Er zijn zo van die dagen dat ik mijn draai niet kan vinden. Dan loop ik te somberen, me niet fit te voelen. Pijntje hier, pijntje daar. Pijnlijke polsen omdat mijn handen altijd in beweging zijn. Ja, ook die bewegingsvrijheid wordt beperkt, net als de bewegingsvrijheid door corona. En zo slijt ik mijn dagen in en om het huis. Ik zit in de tuin of werk erin, ik kijk televisie, ik borduur of teken. Maar dat zijn dingen die ik altijd al doe. Door de pijnlijke polsen gaat dat nu ook op een laag pitje.
Ik verlang hevig naar het oude normaal. Dingen doen zonder erbij na te denken of je het verantwoord doet.
Leuke retraiteweken waar ik me voor had ingeschreven gaan niet door. Ik zou geloof ik ook niet eens gaan zolang het virus nog in de lucht zit. Er was alweer een toename van het aantal besmettingen. En ik wil echt niet alsnog besmet raken na al die moeite van zelfgekozen quarantaine.
Waar ik heel blij van wordt is het contact met mijn medebewoners en dan vooral kleinzoon. Hij is echt een lichtpuntje. Ook een echte knuffelaar. Heerlijk als hij bij me is. Dat is het voordeel van onder een dak wonen. Ik mis de andere kleinkinderen. Zolang alles nog op afstand moet, is er niks aan.
Zo, genoeg geklaagd. Ik hoop op betere tijden. Dat zal voor veel mensen goed zijn. Deze crisis lijkt op een strafkamp voor velen. En dan denk ik aan de mensen in de verzorg- en verpleegtehuizen. Zij kunnen geen kant op. Ik heb nog een keus. En daarom houd ik op met klagen. De zon schijnt, de vogels fluiten en ik kan naar buiten.
Wat zou het fijn zijn als er een einde komt aan het nieuwe normaal en wij weer terug kunnen naar het oude normaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten