Het
thema van de boekenweek is de natuur. De schrijvers van GodijnPublishing
schrijven om beurten een fragment over de natuur uit hun boek of blog. Ik neem
een fragment uit kinderboek Reizende poefjes. Pol Grasspriet is op zoek naar
zijn zusje Polleke die zich, volgens Koningin Bogina, in Luilekkerland bevindt.
Hij wordt daarin bijgestaan door Vogel Gijs die de speurder is en door reus
Gigantus. Het betreden van Luilekkerland is niet zonder gevaar.
Hoofdstuk
10
Polleke
ligt in het groene hagelslaggras bij het chocolademeer. Haar gezicht is bruin
van de chocola en haar haren zitten vol met groene hagels. Haar buik is dik en
rond en ze is niet meer in staat om te gaan staan. Zoveel heeft ze nog nooit
gegeten. Ze stopt haar duim in haar mond en veegt met de mouw van haar shirt
langs haar gezicht, Alle chocola komt op haar mouw terecht maar dat kan haar
niet schelen. Ze is moe door zoveel avontuur en al die zoete dingen maken haar
sloom. Ze wil even slapen. Er is toch niemand die haar ziet.
Wat
ze niet weet is dat de bewoners van luilekkerland haar allang gezien hebben. Er
staan ontelbare bloemen en als het nodig is komen ze tot leven. In de
suikerspinbomen zitten spinnen van drop die heel snel een suikerspin kunnen
maken en ook indringers kunnen omwikkelen met hun draden. Er leven slakken met
een lijf van zure matten en een huisje van dropveter. Ze bewegen zich langzaam
maar als het erop aan komt dan worden ze zo snel als raketten. En dan maken ze
de einddraden van de suikerspinnen vast met slakkenslijm dat er uit ziet als
plakkerige stroop.
Overal
zijn gluurders. Ze zijn erg blij dat alles rustig blijft. Er is geen reden om
aan te vallen. Polleke ligt heerlijk in het gras. Een vredig mensenkind. De
gluurders laten haar met rust maar ze blijven waakzaam.
Ondertussen
bereiken Pol en Gigantus de chocoladebergen. Ze kijken rond of het chocolademeer
in de buurt is.
‘Gieg,
kijk jij eens over de toppen heen, want hier zie ik niks.’
Gigantus
strekt zich uit.
‘Ik
zie meerdere chocolademeren. Bij welke moeten we zijn?’
‘Dat
weet ik niet hoor. Ik ben hier nog nooit geweest.’
‘Flauw
om dat te zeggen Pol, je kan toch ook een gewoon antwoord geven.’
‘Ik
had even zin in een grapje. Ik heb al heel lang niet meer gelachen.’
‘We
moeten nu om de berg heen lopen en dan kijk ik nog een keer’, zegt Gigantus een
beetje chagrijnig.
Ze
vervolgen hun weg.
‘Gieg,
mag ik weer op je schouder zitten? Dan gaan we sneller.’
‘Oké
dan’ en hij pakt Pol op.
Ze
blijven om zich heen kijken. Een tweede toverballenbekogeling willen ze niet.
Glooiende weides opgebouwd uit slagroomsoezen gaan ze voorbij. Pol lust geen
slagroom dus hoeft hij niet te proeven. Ze naderen een rotonde.
‘Kijk
nou toch eens Gieg. De rotonde is een enorme appeltaart. Mmmm. Lekker. Ik wil
wel een stukje eten. Ik heb honger.’
‘Nee,
niks ervan want dan worden we weer gestraft. We lopen door.’
‘Jammer,’
zegt Pol teleurgesteld.
Ze
moeten voorzichtig zijn. Een aanval kan uit onverwachte hoek komen. Gigantus
torent overal bovenuit en is van alle kanten te zien. Daardoor wordt hij
kwetsbaar en is een gemakkelijk doel voor een aanslag.
Reizende poefjes is te verkrijgen bij www.godijnpublishing.nl. Bij de
boekhandel en de bekende internetboekwinkels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten