Ze zeggen dat je er maar aan moet wennen, het is niet anders. Als echte stadse heb ik daar toch moeite mee. Dus brand ik wierook om de lucht wat aangenamer te maken met de wetenschap dat ook aan de mestperiode een einde komt. Dan komt de periode van grassen, ik bedoel gras maaien en dat opkuilen en afdekken met plastic met autobanden erop. Na verloop van tijd heb je dan voer voor het vee, maar Oh wee als die kuil open gaat. Naast ons huis heeft schoonzoon een composthoop gemaakt en dat kan net zo stinken. Overal zie je holletjes van muizen en misschien ook wel ratten. Ik vraag me nog steeds af wat ik in de avonduren en 's nachts tussen de plafonds hoor ritselen. Ik ben panisch voor muizen en ratten vind ik doodeng.
Dat zijn een hoop nadelen maar die winnen het niet van de voordelen. Ik ben veel meer buiten en geniet van de vergezichten. Helemaal leuk wordt het als er weer schapen en lammeren in de wei staan. Daar kan ik van genieten. Wat ik hier mis is een park of een wandelroute om een rondje te lopen. Ik woon in een lintdorp, een lang lint dus waarbij je dezelfde weg teruggaat als dat je heen gegaan bent. En een wandelroute naar de winkels is net te ver. Ik woon in dit dorp nu 2 1/2 jaar maar stiekem mis ik zo af en toe mijn oude stek in een buitenwijk van de stad. Het duurt 5 jaar, zeggen ze, dan ben je gesetteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten