14 dagen zit ik nu met die gekneusde voet. Het gaat beter, de paars-blauwe bloeduitstorting verdwijnt, ik kan lopen maar nog wel wiebelig. Als ik naar de trap kijk, komt het schrikbeeld van die val weer te voorschijn. Nu moet ik oppassen dat ik geen angststoornis ontwikkel.
Ik wil weer alles kunnen doen, met de auto weg, naar het strand bijvoorbeeld. Op het terras zitten van een strandtent en genieten. Maar de auto moet ik nog even laten staan. Het is lastig om het gaspedaal in te drukken, laat staan remmen met een gekneusde rechtervoet. Het is een geluk dat ik uitzicht heb op de doorgaande weg, daar gebeurt altijd van alles. En ik lees veel, maar dat is het dan ook. Ik wil mijn leven terug. Sorry, maar ik moet even klagen. Ik vind mijzelf zielig. maar ik moet ook blij zijn dat die val geen veel ernstiger gevolgen had. Dus verman ik mezelf, ga even in mijn notitieboek lezen waarin ik allerlei dingen opschrijven die je in het leven tot een beter mens kunnen maken. Daardoor word ik er weer aan herinnerd dat je zelf iets kunt doen aan een sombere bui. Voorbeeld: Tel je zegeningen en wees blij met wat je hebt. Geluk zit in de kleine dingen zoals een lief gebaar van een ander. Dwing jezelf te zoeken naar de lichtpuntjes die er altijd zijn. Dat maakt de situatie draaglijker.
Er ligt nog een middag en een avond voor me. Ik ga doen waar ik zin in heb en probeer het gepieker achter me te laten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten