zaterdag 29 januari 2011

Spreeuwen!


Het is zaterdag. Uitslaapdag! Dat heb ik wel verdiend na een drukke week. Ik word wakker van een vrolijk gekrijs. Het is licht en de zon schijnt. Er zijn spreeuwen in de tuin, een hele horde die zich tegoed doet aan al het lekkers op de voedertafel. De hele winter heeft er nauwelijks een vogel naar omgekeken. Waar komen die spreeuwen nu ineens dan vandaan.? Af en toe was er een koolmees of een pimpelmees, soms een merel of een roodborst en een enkele keer een Vlaamse gaai. Maar die laatste kan beter in het nabijgelegen park blijven. Het is een mooie vogel en ik vind het bijzonder dat hij mijn tuin opzoekt. Maar hij is ook een rover. In een voorjaar zat het hele gezin in de tuin te genieten van het warme weer. Een groep jonge vogels had het nest verlaten en deed vliegpogingen. Het ging ze goed af, maar eentje bleef achter en belandde angstig piepend in de opgebonden bramenstruik die tegen de schutting aan staat. We zaten er naar te kijken. Ineens pats, uit het niets, zat er een Vlaamse gaai boven op de vogel en nam hem in zijn snavel mee naar de naastgelegen tuinbank en daar maakte hij zijn moordende werk af. Bloedspetters vlogen in het rond. Luguber! Mijn zoon was verbijsterd, wij allemaal trouwens. Hij wilde iets doen maar dat had geen zin. De vogel was dood en de Vlaamse gaai vloog weg met een slap hoopje vogel in zijn snavel.
Kauwen en eksters zijn ook van die rovers. Het is indrukwekkend om te zien als ze in de tuin zijn. Kauwen zijn in staat om massaal op het voederhuisje af te vliegen waardoor het met vogel en al en veel lawaai omklettert. Kauwen zitten in het najaar ook altijd in de perenboom om de heerlijke sappige peren op te eten, vooral bij voorkeur als de zon net opkomt en het nog stil is overal. Dan worden ze in hun smulpartij niet gestoord. Maar ik blijf met de aangevreten peren zitten.
Waar zijn de mussen eigenlijk gebleven? Volgens de laatste vogeltelling stond de mus op nummer 1. Nou, niet hier hoor. Sinds de nieuwe buren drie katten hebben, zit er hier bijna geen vogel meer in de tuin. Ik denk met weemoed terug aan de dagen dat er een ijsvogel in de tuin was. Wat heb ik genoten van het schouwspel. Hij dook met zijn turqoise verenpracht de vijver in en kwam er net zo snel weer uit met een visje in zijn snavel. Het voordeel van al die katten is dat ik geen muizen meer in huis heb. Want oh, wat ben ik bang voor muizen. Een muis kan mijn hele doen en laten ontregelen en me op de rand van een zenuwinzinking brengen.
De grote zwart met wit gespikkelde vogels, de spreeuwen, zijn welkom in de tuin, hoewel ze erg brutaal zijn. De kool- en pimpelmeesjes hebben geen schijn van kans om een graantje mee te pikken. Gelukkig blijven door de kou de katten binnen. En zo komt het dat ik vrolijk opsta, geniet van de vogelgeluiden en de vitrage open schuif om volop van het spektakel te kunnen genieten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten