De kerstbomen zijn opgetuigd. Twee nepkerstbomen. Het resultaat: Je ziet dat ik ze met niet al te veel enthousiasme heb opgetuigd. De kleinkinderen zullen het prachtig vinden en daar doe ik het eigenlijk voor. BN-ers (bekende Nederlanders) laten een stylist komen om de bomen op te tuigen met allerlei trendy versierselen. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Ik wou dat ik een plek had waar ik de boom opgetuigd en stofvrij weg kan zetten na kerst. Maar dat heb ik niet. Dus met Driekoningen op 6 januari ruim ik alles weer op en dat gaat een stuk sneller dan optuigen. Het is net of mijn ogen dit jaar het mooie van een kerstboom niet willen zien. Dat ligt natuurlijk aan mezelf, aan mijn gemoedstoestand. Mijn zelfbedachte kerstgroepje mag er zijn; het symbool van nieuw leven, een nieuwe start vol warmte en licht. Al vol verwachting wat het nieuwe jaar zal brengen. De kerstgedachte is belangrijker dan zo’n versierde nepboom. Misschien zijn die nepbomen wel symbolisch voor mij, me anders voordoen dan ik me werkelijk voel. Nepgedrag zal ik maar zeggen, doen alsof, net als de nepbomen met al hun opsmuk.
Misschien moet ik volgend jaar toch maar weer echte kerstbomen kopen. Ik krijg een heel nieuw jaar de tijd om aan mezelf te werken. Wie weet willen mijn ogen volgend jaar Kerstmis wel de schoonheid van een versierde boom zien en kan eindelijk definitief mijn masker af.