vrijdag 9 april 2010

Fitness

Fitness is eigenlijk niets voor mij. Ik weet genoeg smoezen te verzinnen om niet naar de sportschool te gaan en dat doe ik dan ook regelmatig. Ik ben nu een jaar bezig fitter te worden maar door al mijn verzuim ben ik nog geen spat opgeschoten.
Nu het mooier weer wordt, moet ik toch eens serieus aan de slag gaan. Ik wil in shape zijn om leuke zomerkleren te gaan dragen. Mouwloze shirtjes zijn nu nog uit den boze, want ik stoor me aan de te dikke slappe bovenarmen. Dus ga ik naar de sportschool vooral ook omdat ik een afspraak heb met de sportcoach. Het is een vervangster van de coach die me gewoonlijk begeleidt. Ze kent me niet en ik doe het hele verhaal waarom ik niet regelmatig kwam trainen; niet lekker in mijn vel, rouwproces, ernstig zieken die aandacht nodig hebben, kleinkind waar ik regelmatig voor zorg, ziekte van mezelf, genoeg redenen om niet te trainen. De coach begrijpt het en stelt voor een nieuw trainingsschema op te stellen. Iets minder zwaar waardoor het beter vol te houden is. Ik zal wel minstens een keer per week 40 minuten tot een uur moeten trainen wil ik resultaat zien. Ik moet doorzetten en een stapje meer geven als ik denk dat ik niet meer kan want dan pas komt de stof vrij die je dat lekkere gevoel geeft dat je echt iets voor je lichaam doet. De coach vraagt op welke cardio-apparaten ik train. Ik begin altijd op de fiets, dan de crosstrainer en soms het roeiapparaat. Ze vraagt of ik de loopband als een geprobeerd heb. “Nee”. Een licht heuvelprogramma zou goed voor me zijn om sterke benen te krijgen en een goede doorstroming. Ik zeg: “Een heuvelprogramma? Dat zou wat zijn want ik ga van de zomer naar Amerika naar vrienden die aan de voet van de bergen wonen. Hun terrein is behoorlijk glooiend en ik loop dan altijd te hijgen als een trekpaard omdat ik geen conditie heb om heuvels te beklimmen.” “Nou”, zegt de coach “dat komt dan goed uit en het is een goede stimulans om het programma vol te houden”. Ze stelt het apparaat in en daar ga ik. Eerst nog wat onwennig. Ik word naar achter meegesleept door de band maar al snel heb ik de beweging te pakken. De coach zegt: “Succes” en gaat weg. Ik ga de eerste heuvel op. Ik staar voor me uit en visualiseer de heerlijke plek in Amerika. Ik zie me over de heuvels lopen met de honden. Op het apparaat worden de hellingen steeds een beetje steiler en ik loop door. Na 5 minuten ga ik me steeds beter voelen. Ik houd het 30 minuten vol in een stevig tempo en verbrand 200 calorieën. Dat is nog eens een goed resultaat! Na de cool down stap ik van het apparaat. Ik voel me zo licht als een veertje.
Buiten schijnt de zon, de vogels fluiten, de bomen zijn prachtig en ik voel me gelukkig. Ja, voor het eerst sinds lange tijd voel ik me echt gelukkig. En daar heb ik zelf voor gezorgd door door te zetten waardoor mijn lichaam het gelukshormoon endorfine vrij kon laten stromen. Zou zo nou een sportverslaving tot stand komen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten