Het is een vreemd verhaal hoe Juf Zebrahoed op de regenboog terechtkwam. Ze was geen Juf, maar een zebra die in Afrika heerlijk van de zon genoot. Ze leefde samen met de wildebeesten en de giraffen op de Savanne.
Een wildebeest wordt ook wel een gnoe genoemd. De Savanne is een hele grote weide met sappig gras en malse blaadjes aan de bomen. De dieren hadden een mooi uitzicht. Ze konden alles goed overzien.
De dieren moesten oppassen voor de leeuwen. Als de leeuwen honger hadden dan was een zebra een gemakkelijk prooi.
Een zebra heeft opvallende zwarte en witte strepen.
Eén vrouwtjeszebra in de kudde was nergens bang voor. Alleen onweer vond ze verschrikkelijk. Dreigende donkere wolken raasden dan door het luchtruim. Als ze in botsing kwamen met een andere wolk volgde er een felle bliksemflits. Zo’n flits verblindde de ogen van de zebra waardoor ze niets meer kon zien. De harde donderklap die er op volgde deed pijn aan haar oren.
Gelukkig waren er in Afrika weinig wolken en was het er meestal heerlijk zonnig weer.
Op een dag verschenen er grote inktzwarte wolken in de helderblauwe lucht. De geluiden in de natuur verstomden. Alles werd stil.
De dieren zochten een schuilplaats, want de wolken voorspelden niet veel goeds. De wind stak op en al snel vloog het zachte zand je om de oren.
De zebra keek angstig naar de wolken. Het leek alsof ze een groot gevecht hielden. De zebra zag geen kans om te schuilen. Ze maakte zich zo klein mogelijk in de open vlakte. Niet onder een boom, want dat was gevaarlijk.
De Savanne was leeg, geen dier meer te zien, alleen de zebra.
Ze was zo bang dat de tranen in haar ogen sprongen. Als ze nagels had aan haar hoeven, had ze die er allemaal afgebeten, door de spanning. Maar hoeven hebben geen nagels.
Ineens uit het niets kwam er een enorme lichtflits op haar af. Daarop volgde een harde donderklap. De zebra werd vol geraakt en ze was helemaal verlicht door de bliksem. Ze leek wel een grote lamp. De zebra voelde zich heel raar. Alles bewoog in haar lijf. Ze voelde kriebels. Iets trok aan haar en duwde haar ook weer weg.
Ineens zag ze zichzelf veranderen. Haar buik werd dunner, haar poten werden korter. Haar kop deed heel raar, alsof ze gekke gezichten trok. Met een enorme knal vloog ze de lucht in.
Ze ging dwars door de donderwolk heen.