoende zijn om de boel in lichterlaaie te zetten. Hij waarschuwde de politie en die hebben uiteindelijk de achterbuurman berispt. Daarna was het een hele tijd rustig.
Schoonzoon en ik constateren dat de buitenkachel opnieuw brandt zonder toezicht. De rookontwikkeling is niet zo heftig als de vorige keer. De stank is er niet minder om en de wind blaast de rook weer onze kant op.Ik denk dat er niet alleen hout in de kachel ligt, want brandend hout geeft een heel andere geur. We blijven het in de gaten houden.
Gerustgesteld ga ik weer verder lezen in de krant. Mijn koffie is koud geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten