Zondag, ik kijk uit het raam. Langzaam trekt de mist op. De natuur komt tot leven. Mensen gaan dik ingepakt wandelen. Een jongen op een brommer doet stoer door de brommer op een achterwiel te laten rijden. Hij lijkt wel een steigerend paard. Wielrenner pelotons komen veelvuldig langs. Zware mannenstemmen schreeuwen naar elkaar. Zo kunnen mannen ook schreeuwen als ze een borreltje te veel op hebben. Er rijden veel personenauto’s langs, zelfs iemand in een cabrio. Beetje koud lijkt me. Ik houd de vijver in de gaten omdat een zilverreiger regelmatig bij de vijver terugkeert in de hoop op een hapje goudvis. Ik heb hem al drie keer weggejaagd. Dan vliegt hij imposant klapperend met zijn grote vleugels naar de achterliggende sloot. Verder is de zondag een rustige dag en ik... ik lees een boek.