donderdag 14 december 2017

Nare droom

De zon schijnt volop  en daar zou ik blij van moeten worden, maar dat is niet het geval. Ik tob nog steeds met lage rugpijn, zomaar vorige week erin geschoten. En ik heb een welles nietes verkoudheid. Het voelde vanmorgen of het beter ging, maar nu weet ik inmiddels dat het weer zo'n dag is. Lastig, want het zet mijn energie op een laag pitje. Ik houd me maar een beetje rustig en ga schrijven.
Vannacht had ik een nare droom. Ze zeggen dat je in een droom alles wat je meemaakt verwerkt. Wat er in die droom gebeurde is niets persoonlijks. Ik heb voor een nieuwe verhalenbundel een verhaal geschreven in het kader van Me too. Er is zoveel verborgen leed dat nu in de openbaarheid komt. Het schrijven van het verhaal greep me meer aan dan ik had verwacht. Kennelijk kwam dat terug in een droom.
Ik droomde dat ik met een vriendengroep een weekend doorbracht in een vakantiehuis. We hadden de bovenetage gehuurd met ieder een eigen slaapkamer. Het was gezellig en toen het bedtijd werd, besloten we een spel te spelen. Iedereen zou in bed gaan liggen in het pikkedonker en dan zou er een voor een iemand langskomen. We wisten niet wie waar in bed lag. Door af te tasten, moest je raden wie het was. Ik voelde iemand met een bril op en een hele vreemde haardos. Het voelde als stro. Ook voelde ik een puntneus. Zo iemand was niet in het gezelschap en ik knipte het licht aan. Ik schrok me wezenloos en werd razend. De conciërge stond voor mijn neus. Hij had ons over het spel horen praten en wilde graag mee doen. Jaja. Ik wist hem te overtuigen dat hij van deelname uitgesloten was. Snel verliet hij de kamer en ik deed het licht weer uit. Ik hoorde de volgende binnen stommelen. De persoon stootte tegen een stoel en vond mijn bed. Ik zocht op de tast naar zijn hoofd. Het was een man. Hij voelde aan mijn hoofd, klonk nogal hijgerig en zijn handen daalden af naar de verkeerde plekken. Ik probeerde zijn handen weg te slaan en gilde het uit. De man schrok. Het licht floepte aan en daar stond de hele vriendengroep in de deuropening en riep in koor: 'Jij vuile viezerik.'
Toen werd ik wakker en was opgelucht dat het een droom was. Ik trok het dekbed over mij heen en probeerde te kalmeren. Ik hoorde kleinzoon. Hij had vast een leuke droom, want hij zong heel blij, heel zachtjes. Door zijn gezang haalde hij mij uit de stress en ik kon een glimlach niet onderdrukken. Mijn kleine redder in de nood, op alle fronten. Daar vertel ik een andere keer over. Nu spreek ik me zelf toe aan de slag te gaan, mezelf te vermannen of is het vervrouwen? Maakt niet uit. Ik moet de noodzakelijke huishoudelijke klussen doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten