Onder de salontafel staan twee zachte blauwe poefjes. Die
kun je onder je voeten doen als je op de bank zit in plaats van je voeten op de
tafel leggen. Wanneer je twee poefjes naast elkaar zet, kun je er op liggen,
denkt Pol. Hij kijkt naar zijn klein zus en zegt:
‘Ik heb geen zin meer om met je te spelen. Ik wil voor de
haard liggen en naar de vlammen kijken.’
Hij sleept de poefjes voor de haard, pakt een fleecedeken
met een afbeelding van spiderman erop uit een mand die in de hoek van de kamer
staat en gaat op de poefjes liggen. Hij past er met zijn bovenlijf precies op.
Zijn benen bungelen over de rand. De fleecedeken doet hij over zich heen. Hij
is lekker zacht en warm. Oma is in slaap gevallen in haar stoel. Ze knikkebolt
een beetje net of ze steeds ja zegt. Haar wangen zijn rood door de warmte van
het haardvuur.
Pol ontdekt dat het liggen op twee poefjes niet handig is.
Bij elke beweging schuiven ze uit elkaar. Er zitten handvaten aan. Als hij die
vast houdt blijven ze bij elkaar. Alleen ligt dat niet zo lekker. Hij wil graag
op zijn zij liggen en probeert te draaien. Roetsj, de poefjes schuiven uit
elkaar en hij belandt met zijn billen op de
gladde houten vloer. Polleke lacht hem uit. Pol wordt een beetje boos op
haar, maar houdt zich in om oma niet wakker te maken. Want als zijn zusje ook
boos wordt en gaat gillen dan is het net of er een sirene afgaat. Hij schuift
de poefjes weer tegen elkaar aan en gaat opnieuw liggen maar kan zijn draai
niet vinden. De poefjes blijven in beweging. Hij maakt een loopbeweging met
zijn voeten om de poefjes weer bij elkaar te krijgen en vindt het wel lollig,
want hij begint te schuiven. Hij schuift weg van de haard de kamer door. Maar
dat kost kracht. Slim als hij is schakelt hij zijn zusje in. ‘Hé Pollewoppie,
jij moet aan mijn benen trekken. Dan ben jij het paard.’
Ze pakt zonder gemopper zijn benen vast en sleept hem de
hele kamer door.
Pol roept: ‘Opzij! Hier komen de reizende poefjes!’
Oma schrikt wakker. ‘Wat is dit allemaal!’
Polleke laat zijn benen los, draait zich om en tot hun grote
schrik zien ze de poefjes met Pol erop met enorme snelheid opstijgen.
‘Wow,’ roept Pol en houdt de handvatten stevig vast. Hij
suist rondjes door de kamer, stijgt tot aan het plafond. Oma en Polleke
proberen de poefjes te grijpen, maar tevergeefs. Een moment heeft Polleke een
poefje vast en vliegt even mee maar laat dan los. Met een klap valt ze op de
bank. Gelukkig doet het geen pijn.
Pol vindt het griezelig worden. Zal hij eraf springen? Alles
draait voor zijn ogen en het gaat sneller en sneller. Hij lijkt wel een
wervelstorm. Planten in de kamer bewegen, hanglampen slingeren en oma probeert
van alles tegen te houden om te voorkomen dat straks de hele kamer gevuld is
met rondvliegende voorwerpen. Polleke is achter de bank gekropen. Ze is bang.
En dan ineens…rinkel de kinkel gaat Pol op zijn poefjes
dwars door de grote ruit heen naar buiten.
‘Oma! Help! Ik wil terug, ik ben bang!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten