Het is zo ijzig koud buiten, dat ik binnen blijf. De haard is aan en dat geeft een heerlijke warmte in mijn rug terwijl ik aan de tafel zit. Schrijven ga ik vandaag en het verhaal speelt zich af in heel wat aangenamere temperaturen.
Het verhaal schiet goed op. Er komt een moment dat ik even vast loop. Hoe nu verder. En dan is er de onbedwingbare behoefte aan iets lekkers. Maar dat heb ik niet. Er is zelden koek en snoep in huis vanwege mijn probleem met suiker. Er valt ook niets lekkers te snacken. En juist op dat moment stapt mijn dochter het huis binnen. 'Kijk eens wat ik voor je heb?' Ze geeft me een doosje met overheerlijke kaassoesjes van de banketbakker. Ze was toevallig in de stad en omdat ik haar verteld had dat mijn moeder op verjaardagen altijd kaassoesjes had van een bepaalde banketbakker, dacht ze er aan. Want ze passeerde de bewuste banketbakker. Die bestaat al zo lang als ik leef en heeft heel erg lekker spul.Ik vond het ontzettend lief van mijn dochter. Helaas waren ze nog bevroren om meteen op te eten. Maar een paar uur later, toen ik weer schrijfmeters had gemaakt, kon ik mezelf belonen met een paar heerlijke kaassoesjes.
Ik schrijf een roman voor volwassenen na twee kinderboeken; Reizende poefjes dat veel gelezen wordt en De lamp, de sneeuwbol en het kompas dat op 29 september gelanceerd wordt bij Godijnpublishing als onderdeel van Boek10. Een derde deel van het kinderboek borrelt op in mijn hoofd. Dat wordt het laatste deel van de trilogie. Mijn kleinkinderen die met de ideeen voor het verhaal komen, worden groot. Hun interesse is veranderd en zullen YA boeken gaan lezen. Maar voorlopig kan ik nog even voort. Een roman voor volwassenen is een hele kluif. Het schrijven van een kinderboek is anders. Daarin kan ik mijn fantasie volledig laten gaan en geniet daar enorm van. Maar ik wil uit proberen of een volwassen boek uit de verf komt. Uitdagingen moeten er tenslotte blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten