zondag 18 december 2011

Zielsverwant (lang verhaal)


Op zoek naar je zielsverwant met Geert Kimpen en Christine Pannebakker.


Vrijdag 9 december.
Om twee uur rijd ik weg naar een kerk in het dorpje Horssen in de buurt van Nijmegen. Het is druk op de weg. Toch kan ik flink doorrijden. Ruim op tijd kom ik aan en ga op zoek naar de plek waar ik verwacht word. Ik zie iemand uit de kerk komen, dus ga ik daar maar eens kijken. De kerk is prachtig. Op de wand zie ik een projectie over het thema van het weekend. Hier moet ik dus zijn. Vervolgens ga ik op zoek naar het gastenverblijf. Ik word welkom geheten in de salon van de pastorie. De salon is smaakvol ingericht met antieke fauteuils en heel veel heilige beelden.
Zodra iedereen aanwezig is gaan we naar een andere ruimte voor de kennismaking. We gaan tegenover elkaar staan, ik leg mijn linkerhand op mijn hart en mijn rechterhand bij de ander op zijn hand die op zijn hart ligt. Zijn hand gaat op mijn hand. Het is de bedoeling dat we elkaar aankijken totdat je denkt dat het genoeg is. Bij sommige mensen gebeurt er iets. Bij G. krijg ik het gevoel dat we elkaar al heel lang kennen en dat is wederzijds. Bij een ander voel ik veel liefde en bij weer een ander veel verdriet. Daarna gaan we vragenlijsten invullen over de eerste indruk die je hebt van een persoon. Om de beurt gaat er iemand op een strategische plek zitten om beoordeeld te worden door de rest. Ik vind het wel grappig zoals iedereen naar me zit te kijken. Ik moet zelfs lachen en vind het totaal niet eng dat ik in de picture sta. Als alle mensen beoordeeld zijn, krijgt ieder een heel pak met op en aanmerkingen. Dat mogen we pas later lezen.
We gaan naar de kerk voor de viering van de Sjabbat. We beginnen met elkaar Sjabbat Sjalom te wensen. Er is een ritueel met kaarsen, met wijn en brood. met handen reinigen en met zegeningen. Heel bijzonder. Daarna gaan we eten Van een heerlijk vegetarisch buffet.
Ik zit met bijzondere mensen aan tafel. Tijdens de zegeningen heb ik veel energie gekregen, maar ook energie terug gegeven. G. zei dat hij de energie voelde stromen.
Na afloop drinken we koffie en thee in de salon en dan wordt het echt tijd om te gaan slapen.

Zaterdag 10 december.
Een nieuwe dag. Ik heb prima geslapen in een donkere kamer. Ik heb thuis altijd een nachtlampje aan. Het was wel erg warm onder het dekbed. Ik ben gewend met het raam open te slapen. Langzaam hoor ik de pastorie tot leven komen. Ik hoor zware mannenstemmen (ben ik niet meer gewend) en opgewekte vrouwenstemmen.
Het ontbijt is om negen uur en daarna gaan we de natuur in om een stiltewandeling te maken. Ik denk dat er een opdracht aan verbonden is. Toen ik een spirituele reis maakte in Servië was er ook een stiltewandeling. We moesten voorwerpen zoeken die te maken hadden met verleden, heden en toekomst. Ook maakten we een stiltewandeling tijdens een schrijfweek, daarna moest je je natuurbeleving op papier zetten We zullen zien. Eerst maar eens ontbijten.

Ik loop de kerk in en zie daar de kruisweg in schilderijen uitgestald. Ik vraag me af waarom. Gaan we de kruisweg lopen? Heb ik daar wel zin in? Ik kan me herinneren dat ik die vroeger als kind vaak gelopen heb als penitentie na de biecht. We renden langs de staties, wisten niet eens wat het betekende. En we hadden de grootste lol,. Later ontdekte ik de betekenis van de kruisweg. En het werd heel herkenbaar na het zien van de film Ben Hur.
Het wordt tijd om verdriet los te laten. We gaan de kruisweg bekijken. Een voor een wordt voorgelezen wat de staties vertellen en wat dat voor jou betekent. Herken je je zelf daarin. Als we alles bekeken hebben gaan we staan bij een statie die voor jou het meest betekent. Ik ga bij de laatste statie staan. Jezus wordt in het graf gelegd en verlaten. Ieder gaat zijn weg. Ik denk aan het overlijden van Charl en wat dat met me deed toen iedereen beloofde er voor me te zijn en me te steunen.
We krijgen opdracht om alle gevoelens die vrij komen bij het zien van de statie op te schrijven. Ik schrijf het volgende, terwijl de tranen over mijn wangen stromen:
Ik ben niet boos op een bepaald iemand. Wel teleurgesteld in mijn familie en vrienden. Het overlijden van mijn man was een zeer intense gebeurtenis. Iedereen beloofde: ‘Ik zal er voor je zijn, bel me, we slepen je er doorheen.’ Maar als het dan zover is, is er niemand. Al hun levens zijn gewoon doorgegaan, bij hen is in wezen niets veranderd terwijl bij mij alles op zijn kop staat. Ik heb altijd gezegd dat ik begreep dat het zo was, dat het overal gebeurde, maar toch... Mensen die in de periode voor het overlijden intens met me meeleefden, lieve e-mails stuurden of opbeurende gesprekken met me hadden, lieten het afweten. Het bleef stil, ik hoorde niets meer, zelfs geen reacties op mijn mail. Ik heb dat toch nooit begrepen. Waren de berichten die ik stuurde dan meer sensatie? Ik dacht dat ik met een aantal mensen een vriendschap had opgebouwd. Familie bekommerde zich niet meer om me. Ik heb echt alles alleen moeten verwerken. En dat deed ik omdat Charl had gezegd dat ik een krachtige vrouw ben die het wel zou redden. Dooddoeners als kop op, veel sterkte daar kon ik niets mee. Ik had meer behoefte aan gezelschap, aan warmte, een schouder om op te huilen. Begrip voor mijn situatie. Ik ben nu 4 jaar verder. De vrienden zijn nog steeds verdwenen, familie is op afstand. Misschien heb ik dat zelf wel gecreëerd door een muurtje om me heen te bouwen als zelfbescherming om naast het verdriet van het overlijden ook nog niet eens het verdriet van verloren familie en vrienden erbij te hebben. Rouwen is hard werken. Mensen begrijpen niet dat je ook wel eens dagen in je bed blijft liggen om het verdriet toe te laten, zielig te zijn en niet altijd die sterke vrouw die er wel komt. Echte vrienden leer je kennen in zo’n periode en dat zijn er maar een paar. Daar kan ik terecht. Alleen jammer dat ze zo ver weg wonen.
De kinderen begrijpen me, maar worstelen zelf ook met verdriet om het verlies van hun vader. Ik wil de kinderen niet altijd met mijn verdriet opzadelen. Het is goed alles eens op te schrijven, het van me af te schrijven. Misschien is dit de start voor het begin van mijn nieuwe leven.

We gaan naar buiten, krijgen een baksteen mee als symbool van de last die we altijd meezeulen. We lopen in stilte en alleen, ieder met onze eigen gedachten en gevoelens.
Halverwege vind ik een stuk steen, kiezels die vast zitten in cement. Dat vind ik symbolisch voor de band die ik heb met een aantal mensen. De rest heb ik niet meer nodig en ik heb sterk de neiging om de baksteen weg te gooien. Ik stop hem in mijn jaszak en loop door. Bij een kruispunt blijven we staan in een halve cirkel op de zachte met bladeren bedekte grond. We staan richting het oosten en mogen de baksteen voor onze voeten leggen. Om de beurt gaan we uitspreken wat ons zo dwars zit, welke last we al heel lang meedragen.
Als het mijn beurt is om te zeggen wat mijn last is spreek ik hardop uit: ‘ Ik ben boos op alle vrienden die me in de steek gelaten hebben en zwaar teleurgesteld in de familie die het af heeft laten weten. Ik heb alles zelf gedaan, zelf verwerkt. De les die ik heb geleerd is dat ik heel goed in staat ben alles zelf te doen.’
Nadat ik dit gezegd heb, spit ik flink in de grond om de kuil verder uit te graven en zo mijn verdriet en boosheid kwijt te raken. Heel erg emotioneel.
Als iedereen zijn boosheid gespuid heeft gooien we de baksteen en de briefjes waarop we al onze teleurstellingen geschreven hebben in de kuil. Er gaat een laagje grond over, we strooien allemaal een paar allium (sierui) bolletjes er bovenop en dan wordt de kuil geëgaliseerd.
Onze ballast is begraven. Nu kan er iets moois opbloeien.

Na de lunch is er een workshop massage gebaseerd op haptonomie. Heel erg fijn om te ontvangen. Ik kan zelf geen massage geven vanwege mijn bovenarmblessure overgehouden aan een nare val.
We gaan weer terug naar de kerk waar we denkbeeldig het pad van kama (verlangen) volgen en krijgen allerlei opdrachten die erg intens zijn. Het gaat over open zijn, flirten, versieren, de liefde toelaten in je leven. We noemen van iedereen de drie mooiste schoonheden. Toch heel fijn te horen hoe anderen je zien. Ik heb mijzelf nooit een schoonheid gevonden. Ik vond mezelf wel oké. Mijn schoonheden waren vooral mijn twinkelende ogen, mijn coole bril, mijn warmte, mijn hoge knuffelgehalte, mijn mooie natuurlijke haarkleur en mijn lange haar. Maar vooral ook mijn wijsheid en de rust die ik uitstraal. Al met al mooie schoonheden. Ik ben er blij mee en het geeft me een oppepper.
We doen versier- en flirtoefeningen en dat is vooral veel lol. De vrouwen maken een top 5 van wat we mannelijk vinden en dat is 1 humor, 2 verzorgd, 3 stoer, daadkracht, 4 galant/charisma, 5 goede danser.
De mannen doen het zelfde over de vrouwen; 1 sensualiteit, 2 puurheid, 3 liefdevolle uitstraling, 4 rondingen, 5 overgave.

Met de overgave gaan we verder. De vrouwen worden geblinddoekt neergezet. Een voor een krijgt ze iets op de lippen gesmeerd, iets in de mond gestopt, nattigheid op de wangen. Het is een kwestie van overgave en vertrouwen dat er geen enge dingen gebeuren. Ik krijg het gevoel dat de uitkomst anders zal zijn dan verwacht. C. doet van alles in mijn gezicht en ik denk dat ik er verschrikkelijk besmeurd uit zal zien. Ik zeg het hem ook. Hij neemt me geblinddoekt mee naar een spiegel. Ik loop onzeker. Hij zegt steeds dat ik hem moet vertrouwen. Dat is moeilijk voor mij, ik wil altijd graag de controle houden. Ik houd niet van verrassingen. Voor de spiegel doet C. de blinddoek af. Ik zie helemaal niets raars in de spiegel. Heb ik me druk gemaakt om niets. Een goede les; meer vertrouwen hebben. Ik had overigens alles wat C. me liet proeven goed. Terwijl ik het als een soort van grap ervoer, hadden anderen er van genoten; geweldig, heerlijk! Zo zie je maar, voor iedereen is het anders.

Het is tijd voor het avondeten. Ik word lollig door de wijn. Aangezien we vanavond het nachtleven ingaan ben ik me een beetje aan het indrinken zeg ik tegen mijn tafelgenoten. G. moet er om lachen. We krijgen een enveloppe met een opdracht er in. Ik moet met een vreemde kennis maken. Letterlijk staat er: Open je vanavond voor een vreemde en laat je raken in het wonder dat in iedere mens zit. Veel plezier.

Bij nader inzien heb ik niet zoveel zin om uit te gaan. Mijn lollige bui heeft plaats gemaakt voor een slaperig gevoel. Ik installeer me op mijn bed, maar naarmate de tijd vordert, twijfel ik over mijn beslissing niet mee te gaan. Op het laatste nippertje kleed ik me snel om en ga naar de groep want eigenlijk wil ik toch niets missen.
In het dorp blijkt de enige populaire kroeg een besloten avond te hebben. H. komt in zijn zebrabus aanrijden. Hij woont in Nijmegen en weet daar een leuke tent. Dus op naar Nijmegen. Ik heb mijn opdracht inmiddels vervuld door op het terras van een restaurant een leuk gesprek te hebben met een man die daar stond te roken. Het was een geanimeerd gesprek totdat hij zei dat hij snel weer terug ging naar zijn vrouw die het niet leuk vond dat hij buiten stond te roken.
In Nijmegen raken we C. en zijn passagiers kwijt. R. weet zijn telefoonnummer te bemachtigen en uiteindelijk komt het allemaal goed. De tent waar we zijn is niet direct een tent voor interessante ontmoetingen. De tent sluit al om 12 uur. H. wil wel terug, ik en nog twee anderen ook. De rest gaat verder met een kroegentocht want ze willen de opdracht vervullen. We nemen afscheid en gaan terug. Ik vond het een intensieve dag.
Met C. en G. is er een bepaalde klik, R. lijkt op mijn vader toen hij jong was. Misschien verre familie? A. zou mij wel als moeder willen hebben.

Zondag 11 december
Na het ontbijt gaan we naar het zoldertje voor onze volgende les. Eerst gaan we in meditatie.
Ik zie voor me een beschilderde kist, mijn speelgoedkist. De kist zit nu vol met herinneringen. Ik zie foto’s van mijn leven. En het allerbelangrijkste; een hart met vleugels en een pen met de boodschap ‘het universum zal je helpen’.

Wat is nu mijn kama, mijn verlangen. Dat pad gaan we nu denkbeeldig bewandelen. We mogen alles wat je in dit leven wenst opschrijven. Wat wil je, wat verlang je en wat deed je als kind het liefst. Waar ben je enthousiast over, wat wilde je je hele leven al worden. Dit alles beantwoord je recht van uit je hart, uit je impulsieve verlangen.

Ik wil:
Beroemd worden. Gewaardeerd worden. Muziek maken. Schrijven. Mensen helpen door te luisteren en ze een helpende hand te bieden. De juiste weg wijzen.

Nachtmerrie:
Niet oud worden.

Mijn lijden:
Vergeten worden.

Oplossing:
Mijn muur afbreken, mijn masker afzetten. Open stellen.

Schrijven: Mooie boeken die iets vertellen aan anderen, waarmee ze verder kunnen op hun levenspad.

Wat wil je voor je kinderen en kleinkinderen?
Dat ze in een vredige wereld wonen zonder haat, nijd, jaloezie en oorlog. Mensen moeten weer naar hun gevoel terug gaan en het denken meer uitschakelen. Doen wat je hart je ingeeft.

De belangrijkste punten voor mij zijn: beroemd worden, gewaardeerd worden.

Het is mooi alles concreet op papier te hebben. Aan het eind lezen we onze kernzinnen op en zo sturen wij onze droom het universum in. Ik moet er vooral in blijven geloven en er ook wat aan doen om mijn doel te bereiken..

Na de lunch gaan we met zijn allen een labyrint lopen in stilte en geconcentreerd. Er gebeurt van alles in een labyrint. Je loopt hem zonder na te denken. Ik ga nadat ik het labyrint heb gelopen eruit om foto’s te maken van de mensen die nog in het labyrint zijn terwijl ik me eigenlijk even rustig moet afzonderen. Ik zeg niks, maak zo onopvallend mogelijk foto’s.
Bij de nabespreking word mij gezegd dat het opvallend was dat ik foto’s ging maken. Wilde ik soms toeschouwer blijven en niet deelnemen aan het leven, want het labyrint staat symbool voor het leven. Ik snap niet wat er mis is met foto’s maken. Bovendien deed ik het nadat ik uit het labyrint was. Het zet me aan het denken.

We worden in de kerk verwacht voor het laatste ritueel. Dat houdt in dat de vrouwen een man moeten uitkiezen om zijn voeten te wassen met zuivere olijfolie en met veel liefde. Daarna doen de mannen hetzelfde bij de vrouwen.
We zitten in een halve cirkel en vieren het einde van de sjabbat door de menora aan te steken.
We gaan staan, er wordt muziek aangezet en lopen hand in hand naar het licht terwijl we om de beurt hardop onze grote droom, de levensmissie uitspreken.

Tot slot zingen we een mantra. We beginnen zachtjes. Langzaam zwelt het aan. We zingen steeds luider, opzwepend. De kachel begint ineens te loeien, er waait een wind door de kerk en het kleed op de tafel waar de zevenarmige kandelaar op staat begint te klapperen. Ik krijg kippenvel. Er gebeurt iets door de kracht van onze stemmen en de energie. Heel bijzonder. We zingen zachter en alles wordt weer normaal. Ik praat er verder niet over want iedereen zal zeggen dat het gewoon de kachel was.
En dan is het weekend afgelopen. Tijd voor afscheid nemen. Er wordt geknuffeld en dan zit ik alleen in de auto. Ik wil niet weg, ik wil dit vasthouden. Maar helaas, aan alles komt een eind en de plicht roept weer. Ik rijd naar huis en denk aan de boeken die Geert gesigneerd heeft. Thuis lees ik pas wat hij geschreven heeft. Hele mooie woorden.
Dit weekend was een geweldige ervaring en met al het geleerde kan ik weer verder.

1 opmerking: