dinsdag 26 februari 2019


Joshua Wilton House. Harrisonburg. Shenandoah Valley. USA

Tijdens een verblijf in Delaware, de allereerste staat van de USA, ontmoette ik een vrouw die werkte in het museum van Lewes. Een bijzonder museum omdat het een gebouw een kopie is van het statenlogement, het oude stadhuis, van Hoorn. Die vrouw, ik noem haar Katie, sprak zo goed articulerend Amerikaans Engels, dat ik geen enkele moeite had om haar te verstaan. We werden vriendinnen en dit nu al zo'n 14 jaar lang. Zo jammer dat er een enorme oceaan tussen ons ligt. Ik probeer haar een keer per jaar te zien.
Toen ik haar nog maar net kende, nam ze me mee naar haar moeder in de Shenandoah valley. Haar moeder, Ma genaamd, had een groot huis en deed alles nog zelf, het huishouden, grasmaaien, de dakgoten leeghalen en dat terwijl ze al flink op leeftijd was. Ze was taxichauffeur voor de Mennonieten die daar wonen en kende de valley op haar duimpje, een levende tomtom zo gezegd.
Inmiddels is Ma 104 jaar oud. Tijdens dat bezoek jaren geleden, nodigde ze me uit voor een etentje, samen met Katie. Ik had toen plannen om een boek te schrijven over Delaware en Virginia. In die staten deed ik research. Ik beleefde er veel en ontmoette interessante mensen. Zo werd ik op een keer uitgenodigd voor een feestelijke bijeenkomst van de tuinvereniging. Dat was een soort van rode loper bijeenkomst in de chique plaatselijke 'inn'. Gelukkig had ik nette kleren meegenomen in mijn koffer. De eigenaar van de 'inn', een politiek bekende man,behandelde mij als een vip toen hij hoorde dat ik een boek wilde schrijven. Dat zou extra reclame zijn voor Lewes.
De dag erna was er een open tuinenroute met veel tentoongestelde quilts. Tijdens die toer zagen ze mij als een hotemetoot. Daar begon ook mijn liefde voor quilts.
Terug naar Shenandoah. Het etentje was in de oudste Victoriaanse villa ter plaatse, ingericht als een zeer deftig restaurant. Het eten was 4 sterren waardig. Toen kwam er een chique dame binnen, met keurig gekapt haar, zorgvuldige make-up en ze liep naar onze tafel. Ma vertelde dat ze een zeer succesvol schrijfster was in de valley en dat ik als schrijfster kennis met haar moést maken. Ik werd nerveus. Ik had nog geen boek geschreven, dus had ik ook niets te melden. Ze vroeg me het hemd van het lijf; hoeveel ik had gepubliceerd, met wat voor boek in bezig was, welk genre etc. Ze zag me als een 'beroemde' schrijver uit Nederland. Ik had geen flauw idee wat Ma haar allemaal had wijs gemaakt. Katie greep in door over iets anders te beginnen, Een hele opluchting. Na die keer had ik verder geen contact met die schrijfster, wel met Ma en Katie. De schrijfster is kort geleden overleden.
Bij het schrijven van dit verhaal voel ik weer de ongemakkelijkheid. Ik voelde me zo klein bij haar. Misschien voelde zij zichzelf ook wel zo naast zo'n 'beroemde' schrijfster. Die gebeurtenis zette me aan het denken. Ik ging schrijven. Geen boek over Delaware en Virginia, wat overig zeer interessante staten zijn. Het werden korte verhalen voor diverse bundels en twee kinderboeken; Reizende poefjes, De lamp de sneeuwbol en het kompas. In mijn korte verhalen komen de twee staten af en toe terug. Wie weet ga ik ooit nog eens een (kinder) boek hierover schrijven, want ik ben regelmatig in die staten te vinden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten