maandag 30 juli 2018

Vooruitblik

Een nieuwe week is begonnen, de laatste week van Juli en dan stevenen we al weer af op de herfst. Vooralsnog lijkt er aan de zomer geen einde te komen, hoewel het vandaag bewolkt is en winderig. Af en toe komt de zon te voorschijn. Ik vind het heerlijk. Maar de temperatuur schijnt deze week weer op te lopen naar hoge waarden.
De afgelopen week stond in het teken van schrijven en tekenen, alles in voorbereiding op mijn derde kinderboek Juf Zebrahoed. Het derde boek alweer na kinderboek 1 Reizende poefjes, dat vorig jaar gelanceerd is, kinderboek 2 De lamp, de sneeuwbol en het kompas, lancering 29 september  en een vervolg op boek 1.
Juf Zebrahoed staat helemaal los van de eerste 2 delen en wordt pas najaar 2019 uitgegeven. Er is veel werk aan de winkel, maar oh, wat doe ik dit graag. Lekker in mijn eigen fantasiewereld stappen, hoe gekker, hoe beter. Ik ben het eens met de uitgever dat mijn kracht ligt in het schrijven van kinderboeken en nu ik zelf de tekeningen maak omdat de vaste illustrator op het moment geen tijd voor me heeft, ben ik helemaal in mijn nopjes. Ouderwets gezegde trouwens.
Voor februari staat een schrijfretraite gepland op Vlieland om ongestoord aan het derde boek te kunnen werken. Eerst is het tweede kinderboek aan de beurt om de wereld in geholpen te worden en dan hopen dat veel kinderen het gaan lezen of...dat ouders, opas en omas het gaan voorlezen.
Ik kijk uit naar 29 september. Het boek ziet er prachtig uit en het verhaal is
geweldig. Heb ik gehoord van proeflezers. Van mij mag het de wereld in en wat zou ik het graag verfilmd zien. Het verhaal leent zich er voor. Het speelt zich grotendeels af in het prachtige Cornwall aan de zuidkust van Engeland. Een mooier decor kan je niet hebben. I keep my fingers crossed.

zondag 29 juli 2018

Terug in de tijd.

Het is een gedenkwaardige dag, 29 juli, de dag dat mijn man is heengegaan. Het was vroeg in de ochtend, het schemerde en de merel zong het hoogste lied. Ik zei tegen mijn man: Luister, de merel fluit. Ik zag dat hij me begreep. Een tel later veranderde alles en sloot hij voorgoed zijn ogen. Het leek alsof de merel hem geroepen had. Dat het tijd was om te gaan. Het was ook tijd, hij kon niet meer. Zijn lichaam was op, zijn geest verzwakt. We hadden graag samen oud willen worden. We zeiden altijd: 'We gaan samen mummelen in een bejaardenhuis.' Het mocht niet zo zijn.
Door de jaren heen heb ik geworsteld met het gemis. Ik zocht andere wegen om mijn leven een nieuwe invulling te geven. Ik kreeg er een kleinkind bij die speciale aandacht nodig had en nog nodig heeft. Hij was mijn lifesaver in de moeilijke momenten.
Ik zocht andere manieren om op vakantie te gaan. Nee geen groepsreizen met een bus, maar vakanties die bij mijn leven passen. Ik heb spirituele reizen gemaakt naar Servie en Egypte, ik ben in het klooster iconen gaan schilderen, ik danste bij dansklooster en ging quilten op Texel. Allemaal vakanties met gelijkgestemden. En altijd voelde ik dat mijn man in mijn nabijheid was, dat hij me stuurde, me op het goede pad hield.
Ik begon mijn ervaringen op te schrijven. Dagboeken vol bewaar ik in een mooie door mijn opa beschilderde kist. Mijn leven zit er in en ik ben nog lang niet klaar met leven. Ik heb een nieuwe invulling gevonden; kinderboeken schrijven. Soms voel ik mezelf nog een kind. Maar dat heeft iedereen, een innerlijk kind en het is mooi dat het zo is.
Vandaag worden herinneringen opgehaald. Mijn man was een bijzondere man met een gave om mensen op hun gemak te stellen, ze te helpen met moeilijke problemen. Hij was gek op de drie kleinkinderen, voorals zijn kleindochter had een speciaal plekje in zijn hart. Zij was helaas nog te klein om opa te herinneren. Maar van de verhalen geniet ze.
29 juli, 11 jaar geleden, de tijd is omgevlogen maar soms lijkt het alsof het gisteren is gebeurd.
Het leven gaat verder en ik maak er het beste van met de mensen om me heen.

zaterdag 28 juli 2018

Verkoeling

Heerlijk zo'n verkoelende dag. Alleen de enorme bui met slagregen en harde windstoten vond ik minder. Ik ben een angsthaas als het om storm en onweer gaat. Gelukkig waren de windstoten van korte duur. De boomkruinen gingen horizontaal en ik zag de beelden voor me van de verschrikkelijke buien van gisteren met name in Rotterdam en Roosendaal.
Nu waait het nog erg hard. Buiten zitten is geen optie, zeker niet als je wil schrijven. Ik doe dat met de hand en dan waait constant het papier alle kanten op. Dan kan ik niet rustig schrijven. Ik heb binnen, op mijn schrijfplek, twee hoofdstukken voor mijn derde kinderboek Juf Zebrahoed geschreven en de bijbehorende tekeningen gemaakt. Spirituele muziek erbij, wierook van Aartsengel Gabriel om helderheid en creativiteit en een kaarsje. Niets in mijn omgeving kan me dan storen. De gierende wind sluit ik buiten. Het verhaal wordt steeds leuker, spannender, gekker. Het is alleen de vraag wat er van overblijft in de eindfase na het schrappen, schaven, schuren en herschrijven. Maar zover is het nog lang niet. Ik heb een jaar de tijd voordat het boek uitgegeven wordt. Eerst is mijn tweede boek De lamp, de sneeuwbol en het kompas aan de beurt om gelanceerd te worden op 29 september a.s. In Schouwburg Het Park in Hoorn. Info hierover bij godijnpublishing.nl
In deze vakantieperiode is het leuk om eerst Reizende poefjes te lezen of voor te lezen. Dat gaat over de avonturen van Pol en Polleke. Het tweede deel is een vervolg daarop. En Pol en Polleke krijgen er een vriendje bij, hun neefje Noek die het syndroom van Down heeft en hun in spannende avonturen brengt. Ik krijg leuke reacties

van ouders van kinderen die Reizende poefjes gelezen hebben. Zij zullen vast uitkijken naar deel 2.

vrijdag 27 juli 2018

Weer een dag met hitte.

Gisteravond voelde ik me total loss door de hitte. Ik had geen zin om in bed te liggen broeien en stelde het zo lang mogelijk uit. Toen het zover was en ik op de slaapkamer kwam hoorde ik getik. Dat had ik in lange tijd niet meer gehoord. Regen. Ik was zo blij als een kind. Ik had de planten in de tuin geen water gegeven. Allemaal nieuwe aanplant, voor een vermogen gekocht. Om de dag geef ik water. Dit keer had ik geen zin in gesjouw met een volle gieter. Het zijn 12 volle gieters die ik leegsproei en daar ben ik zo'n half uur mee bezig. Het is geen water uit de regenton, want die staat al tijden droog, maar kostbaar water uit de kraan. Als ik een keertje minder onder de douche stap heb ik dat weer gecompenseerd. Ik ben een beetje jaloers op de buurman. Hij heeft een heel bewateringssysteem aangelegd in de grote tuin met watertoevoer uit de sloot. Het ruikt niet altijd even fris, maar het is wel effectief. En dan loop ik te zeulen met een gieter. Mijn tuin is dan ook kleiner dan die van hem. Goed, het begon dus te regenen. Flinke spetters op het schuine dakraam, een grote lichtflits, een donderklap en wat gerommel in de verte. Dat was alles. Nauwelijks water genoeg om de planten te laten jubelen. Deze ochtend zijn ze niet blij. Ze staan de hele dag in de brandende zon. Dus dat wordt vanavond weer begieten. Ik moet wel, want anders wordt de tuin een woestijnlandschap. Alleen de vetplanten in de rotstuin doen het goed zonder water. En zo zucht ik door. Ik blijf binnen, hoewel er vandaag wat meer wind staat. In de schaduw is dat aangenaam. Maar ik moet even wachten op schaduw tot het middaguur. Tijd genoeg om eerst een aantal verplichtingen af te werken en dan zie ik verder wel. Zo! Ik heb even heerlijk gezeurd en geklaagd. Nu weer vol aan het werk en eigenlijk heel blij zijn met deze mooie zomer.

donderdag 26 juli 2018

Hitte

De hitte is slopend. Ik houd ramen en deuren dicht om de hitte buiten te houden. Luxaflex naar beneden en evengoed is het 27'C in huis. Bij elke stap die ik zet, lopen de zweetdruppels over mijn gezicht. Maar ik klaag niet hoor. Ik ben niet de enige en dit weer is toch beter dan het kleddernatte Hollandse regenweer. Na deze periode kunnen we weer lang genoeg genieten van regen en wind. Alleen is niet te voorspellen hoe lang dit nog duurt.
Ik dacht vannacht dat ik alle muggen had uitgeschakeld, maar dat bleek niet zo te zijn, zag ik vanmorgen toen ik wakker werd.
De meeste van jullie weten niet dat ik ook een paranormale kant heb. Ik loop er niet mee te koop en houd het voor mezelf. Vannacht voelde ik een vinger tweemaal over mijn voorhoofd strijken. Ik werd er wakker van en dacht een moment dat het kleinzoon was. Die kan dat ook zo lief doen. Dus ik vroeg of hij het was. Bleek het een dierbare uit het hiernamaals te zijn. Hij had groot nieuws. Mijn tweede kinderboek De lamp, de sneeuwbol en het kompas heeft na alle voorpublicaties de aandacht getrokken van natuurbehoud. In het boek speelt een reuzenalbatros een grote rol en de inhoud was precies goed voor een verfilming van het boek. De albatros is een zeldzame vogel en komt allen voor in Nieuw Zeeland. Mijn boek brengt de albatros onder de aandacht, want bijna niemand weet dat deze vogel een vleugelwijdte heeft van meer dan 3 meter en zo snel kan vliegen als een auto op topsnelheid op de snelweg. Ik antwoordde: 'Ja,ja, eerst zien dan geloven.'
Was dit een droom of was het echt. Ik zou het gweldig vinden als het boek verfilmd wordt. Daar droomde ik misschien wel van ofschoon ik echt wakker was toen ik de mededeling kreeg. De tijd zal het leren. Ik ga me storten op redactie van het boek Anders kind, dat gelijk met mijn boek gelanceerd wordt op 29 september in schouwburg Het Park in Hoorn. Info bij godijnpublishing.nl.

woensdag 25 juli 2018

Kattenverhaal.

Deze periode pas ik op twee bejaarde katten van de buren. 2x per dag eten geven en zorgen dat ze steeds drinkwater hebben. Als ik 's morgens kom, draaien ze al op mijn benen heen in afwachting van hun eten. De bruine kat krijgt eerst eten om te voorkomen dat zij de bak van de ander leeg eet. Daar zit speciaal voedsel in en kennelijk vindt de kat dat lekkerder. Ik heb haar er al een paar keer vandaan gehouden. Dan keek zij me aan met een blik van, ik krijg je nog wel en liep dan verontwaardigd weg om later alsnog het restant eten te verorberen.
Vanmorgen verwachtte ik hetzelfde ritueel. Ik kan de bruine kat niet roepen, want zij is zo doof als een kwartel. Alleen de grijze verscheen ten tonele en at gulzig van zijn eten waarin medicijnen verwerkt zijn. Vandaar dat het belangrijk is dat hij die bak leeg eet en niet de bruine. De bruine was nergens te bekennen. Ik heb het hele huis doorzocht, ook buiten keek ik in hoeken en gaten, zelfs bij de sloot en op de weg. Je weet maar nooit. De kat bleef weg. Ik had wel haar bak met eten neergezet en daar begon al snel de grijze kat van te eten. Ieder half uur deed ik mijn rondje om te kijken of zij er al was. Half een kwam de bruine over het veld heen aansjokken. Gelukkig dacht ik. Het was een hele opluchting. Door de warmte staan de deuren bij mij tegen elkaar open. En wie komt daar triomfantelijk binnen lopen? De bruine, alsof zij zeggen wil, had ik je even mooi te pakken. Moet je je maar niet met mijn eetgewoonte bemoeien. Ik heb haar opgepakt en ze begon zo waar te spinnen. Zij dacht, ik krijg een lekkere knuffel. Mooi niet. Ik heb haar buiten gezet, want zij hoort in het huis van de buren. Aarzelend ging zij terug.
Ben benieuwd hoe het verder gaat.

maandag 23 juli 2018

Een vruchtbare dag.

Ik heb de warmte buiten gesloten en de hele dag geschreven voor mijn derde kinderboek en de illustraties er bij gemaakt. Wat is dat ontzettend leuk om te doen. Ik mag nog helemaal niets laten zien. Maar ik kan wel zeggen dat er een draak in voorkomt en een prachtig gekleurde vogel. Jammer dat de illustraties zwart wit worden. Kleur in een boek is veel te kostbaar. Ik krijg hulp bij het digitaliseren van de tekeningen. Ben benieuwd of dat lukt. Ik ben nog wel een tijdje met het boek bezig. Eerst is het tweede boek De lamp, de sneeuwbol en het kompas aan de beurt om gelanceerd te worden op 29 september in schouwburg Het Park. dat vind ik heel spannend, maar nu al krijg ik enthousiast berichten van de proeflezers. De lamp, de sneeuwbol en het kompas is geschreven in Cornwall, Engeland. Het uitzicht vanuit het raam, was mijn inspiratie. Op de landtong halverwege de baai staat een hut van de kustwacht en daar begint het avontuur. Het uiterlijk van de kustwacht deed mijn fantasie op hol slaan. Het boek is nu al te reserveren bij godijnpublishing.nl. Na de lancering krijg je het gesigneerd thuis gestuurd of je kunt het ophalen op 29 september in schouwburg Het Park na afloop van de presentatie. Info hierover bij dezelfde website.

vrijdag 20 juli 2018

Doolhof

Vannacht droomde ik dat ik in het ziekenhuis was om mijn oude beroep van verpleegkundige op te pakken. Extra hulp was hard nodig vanwege enorme drukte. Het nieuwe ziekenhuis kende ik niet, wist er heg noch steg. Het leek op een doolhof. Het verbaasde me dat ik ingedeeld was in een grote zaal met wel tien bedden zoals in de zestiger jaren van de vorige eeuw.
Ik deed wat me opgedragen werd en toen ik mijn routine terug had, werd ik weggeroepen om aan de andere zijde van het ziekenhuis iets op te halen. Op dat moment ontstond mijn doolhof. Ik zag alle hoeken en gaten van het ziekenhuis. Ik belandde in de directiekamer en met een snelle sorry sloot ik de deur weer en vervolgde mijn zoektocht. Ik kwam in het lab, waar iedereen me vreemd aankeek. Niemand kon me de juiste route geven naar de plek waar ik moest zijn. Ik zag oud-collega’s, leuk, maar geen tijd voor een praatje. Ik verzeilde bij een patiënt op de kamer, mevrouw Nel. Ze was volgens mijn inschatting dik in de 80. Ze mocht naar huis na een lang ziekbed, zei ze. Mevrouw Nel worstelde met haar sandalen. Haar kledingstijl deed me denken aan Boho, zigeunerstijl. De sandalen hadden gevlochten bandjes zoals de vriendschapsbandjes en zaten vastgenageld aan de houten zool met behoorlijk hoge hakken. Ik vroeg haar of ze daarop kon lopen. Ik was me een keer een breuk gevallen op zulke dingen. Zij niet, ze liep al haar hele leven op hooggehakte schoenen. Het kostte haar moeite de bandjes vast te maken, maar ze gaf niet op. Eindelijk kon ze zichzelf bewonderen in de grote spiegel. Haar witte haar hing los langs haar gezicht. Haar wijde witte rok met banen in verschillende kleuren bewoog sierlijk langs haar lijf. Om haar pols had ze een armband met een grote bloem. Toen zij zich van opzij wilde bekijken, wankelde ze en viel met een klap achterover op het bed terug, haar hoofd in een rare knik. Ze reageerde nergens meer op. Ik drukte op het alarm. Hulp was snel aanwezig. Mevrouw Nel kwam weer bij haar positieven en ze werd meegenomen voor onderzoek.
Ik vervolgde mijn weg in het doolhof. En eindelijk vond ik wat ik zocht. Toen weer terug naar de afdeling waar ik vandaan kwam. Onderweg kwam ik mevrouw Nel tegen. Ze liet een big smile zien en stak haar duim omhoog. Zij mocht toch naar huis.
Ik zag in de verte mijn collega, die me erop uit had gestuurd, lopen. Gelukkig dacht ik. Gevonden. Maar op hetzelfde moment sloot de doorgang. Ik zocht een andere weg en kwam in de kelder met geheimzinnige ruimtes waar je niet mocht komen. Dat wezen de borden aan. De deur van de toiletruimte was open. Ik herkende een oud-collega, gehuld in een wit beschermend pak. Zij stond met een verhit gezicht de toiletten te boenen en te ontsmetten. Haar blik richtte zich op mij. Ze zei met verheven stem: ‘Jij loopt ook altijd de kantjes er vanaf. Een beetje paraderen door het ziekenhuis en belangrijk lopen doen. Je bent hard nodig op de afdeling. Iedereen is in rep en roer omdat je onvindbaar bent. Ga eens doen waarvoor je bent aangesteld.’
‘Kan ik er wat aan doen, dat ik hier de weg niet weet en niemand me helpt door dit doolhof. Het is mijn eerste dag hier, hoor. Wijs jij me dan de weg.’
Geen antwoord. Ik liep weg en schreeuwde: ‘Ik ga meteen mijn ontslag indienen. Wat een gedoe hier. Zo wil ik niet werken.’
Even kwam ik in de verleiding om door een openstaande deur met uitzicht op de tuin naar buiten te lopen. Maar mijn plichtsgevoel won het. Als een wonder stond ik ineens in de zaal en leverde het benodigde af. Niemand zei iets. Het werk was gedaan en ik kon gaan. Op de klok zag ik dat ik de hele dag in het doolhof had rondgesjouwd.
Wat een rare droom. Wat betekent zoiets? Moet ik blijven waar ik ben en doen waar ik goed in ben. Moet ik me niet laten opjutten? Moet ik zien te voorkomen dat ik als een kip zonder kop rond ren? Ik heb geen idee. Een rare droom was het wel.

donderdag 19 juli 2018

Mijn derde kinderboek

Omdat ik nieuwe ideeën heb voor mijn derde kinderboek Juf Zebrahoed, heb ik me geïnstalleerd aan de tafel om alles op papier te zetten. De woorden stromen uit mijn pen. Ik schrijf alles met de hand. Daar word ik zen van. Terwijl ik schrijf zoemt er heel irritant een vlieg om mijn hoofd. Hij gaat op mijn haar zitten, op mijn armen, kortom hij hindert mij. En dan heeft hij ook nog eens een doordringende bromtoon. Gelukkig heb ik zo'n tennisracket met batterij om de vliegen te verschroeien. Ik krijg de lastpost te pakken en besluit ook meteen de andere vliegen om zeep te helpen. Het stinkt als ze verschroeien, maar ik voel me niet schuldig. Moeten ze maar buiten blijven. Daar vinden ze poep van de schapen en de koeien. In mijn huis hebben ze niets te zoeken. Maar ondanks de hor, komen ze toch binnen. Waar vandaan? Ik weet het niet. Ik heb er net 5 doodgemaakt, leg de racket op zijn plek, ik draai me om en zie tientallen nieuwe vliegen. Het lijkt alsof de dode vliegen zich splitsen en vermenigvuldigen. Het is ware horror in huis en ik word er knettergek van. De concentratie om te schrijven is verdwenen. Vliegen in huis is een nadeel van op het platteland wonen. Maar het heeft ook veel voordelen. Het is lekker rustig wonen, geen pottenkijkers in de tuin en mooie uitzichten.
Gek genoeg houden de vliegen zich nu rustig. misschien weten ze dat hun einde nadert als ze lastig zijn. Ik heb een witte keuken, de kastjes zitten vol met vliegenpoepjes. Ik blijf schoonmaken, terwijl er zoveel andere leuke dingen te doen zijn.
Het verhaal van Juf Zebrahoed zit helemaal in mijn hoofd. Dit keer ga ik de illustraties zelf maken. Ik heb er al een aantal af en ik wist niet dat het zo leuk was om bij een verhaal ook de afbeeldingen te maken. Ik tekende wel eens, maar dit is anders. Het verhaal wat in mijn hoofd zit komt nu al tot leven en het verhaal wordt steeds gekker. Twee  hoofdstukken staan er op papier. Maar nu kijk ik eerst uit naar 29 september, want dan is de lancering van mijn 2e boek De lamp, de sneeuwbol en het kompas. Dit is een vervolg op Reizende poefjes, maar los van het eerste deel te lezen. Mijn 3e boek heeft niets met deze twee boeken te maken. Het heeft andere personages, hoewel ook in dit verhaal de regenboog een grote rol speelt. Het zal nog wel even duren voordat dit boek gelanceerd zal worden. Eerst mijn 2e deel, wat een heel spannend avontuur is.

Mijn besluit

Gisteravond heb ik besloten dat ik doorga als kinderboekenschrijver. Het boek voor volwassenen waar ik al een flink aantal hoofdstukken voor heb geschreven, blijft voorlopig op de plank liggen. Vanmorgen stond ik op en meteen borrelde er een idee op voor het derde kinderboek. Ik heb ook al een titel namelijk Juf Zebrahoed. Ik heb zin om er aan te beginnen, maar heb andere verplichtingen. Die eerst afronden. Daarbij kijk ik uit naar 29 september als mijn tweede kinderboek De lamp, de sneeuwbol en het kompas gelanceerd wordt in schouwburg Het Park in Hoorn. Info hierover bij godijnpublishing.nl Ik breng ook het boek Reizende poefjes onder de aandacht, want het is leuk om eerst dit boek te lezen of voor te lezen om kennis te maken met de hoofdpersonen die ook in deel 2 voorkomen.

donderdag 12 juli 2018

Hobbyrenners


In de krant lees ik een column over wielrenners. Hoe wielrenners in de dop enthousiast worden nu de tour de France in volle gang is En een volledige outfit kopen dat toch een paar slordige centen kost. En hoe asociaal ze kunnen zijn op de fietspaden tussen de recreanten die heerlijk ontspannen fietsen en genietend om zich heen kijken. Hobbyrenners noemt de columnist de recreatieve wielrenners. Nou ja, recreatief? Als je als gewone fietser in 'hun baan' fietst dan brullen ze als leeuwen, want een bel op de fiets is not done. En dan heb je maar opzij te gaan, want anders bestaat er grote kans dat je omver gefietst wordt. Stoppen doen ze niet. Vooral op smalle fietspaden zijn de hobbyrenners een ramp, evenals op de fietspaden in bos en hei. Stoere mannen vinden ze zichzelf. Ze denken dat de openbare wegen hun eigendom zijn. Er zijn ook uitzonderingen hoor.
Weten jullie dat het in de wintersportgebieden precies hetzelfde gaat? Op de langlaufloipes trainen de fanatiekelingen tussen de over het algemeen wat oudere recreanten. Ze vallen op door hun flitsende fluoriscerende pakken en bruine hoofden. Snel dat ze gaan. Als je niet op tijd uit de loipe stapt dan word je ondersteboven geskied. Ik heb het aan den lijve ondervonden Ik kwam ten val, maar het interesseerde die idioot niets. Hij keek even vuil naar mij en ging op dezelfde snelheid door. Voor mij was de lol eraf en de laatste keer dat ik op de skies stond.
Het valt mee dat er relatief weinig zware ongelukken veroorzaakt worden door hobbywielrenners. Ik weet dat de recreatieve fietsers een hekel hebben aan wielrenners. Ik zie regelmatig pelotons langs mijn huis racen, schreeuwend naar elkaar. Zij rijden op de rijweg, maar dat is niet overal toegestaan. We zullen ze moeten tolereren, want een oplossing voor het ongemak is niet voorhanden. Als gewone fietser moet je alert blijven maar vooral blijven genieten.
Hebben jullie nare ervaringen?